Toetsweek begrijpend lezen les 3: oefenen met tekst
Nederlands
Toetsweek: begrijpend lezen
Les 3: oefenen met een tekst havo 2 P3 2019-2020
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Nederlands
Toetsweek: begrijpend lezen
Les 3: oefenen met een tekst havo 2 P3 2019-2020
Slide 1 - Diapositive
Lees tekst 4 grondig. 'Topsporter is per definitie slim' (boek Op niveau blz 299)
Maak daarna de vragen op slide 3 t/m
Slide 2 - Diapositive
1. Welke manier gebruikt de schrijver om de tekst in te leiden?
Slide 3 - Question ouverte
2. Schrijf op waarnaar de volgende woorden verwijzen. Schrijf ook het regelnummer op. a Dat (r. 17) b Dat (r. 37) c Die(r.43) d Dat(r.62)
Slide 4 - Question ouverte
3. In de inleiding staat een signaalwoord voor het verband uitspraak-reden. a Schrijf dat signaalwoord op. b Schrijf de uitspraak op. c Schrijf ook de reden op.
Slide 5 - Question ouverte
4. a. Past het tussenkopje 'Sportprestaties' goed bij de belangrijkste inhoud van alinea 3? Leg je antwoord uit. b Bedenk een ander passend tussenkopje voor alinea 3.
Slide 6 - Question ouverte
5. In regel 41 staat het signaalwoord omdat. a Welk verband geeft dit signaalwoord aan? b Schrijf de delen van dit verband volledig op.
Slide 7 - Question ouverte
6. Op welke manier zijn de derde en vierde alinea met elkaar verbonden? Licht je antwoord kort toe.
Slide 8 - Question ouverte
7. Schrijf de hoofdzaak/hoofdzaken van alinea 4 op.
Slide 9 - Question ouverte
8. Schrijf het juiste antwoord op. In deze tekst:
A
brengt de schrijver zijn eigen mening naar voren.
B
geeft de schrijver een of meer meningen van anderen.
C
beschrijft de schrijver een of meer meningen van anderen en voegt daar zijn eigen mening aan toe.
Slide 10 - Quiz
9. a Is tekst4 objectief of subjectief? b Leg je antwoord uit.