De spieren

Les 6 spieren
Vandaag : 
Even over vorige week ....
• De spieren
• Skeletspieren
• Gladde spieren
• Hartspieren
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Les 6 spieren
Vandaag : 
Even over vorige week ....
• De spieren
• Skeletspieren
• Gladde spieren
• Hartspieren

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • De student kent de verschillende spieren en kan deze benoemen
  • De student kan de functie en werking van de spier vertellen
  • De student kan benoemen hoe spiergroepen bewegen 
  • De student kan uitleggen hoe een spierbeweging tot stand komt

Slide 2 - Diapositive

Wat heb je onthouden van de les van vorige week over de ribben, borstbeen en ledematen ?

Slide 3 - Question ouverte

Soorten Spieren 
Skelet spieren 
Gladde spieren 
hartspieren 

Slide 4 - Diapositive

Spieren aan de voorzijde van het lichaam

Slide 5 - Diapositive

Spieren 
  • Uitvoerders  van bewegingen 
  • Houding lichaam
  • Zit via pezen vast aan twee botten
  • Door contractie ontstaat er beweging 

Slide 6 - Diapositive

Spier en spierweefsel
De bouwsteen van een spier is een spiercel of spiervezel.



Eigenschappen van spiercellen
  • Ze kunnen reageren op elektrische prikkels
  • Ze kunnen zich verkorten door samen te trekken (contractie)
  • Ze kunnen uitgerekt worden
  • Na samentrekken of rekken kunnen ze weer hun rustlengte aannemen



Slide 7 - Diapositive

Opbouw spier

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Spierspanning
Door de spiervezels aan te spannen kun je je botten bewegen. Door spiercontractie ontstaat een hogere spanning in de spier.

Ook in rust hebben de spieren een bepaalde spanning (tonus). Tijdens het slapen neemt deze rustspanning iets af. Als iemand erg nerveus of gespannen is, neemt de tonus in bepaalde spieren soms toe. Bij spasticiteit is de rusttonus van de spier te hoog.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Een skeletspier wordt gebruikt voor onwillekeurige gecontroleerde bewegingen van botten ten opzichte van elkaar
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

De skeletspieren zijn lange onvertakte dwarsgestreepte vezels en liggen in bundels bij elkaar
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Gladde spieren zijn niet- wilsgebonden spieren . Wat betekent dat ?

Slide 14 - Question ouverte

Kun je voorbeelden noemen van glad spierweefsel ?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Leg uit in eigen woorden hoe de spieren werken

Slide 18 - Question ouverte

Spiervezels zijn opgebouwd uit myofibrillen 
- specialiseerde structuren 
- opgebouwd uit eiwitketens = myofilamenten ( Actine en Myosine) 
- afhankelijk van de hoeveelheid spierkracht bevat het spiervezel weinig of veel myofibrillen 
- Contractiliteit = de mate van samentrekbaarheid 
- Liggen parallel aan elkaar in lengterichtng spier
- Samenwerking Actine e Myosine maakt samentrekking spier mogelijk
- Sacromeren = kleinste eenheid van de spier 

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Spierengroepen
Spieren kunnen worden ingedeeld naar de beweging die ze tot stand brengen:
  • Flexoren zorgen voor buiging, extensoren voor strekking.
  • Exorotatoren zorgen voor draaiing naar buiten, endorotatoren voor draaiing naar binnen.
  • Adductoren zorgen voor beweging naar het lichaam toe, abductoren voor beweging van het lichaam af.
  • Veel spieren voeren een beweging uit in meerdere richtingen.




Slide 22 - Diapositive

Hoe komt een beweging tot stand ? 
1) Impuls vanuit grote hersenen
2) Via zenuwuitloper naar ruggenmerg
3) Overdracht naar motorische zenuwcel 
4) Naar motorische eindplaat in de spier
5) Overgang naar zenuwuitloper naar de spiervezels 
6) beweging 

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Hoe heet dit verschijnsel ?
A
Spieratrofie
B
Spierextremie
C
Hypertrofie
D
Spierantagonie

Slide 25 - Quiz

Weten jullie wat spieratrofie is ?

Slide 26 - Question ouverte

spieratrofie 
Spieratrofie is een probleem bij de spieren waardoor verlies aan spiermassa optreedt en deze steeds dunner worden. Het verlies aan spiermassa betekent ook dat er krachtverlies gaat optreden en de patiënt daardoor minder goed in staat zal zijn zich te bewegen.

Slide 27 - Diapositive

Lesdoelen
  • De student kent de verschillende spieren en kan deze benoemen
  • De student kan de functie en werking van de spier vertellen
  • De student kan benoemen hoe spiergroepen bewegen 
  • De student kan uitleggen hoe een spierbeweging tot stand komt

Slide 28 - Diapositive

Wat vond je van deze les?
0100

Slide 29 - Sondage