Les 216 - De Mol

B-PW7 Les 216
De Mol
Het oplossen van vergelijkingen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
ProcestechniekMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

B-PW7 Les 216
De Mol
Het oplossen van vergelijkingen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van deze les kun je:
  • uitleggen wat een mol is
  • het getal van Avogadro kennen en weten wat je hiermee kunt doen
  • het aantal deeltjes van een stof kunnen omrekenen naar het aantal mol
  • massapercentages van een verbinding berekenen
  • de begrippen oplosbaarheid en molariteit uitleggen en kun je hiermee berekeningen maken
  • het molair volume uitleggen aan de hand van de verschillende aggregatietoestanden
  • de wet van Avogadro uitleggen voor gassen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
1:00
Wie of wat is de Mol?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken de hoeveelheid (g) CH4 en O2 er nodig is als we weten dat er na verbranding 220 gram CO2 en 180 gram H2O ontstaat.

Slide 8 - Question ouverte

220 gram CO2 : 44 g/mol = 5 mol CO2
150 gram H2) : 18 g/mol = 10 mol H2O

Verhouding CH4 : CO2 = 1 mol : 1 mol dus 5 mol CO2 is 5 mol CH4 --> 5 mol x 16 g/mol = 80 gram CH4

Verhouding CH4 : O2 = 1 mol : 2 mol dus 5 mol CH4 is 10 mol O2 --> 10 mol x 32 g/mol 320 gram O2

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de molariteit van een zoutzuur oplossing als ik 2.5 mol HCl oplos in 250 ml water?

Slide 13 - Question ouverte

antwoord: 2,5 mol : (250 : 1000) = 10 mol/L

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In een vat is 10 mol gas aanwezig. Het vat heeft een temperatuur van 0 graden celcius en een druk van 101,3 kPa. Wat is het volume van het gas?

Slide 15 - Question ouverte

Vgas = n x  Vm
n = 10 mol
Vm bij 0 graden celcius (273 K) en 101,3 kPa is 22,4 l/mol.

Vgas = 10 mol x 22,4 l/mol = 224 L gas
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Maak de oefenvragen.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions