Het Weer en Klimaat in Nederland

Het Weer en Klimaat in Nederland
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Het Weer en Klimaat in Nederland

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les, kun jij:
- Het verschil uitleggen tussen weer en klimaat
- De elementen van het weer benoemen
- De verschillende klimaattypes in Nederland identificeren

Slide 2 - Diapositive

Introductie van de leerdoelen van de les.
Wat weet jij al over het weer en klimaat in Nederland?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Weer vs Klimaat
Weer verwijst naar de toestand van de atmosfeer op een bepaalde plaats en tijd, terwijl klimaat het gemiddelde weerpatroon van een regio over een lange periode beschrijft.

Slide 4 - Diapositive

Uitleggen wat het verschil is tussen weer en klimaat.
Elementen van het Weer
De elementen van het weer zijn temperatuur, luchtdruk, wind, vochtigheid, bewolking en neerslag.

Slide 5 - Diapositive

Beschrijving van de verschillende elementen van het weer.
Temperatuur
Temperatuur wordt gemeten met een thermometer en wordt uitgedrukt in graden Celsius (°C).

Slide 6 - Diapositive

Beschrijving van hoe temperatuur wordt gemeten en uitgedrukt.
Luchtdruk
Luchtdruk wordt gemeten met een barometer en wordt uitgedrukt in hectopascal (hPa).

Slide 7 - Diapositive

Beschrijving van hoe luchtdruk wordt gemeten en uitgedrukt.
Wind
Wind wordt gemeten met een windmeter en wordt uitgedrukt in kilometers per uur (km/h).

Slide 8 - Diapositive

Beschrijving van hoe wind wordt gemeten en uitgedrukt.
Klimaattypes in Nederland
Nederland heeft een gematigd zeeklimaat, met milde winters en koele zomers. Andere klimaattypes zijn het landklimaat en het mediterrane klimaat.

Slide 9 - Diapositive

Beschrijving van de verschillende klimaattypes in Nederland.
Quiz
Test je kennis met deze quiz!

Slide 10 - Diapositive

Een interactief element toevoegen om de kennis van de studenten te testen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.