Grammatica - les na kerstvakantie

Naamwoordelijk gezegde en KWW
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Naamwoordelijk gezegde en KWW

Slide 1 - Diapositive

Wat weten we nog over het NG?

Slide 2 - Carte mentale

Het naamwoordelijk gezegde

Controleer even je aantekeningenschrift 
  • Heeft altijd te maken met iets zijn
  • de persoonsvorm het naamwoordelijk deel en de overige werkwoorden horen bij het NG
  • een NG heeft altijd een KWW in de zin

Slide 3 - Diapositive

3 soorten werkwoorden
Hulpwerkwoord (hww)
zelfstandig werkwoord (zww)
koppelwerkwoord (kww)

Belangrijk: zinnen met een naamwoordelijk gezegde hebben altijd een kww in de zin en geen zww!

Slide 4 - Diapositive

Is het een ng of wg?
Het boek is interessant.
A
ng
B
wg

Slide 5 - Quiz

Is het een ng of wg?
De kat ligt op de bank
A
ng
B
wg

Slide 6 - Quiz

Is het een ng of wg?
Hij speelt graag gitaar.
A
ng
B
wg

Slide 7 - Quiz

Is het een ng of wg?
Wij zijn zondag in het bos gaan wandelen.
A
ng
B
wg

Slide 8 - Quiz

Is het een ng of wg?
De bloemen in de tuin zijn prachtig in de lente.
A
ng
B
wg

Slide 9 - Quiz

Is het een ng of wg?
De lucht is vandaag helder en blauw.
A
ng
B
wg

Slide 10 - Quiz