3.3 Lezen KGT

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

3.3 Lezen KGT

Een langere tekst is vaak opgedeeld in kortere stukjes tekst.

1. Waar
2. Niet waar

Alinea's hebben verschillende kenmerken?

1. Niet waar
2. Waar

Een alinea begint altijd op een nieuwe regel

1. Niet waar
2. Waar

Een ander kenmerk van een alinea is:

1. Het begint altijd met een vraag
2. Het begint altijd met een uitleg
3. De eerste regel springt soms in
4. De alinea's in alle teksten zijn genummerd

Je herkent een alinea ook aan...

1. De laatste zin loopt door tot het eind van de regel
2. Een witregel

De kernzin is altijd de eerste zin van de alinea?

1. Waar
2. Niet waar

Een toelichting op de kernzin kan zijn:

1. Uitleg of voorbeeld
2. Opsomming of tegenstelling

De kernzin is de belangrijkste zin van een alinea

1. Waar
2. Niet waar

Verkennend lezen is:

1. Alle woorden lezen en proberen te begrijpen
2. Kijken naar plaatje, tussenkopjes, bron

Alle woorden lezen en proberen te begrijpen wat er staat is:

1. Begrijpend lezen
2. Actief lezen
3. Nauwkeurig lezen
4. Verkennend lezen

Hoofdzaken zijn:

1. Onderdeel van bijzaken
2. Belangrijke informatie
3. De eerste zin van de tekst
4. Onbelangrijke informatie

De minder belangrijke informatie in een tekst zijn:

1. Hoofdzaken
2. Bijzaken

Bijzaken kunnen een:

1. tussenkopje zijn
2. titel zijn
3. bron zijn
4. voorbeeld zijn

Een herhaling of een uitleg in een alinea zijn vaak:

1. Hoofdzaken
2. Bijzaken

Een signaalwoord geeft een verband aan tussen woorden, zinnen of alinea's.

1. Niet waar
2. Waar

Een signaalwoord dat een opsomming aangeeft is:

1. geen
2. maar
3. ook
4. toch

Een signaalwoord dat een tegenstelling aangeeft is:

1. toch
2. als eerste
3. tot slot
4. dus