Interviewen

Interviewen
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Interviewen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen in deze les
  • Je weet wat een interview is.
  • Je weet wat open en gesloten vragen zijn.
  • Je kunt open en gesloten vragen stellen.
  • Je kunt uitleggen wat 'doorvragen' betekent.
  • Je kunt een interview voorbereiden en houden.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderwerp
Het onderwerp van deze opdracht gaat over een 'goed mens' zijn. 
Je gaat dit onderwerp kleiner maken
Dit doe je met een woordweb

In de volgende video zie je hoe je dat doet. 

Slide 3 - Diapositive

Een voorbeeld van een gesloten vraag is: “Vind jij katten leuke dieren?”
In de journalistiek kom je vaak open vragen tegen, zoals: “Waarom vindt u dat mensen op de SP moeten stemmen?”

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Open en gesloten vragen
  1. Gesloten vragen kun je beantwoorden met een kort en vast antwoord, zoals 'ja' of 'nee'. Bv.: Wat is je schoenmaat? Maat 39.
  2. Open vragen geven vaak een langer antwoord en werken daarom goed om een gesprek op gang te brengen. Denk aan vraagwoorden als: wat, waarom, hoe. Bv. Wat vind je leuk om te doen in je vrije tijd?

Slide 5 - Diapositive

Een voorbeeld van een gesloten vraag is: “Vind jij katten leuke dieren?”
In de journalistiek kom je vaak open vragen tegen, zoals: “Waarom vindt u dat mensen op de SP moeten stemmen?”
Open maken
Je kunt van gesloten vragen ook open vragen maken, kijk maar:

Gesloten vraag: 
Gaat het goed met u?

Open vraag:
Hoe gaat het met u?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vraag is een gesloten vraag?
A
Wat maakt Goes een leuke stad?
B
Hoeveel kinderen heeft u?
C
Wat vindt u van de oorlog in Oekraïne?
D
Wat is uw favoriete vakantieland en waarom?

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vraag is een open vraag?
A
Wat is uw lievelingseten?
B
Hoeveel huisdieren heeft u?
C
Wat vindt u van de opwarming van de aarde?
D
Wat is uw favoriete vakantieland?

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Doorvragen
  • Na een antwoord kun je even nadenken en doorvragen.
  • Dat betekent dat je met een nieuwe vraag ingaat op het antwoord van de geïnterviewde.
  • Je vraagt door wanneer je het gevoel hebt dat de geïnterviewde nog niet voldoende antwoord heeft gegeven.

antwoord heeft gegeven.

Slide 10 - Diapositive

Bijvoorbeeld:

Interviewer: “Vindt u uw werk als leraar leuk?”
Leraar: “Ja.”
Interviewer: “Wat vindt u er zo leuk aan?”
Leraar: “Ik vind het heel leuk om met kinderen te werken.”
Interviewer: “Wat vindt u daar leuk aan?”
Leraar: “Kinderen hebben zo’n frisse kijk op de wereld, daar word ik vrolijk van. Wij volwassenen zitten soms nog zo vastgeroest in onze eigen denkbeelden. Door te werken met kinderen kom ik daar een beetje los van.”
Voorbeeld doorvragen

Interviewer: “Vindt u uw werk als leraar leuk?” Leraar: “Ja.”

Interviewer:Wat vindt u er zo leuk aan?
Leraar: “Ik vind het heel leuk om met kinderen te werken.”


Interviewer:Wat vindt u daar leuk aan?”
Leraar: “Kinderen hebben zo’n frisse kijk op de wereld, daar word ik vrolijk van. ”

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereid je een interview voor?
  • Maak voor jezelf een vragenlijst met de belangrijkste vragen.
  • Schrijf in steekwoorden mee.
  • Vraag of je het interview mag opennemen.


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
- Bedenk wie je wilt interviewen. 
- Bedenk hoe je gaat vragen of je hem/haar mag interviewen.
- Bereid de vragen die je wilt stellen voor. Bedenk er minimaal 7.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions