Thema mens en milieu: koolstofkringloop

Vandaag
Leerdoelen:
  • Je kunt de voornaamste oorzaken en gevolgen van de milieuproblemen noemen
  • Je kunt de koolstofkringloop in hoofdlijnen beschrijven en schema's hiervan interpreteren
  • Je kunt de stikstofkringloop van Nijntje nitraat
aan de hand van de binas uitleggen

Programma:
  1. Moeilijke HW-vragen?
  2. Wat weten we nog van vorige les?
  3. Koolstofkringloop en stikstofkringloop
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Vandaag
Leerdoelen:
  • Je kunt de voornaamste oorzaken en gevolgen van de milieuproblemen noemen
  • Je kunt de koolstofkringloop in hoofdlijnen beschrijven en schema's hiervan interpreteren
  • Je kunt de stikstofkringloop van Nijntje nitraat
aan de hand van de binas uitleggen

Programma:
  1. Moeilijke HW-vragen?
  2. Wat weten we nog van vorige les?
  3. Koolstofkringloop en stikstofkringloop

Slide 1 - Diapositive

Wat is het voordeel van pesticiden?

Slide 2 - Question ouverte

De bodem van de Biesbosch bevat een grote hoeveelheid zware metalen, afkomstig van het slib van de grote rivieren die door de Biesbosch naar zee stromen. Deze zware metalen komen ook terecht in de organismen. Ze hebben effect bij planten en dieren, zoals wilgen en bevers, maar het effect is verschillend.
Welke van de volgende beweringen over zware metalen is of zijn juist?

1 Zware metalen accumuleren in bevers.
2 Wilgen verliezen jaarlijks een deel van de opgenomen zware metalen als gevolg van de bladval.
3 Zware metalen hechten zich alleen aan dierlijke eiwitten.
A
1 en 2 zijn juist
B
1 en 3 zijn juist
C
2 en 3 zijn juist
D
alleen 1 is juist

Slide 3 - Quiz

koolstofkringloop

Slide 4 - Diapositive

Koolstofkringloop
Koolstofassimilatie = opbouwen van organische stoffen uit anorganische stoffen

Dissimilatie = afbraak van organische materialen waarbij energie vrijkomt

Aeroob: met zuurstof
Anaeroob: zonder zuurstof

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Nijntje nitraat
A: Planten nemen nitraat (NO3-) op.
B: Er vindt stikstofassimilatie plaats
     vorming aminozuren
(vorming eiwitten is voortgezette assimilatie)
C: Dier eet plant, verteert en assimileert eigen        organische stoffen.
D: Bij dissimilatie komt ureum vrij. 
E: Rottingsbacterien breken ureum af tot NH3
F: NH3 lost in (grond)water op tot NH4+
G: Nitrietbacterien zetten NH4+ om in NO2-
H: Nitraatbacterien zetten NO2- om in NO3-


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Zijn reducenten autotroof of heterotroof?
A
autotroof
B
heterotroof

Slide 10 - Quiz

Welke functie hebben reducenten in de koolstofkringloop?

Slide 11 - Question ouverte

Bij de verbranding van fossiele brandstoffen komt er extra koolstof in de koolstofkringloop.
In welke moleculen zit deze extra koolstof?

Slide 12 - Question ouverte

Welke organismen zetten nitraationen om in eiwitten?
A
Dieren
B
Rotting bacteriën
C
Planten
D
Nitrificerende bacteriën

Slide 13 - Quiz