7.2 Energie

Welkom!
Welkom!

Mevrouw Kozan
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Welkom!

Mevrouw Kozan

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Herhaling 
  • Leerdoelen 
  • 7.2 Energie
  • Tussendoor vragen
  • Leerdoelen checken

Slide 2 - Diapositive

Terugblik

Slide 3 - Diapositive

een voedingsmiddel is ...
A
alles wat je eet
B
alles wat je drinkt
C
alles wat je eet en drinkt
D
iets anders

Slide 4 - Quiz

Hoort het voedingsmiddel bij een plantaardig- of een dierlijk voedingsmiddel?
Dierlijk voedingsmiddel
Plantaardig voedingsmiddel

Slide 5 - Question de remorquage

Wat zijn voedingsstoffen? Kan je er 6 noemen

Slide 6 - Question ouverte

Welke groepen voedingsstoffen zijn er?

3 groepen voedingsstoffen

Slide 7 - Diapositive

schijf van vijf
schijf van vijf                                                                                                       

Slide 8 - Diapositive

7.2 Energie

Slide 9 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe je aan energie komt.
  • Je kunt uitleggen hoeveel energie je nodig hebt en waar dat van afhangt.
  • Je kunt uitleggen waarom je matig moet zijn met suiker en vet.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Als je beweegt werken je spieren harder en verbruik je meer energie. Als je het koud hebt verlies je meer warmte en verbruik je meer energie om je lichaam op temperatuur te houden. 

Slide 13 - Diapositive

Waar komt onze energie vandaan?

Slide 14 - Diapositive

Waar komt onze energie vandaan?
Uit energierijke stoffen in ons eten en drinken. De energierijke stoffen zijn:
  • Koolhydraten= zetmeel en suiker. Het zit in brood, aardappelen, bananen, honing, enz..
  • Vetten: olie, noten, vette vis, roomboter, margarine, enz.. 

Slide 15 - Diapositive

Hoeveel energie zit er in het voedingsmiddel?
Energie kan worden aangegeven met 
KJ= kilojoule
Kcal= Kilocalorie

1 kilocalorie = 4,2 kilojoules

Slide 16 - Diapositive

Kilocalorie
Kilojoule
X 4,2
: 4,2

Slide 17 - Diapositive

A. Big Mac
B. Grote friet
C. Crispy Chicken wrap
Kilojoule
2060 kJ
Kilojoule
1900 kJ
Kilojoule
2060 kJ

Slide 18 - Diapositive

Hoeveel energie hebben we nodig?

Slide 19 - Diapositive

Hoeveel energie heb je nodig?
Hoeveel energie je nodig hebt hangt af van drie dingen:
  • Activiteit
  • Leeftijd
  • Geslacht

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

meer eten dan nodig is -> overgewicht/obesitas
minder eten dan nodig is -> ondergewicht/ondervoeding

Slide 22 - Diapositive

Je moet uitleggen waarom je matig moet zijn met vet en suiker

Slide 23 - Diapositive

Tandbederf
Veel suiker eten 
Versnelt het ontstaan 
gaatjes. Dat heet 
Cariës of tandbederf.


Bacteriën maken
zuur van suiker en dat maakt het tandglazuur kapot

Slide 24 - Diapositive

Hoe te verkomen
  • Minder snoepen, frisdrank, snacks, enz..
  • Tweemaal per dag goed je tanden poetsen met tandpasta waar het mineraal fluoride inzit.

Fluoride maakt je tandglazuur sterker.

Slide 25 - Diapositive

vragen
VRAGEN 

Slide 26 - Diapositive

Leerdoelen checken

Slide 27 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe je aan energie komt.
  • Je kunt uitleggen hoeveel energie je nodig hebt en waar dat van afhangt.
  • Je kunt uitleggen waarom je matig moet zijn met suiker en vet.

Slide 28 - Diapositive

Hoe verder?
  • Vraag 1 t/m 11 maken 
  • of kruiswoordpuzzel

Slide 29 - Diapositive