Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Les 6 spieren
Vandaag :
Even over vorige week ....
• De spieren
• Skeletspieren
• Gladde spieren
• Hartspieren
Slide 1 - Diapositive
Wat heb je onthouden van de les van vorige week over de ribben, borstbeen en ledematen ?
Slide 2 - Question ouverte
Soorten Spieren
Skelet spieren
Gladde spieren
hartspieren
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Een skeletspier wordt gebruikt voor onwillekeurige gecontroleerde bewegingen van botten ten opzichte van elkaar
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quiz
De skeletspieren zijn lange onvertakte dwarsgestreepte vezels en liggen in bundels bij elkaar
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quiz
Gladde spieren zijn niet- wilsgebonden spieren . Wat betekent dat ?
Slide 7 - Question ouverte
Kun je voorbeelden noemen van glad spierweefsel ?
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Zoek snel op in je boek .... Info over de hartspier Hoe ziet t spierweefsel van het hart eruit ? Verschil met glad spierweefsel? Functie ? 2 min opzoek tijd
Slide 11 - Question ouverte
In de volgende dia staat een filmpje met wat herhaling info over de spieren en hoe de spieren werken
Na afloop de vraag of je de werking van spieren in eigen woorden kan uitleggen ?
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Leg uit in eigen woorden hoe de spieren werken
Slide 14 - Question ouverte
Spiervezels zijn opgebouwd uit myofibrillen
- specialiseerde structuren
- opgebouwd uit eiwitketens = myofilamenten ( Actine en Myosine)
- afhankelijk van de hoeveelheid spierkracht bevat het spiervezel weinig of veel myofibrillen
- Contractiliteit = de mate van samentrekbaarheid
- Liggen parallel aan elkaar in lengterichtng spier
- Samenwerking Actine e Myosine maakt samentrekking spier mogelijk
- Sacromeren = kleinste eenheid van de spier
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Hoe komt een beweging tot stand ?
1) Impuls vanuit grote hersenen
2) Via zenuwuitloper naar ruggenmerg
3) Overdracht naar motorische zenuwcel
4) Naar motorische eindplaat in de spier
5) Overgang naar zenuwuitloper naar de spiervezels
6) beweging
Slide 17 - Diapositive
Hoe heet dit verschijnsel ?
A
Spieratrofie
B
Spierextremie
C
Hypertrofie
D
Spierantagonie
Slide 18 - Quiz
Weten jullie wat spieratrofie is ?
Slide 19 - Question ouverte
spieratrofie
Slide 20 - Diapositive
Wat is spiercontractie ? Individueel doorlezen.
samentrekking van spieren in 4 fasen:
1) Vrijgeven van Myosinebindingsplaatsjes
2) Binding van de Myosinekopjes = crosslink
3) Powerstroke, myosinekop buigt terug naar oorspronkelijke positie
4) Loslating , en daarna cyclus weer opnieuw
Slide 21 - Diapositive
Geef met een cijfer tussen 0 en 10 aan hoe je deze les vond en waarom ?