Grammatica zinsdelen les 4: Voorzetselvoorwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Grammatica zinsdelen les 4: Voorzetselvoorwerp

Welkom havo 3

Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.

Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.

Stap 2: Pak je Chromebook en je schrift.

Stap 3: Maak af: Ik ben dol ...... kerst.

Literaire recensie ingeleverd

Vandaag ingeleverd.

Zo niet, vrijdagmiddag afmaken. Je komt na je laatste les naar lokaal 35 en je maakt de opdracht af. Je mag pas gaan als je de opdracht hebt ingeleverd.

Wat ga je doen?

Leerdoel: Ik kan het voorzetselvoorwerp benoemen in een zin.

Hoe bereik je dit doel?

Nakijken huiswerk: Lv, mv, bwb

Zinnen maken met hun vaste voorzetsel

Uitleg voorzetselvoorwerp

Oefenen voorzetselvoorwerp

Huiswerk volgende les: Les 4: Voorzetselvoorwerp 

Nakijken

Online in SOM, Vakken, Grammatica Zinsdelen, antwoorden les 3: Lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling. 

Klaar: Begin maken met les 4: Voorzetselvoorwerp

Zinnen maken met voorzetsels

Sommige werkwoorden hebben een vast voorzetel zoals: zorgen, zich verbazen, gokken en huilen.

1. Schrijf in je schrift welk voorzetsel bij die werkwoorden horen. ( tip: maak er een zin van: Ik ….)

2. Maak een zin waarin je het werkwoord met het vaste voorzetsel combineert. 

Antwoorden

Sommige werkwoorden hebben een vast voorzetel zoals: zorgen, zich verbazen, gokken en huilen.

Zorgen voor --> Ik zorg voor jou.

Zich verbazen over --> Hij verbaast zich over de verkiezingsuitslag.

gokken op --> Mijn broer gokt op voetbalwedstrijden.

huilen om/over --> Wie huilt er om die film?

Voorzetselvoorwerp

Voorzetselvoorwerp: Een zinsdeel met een voorzetsel erin. ( Ik houd van sushi.

Voorwaarden wanneer het een voorzetselvoorwerp is:

1. Het voorzetsel moet in een zinsdeel zijn.

2. Het voorzetsel moet een vaste combinatie zijn met een werkwoord.

3. Het voorzetsel moet geen plaats betekenen. (Ik hang de jas op de kapstok).

Het voorzetsel kan in een zin met een wg én een ng voorkomen.

Tip: Voorzetsel + voorwerp = voorzetselvoorwerp

Benoem het voorzetselvoorwerp:
Niemand geloofde in deze methode.

1. geloofde
2. geloofde in
3. geloofde in deze methode
4. in deze methode

Benoem het voorzetselvoorwerp uit de zin: Volgens de Citotoets is hij geschikt voor het atheneum.

1. volgens de Citotoets
2. is geschikt voor
3. voor het atheneum
4. is hij geschikt voor het atheneum

Ontleed de volgende zin helemaal: We gaan een begin maken met de werkzaamheden. (pv, zinsdeelstreepjes, ow, wg, ng, lv, mv, vv, bwb)

Antwoord op de vorige vraag

We/gaan/ een begin /maken/ met de werkzaamheden.

pv= gaan

ow= we

wg= gaan maken

ng= X

lv= een begin

mv= X

vv= met de werkzaamheden

bwb=X

Huiswerk

Maken: Les 4 grammatica zinsdelen oefenboek.

Leren: theorie les 1 t/m 4

Hoe ga je te werk: In stilte.

Tijd: Tot het einde van de les

Klaar: Leesboek halen in de mediatheek