H6 par 1 en 2

Natuurkrachten in Nederland
§1 Dynamiek op de wadden
§2 Sporen uit de IJstijd
Formatieve toets
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Natuurkrachten in Nederland
§1 Dynamiek op de wadden
§2 Sporen uit de IJstijd
Formatieve toets

Slide 1 - Diapositive

Iedere ... uur stroomt de Waddenzee 2x vol met 4 miljard liter water.
A
12 uur
B
6 uur
C
24 uur
D
18 uur

Slide 2 - Quiz

Het tijdverschil tussen de ene vloed en de volgende vloed is gemiddeld...
A
18 uur
B
12 uur en 25 min
C
6 uur en 25 min
D
18 uur en 25 min

Slide 3 - Quiz

De vloedstroom in het Waddengebied komt vanuit het ...
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen

Slide 4 - Quiz

Welk begrip past bij de plekken die zijn aangegeven met 'A'
A
Zeegat
B
Geul
C
Springtij
D
Priel

Slide 5 - Quiz

Minimaal verschil tussen hoog en laag water noemen we
A
Doodtij
B
Springtij
C
Zeetij
D
Wantij

Slide 6 - Quiz

Eén keer in de twee weken is er sprake van hoogwater, hoe noemt men dit?
A
Vloed
B
Eb
C
Springvloed
D
Springtij

Slide 7 - Quiz

Hoe ontstaat springtij?
A
aantrekkingskracht van de maan
B
aantrekkingskracht van de zon
C
aantrekkingskracht van maan en zon
D
door de maan en de zon

Slide 8 - Quiz

Hoe heten de zijtakken van de zeegaten die altijd gevuld zijn met zeewater?
A
Zeegaten
B
Slibben
C
Wadplaten
D
Geulen

Slide 9 - Quiz

Welk begrip past bij de plekken die zijn aangegeven met 'A'
A
Zeegat
B
Geul
C
Springtij
D
Priel

Slide 10 - Quiz

Welk onderdeel van het Waddeneiland zie je hier?
A
Duin
B
Heide
C
Kwelder
D
Zandbank

Slide 11 - Quiz

Wanneer is het dekzandgebied ontstaan ?
A
Pleistoceen
B
Holoceen
C
Antropoceen
D
Middeleeuwen

Slide 12 - Quiz

In het Pleistoceen hadden we te maken met ....?
A
lage zeespiegel
B
hoge zeespiegel

Slide 13 - Quiz

Hoe heet de ijstijd waarin stuwwallen ontstonden?
A
holoceen
B
pleistoceen
C
weichselien
D
saalien

Slide 14 - Quiz

Laatste ijstijd
A
Saale
B
Weichselien

Slide 15 - Quiz

In welke ijstijd zijn de stuwwallen gevormd?
A
De Laatste ijstijd
B
De eerste ijstijd
C
De voorlaatste ijstijd
D
Het is niet gevormd tijdens een ijstijd

Slide 16 - Quiz

Tijdens welke ijstijd lag het landijs tot in Nederland?
A
De laatste ijstijd
B
De één na laatste ijstijd
C
Nooit
D
De eerste ijstijd

Slide 17 - Quiz

Wat hebben hunebedden met de ijstijd te maken?
A
In de ijstijd maakten mensen Hunebedden
B
Hunebedden hebben niets met de ijstijd te maken
C
De jager en boeren schuilden onder de stenen
D
De zwerfstenen zijn meegekomen met het ijs uit scandinavië

Slide 18 - Quiz

De eerste fase van de Saale-ijstijd zorgde voor:
A
Stuwwallen
B
Keileem als bodem
C
Keileemkoppen
D
Tongbekkens

Slide 19 - Quiz

Hoe noemen we ijs vermengd met grind, zand en leem?
A
Keileemkoppen
B
Tongbekken
C
Stuwwal
D
Keileem

Slide 20 - Quiz

In de eerste fase van de Saale-ijstijd werd het volgende landschap gevormd:
A
Tongbekkens
B
Keileemkoppen
C
Stuwwallen
D
Dekzand

Slide 21 - Quiz

Saalien

Weichselien
Laatste ijstijd

Voorlaatste ijstijd
IJs kwam tot Denemarken
IJs kwam tot de HUN-lijn

Slide 22 - Question de remorquage

Welke begrippen horen bij de juiste omschrijvingen? 
Een koude periode waarin zich op het land uitgestrekte ijskappen vormen. Heet ook glaciaal.
Warmere periode tussen twee ijstijden in. Heet ook tussenijstijd.
Laag eeuwige sneeuw op het land die tot ijs is samengeperst.
Een met nauwelijks waarneembare snelheid naar het dal schuivende ijstong, die hoog in de bergen begint in een verzamelbekken van sneeuw.
ijstijd
landijs
interglaciaal
gletsjer

Slide 23 - Question de remorquage

IJstong
Smeltwaterdal
Stuwwal

Slide 24 - Question de remorquage

In het noorden van Nederland
Zuid Nederland
Glaciale 
bekkens
Stuwwallen
Löss
Dekzand
Zwerfstenen
Keileem

Slide 25 - Question de remorquage