Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
Éléments de cette leçon
Ontwikkelingspsychologie
Baby's, dreumes & peuters
Beroepsoriëntatie
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Programma
1. AWR
2. Eindopdracht
3. Lesdoelen
4. Theorie
5. Aan de slag
6. Evaluatie 2e les
7. Check lesdoelen
8. Huiswerk & Afsluiting + vooruitblik
Slide 3 - Diapositive
Nut kennis ontwikkeling van de mens
Het is belangrijk om de gemiddelde ontwikkeling van de mens te begrijpen, zodat je kunt signaleren hoe de ontwikkeling van cliënten verloopt. Dit helpt bij het bepalen van de juiste ondersteuning die nodig is in hun specifieke ontwikkelingsfase en -gebied.
Slide 4 - Diapositive
Eindopdracht
In de week van 20 januari geef je een presentatie voor de halve groep over elke behandelde fase binnen de ontwikkelingspsychologie.
Elke les maak jij minimaal 1 slide van jouw aantekeningen
van de theorie.
Slide mag in Powerpoint/Prezi/knippen&plakken/Canva/ect. Vorm is vrij
Slide 5 - Diapositive
Terugblikken
Welk spel werk goed bij baby's die nog geen object permanentie cognitief hebben ontwikkeld?
Wat is het verschil tussen grove en fijne motoriek?
Wat is de peuterpuberteit?
Slide 6 - Diapositive
Lesdoelen
Aan het einde van de les:
Kan de student de belangrijkste kenmerken van de vijf ontwikkelingsgebieden (cognitief, persoonlijkheid, sociaal, emotioneel en fysiek) bij jonge en oudere basisschoolkinderen benoemen, in eigen woorden uitleggen en eenvoudige voorbeelden geven.
Slide 7 - Diapositive
Theoretische gedeelte
Slide 8 - Diapositive
Ontwikkelingsfase
Jong schoolkind = 4 tot 8 jaar Ouder schoolkind = 8 tot 12 jaar
Slide 9 - Diapositive
Ontwikkelingsgebieden
Cognitieve ontwikkeling
Persoonlijkheidsontwikkeling
Sociale ontwikkeling
Emotionele ontwikkeling
Fysieke ontwikkelingen
Slide 10 - Diapositive
Cognitieve ontwikkeling
Piagets zijn theorie over de cognitieve ontwikkeling wordt nog steeds gebruikt.
De vraag voor na het eerste filmpje:
Hoe komt het dat het kind tevreden
is met twee kleinere koekjes?
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Hoe komt het dat het kind tevreden is met twee kleine koekjes?
Slide 13 - Question ouverte
Kort overzicht
Onderzoek zelfstandig Piaget
Slide 14 - Diapositive
In welke van Piaget's vier fasen van cognitieve ontwikkeling zitten de kinderen van het eerste filmpje?
A
Sensomotorische fase
B
Preoperationele fase
C
Concreet operationele fase
D
Formeel operationele fase
Slide 15 - Quiz
Cognitieve ontwikkeling
Geweten, moraal, goed vs. kwaad.
Kleuters volgen strikt regels om straf te vermijden.
Jongere kinderen vrezen straf van buitenaf, oudere kinderen vermijden schuldgevoel en doen vaker ‘het juiste’ voor een compliment of goed gevoel.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Wat vind jij van het gedrag van de jongen?
Slide 18 - Carte mentale
Persoonlijkheidsontwikkeling
Jonge schoolkinderen ontwikkelen een basiszelfbeeld dat vooral draait om uiterlijke kenmerken en overschatten zichzelf vaak.
Een kleuter zegt: "Ik ben de snelste van de klas!" terwijl dat niet altijd klopt.
Oudere schoolkinderen krijgen een realistischer zelfbeeld door vergelijking op meerdere gebieden, zoals schoolprestaties en sociale vaardigheden.
Een 9-jarige zegt: "Ik ben goed in wiskunde, maar niet zo goed in tekenen."
Slide 19 - Diapositive
Wat is zelfbeeld?
Slide 20 - Question ouverte
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Welke invloed kan pesten hebben op een kinds zelfbeeld?
Slide 23 - Question ouverte
Ik heb pesten van dichtbij meegemaakt
Ja, ik ben zelf gepest
Ja, ik heb anderen zien pesten
Ja, ik ben zelf een pester geweest
Nee, ik heb er geen ervaring mee
Slide 24 - Sondage
Sociale ontwikkeling
Jong basisschool kind leert om samen te spelen en te overleggen.
Het "beste vriendje" van een kleuter verandert snel; wie dezelfde dag samen speelt, wordt automatisch de favoriet.
Vriendschappen worden stabieler en gebaseerd op persoonlijkheid en vertrouwen.
Een 10-jarige blijft bevriend met iemand ondanks een ruzie, omdat vertrouwen belangrijk is geworden.
Eerste ervaringen met verliefdheid.
Slide 25 - Diapositive
Had jij een eerste liefde op de basisschool?
Ja, ik was echt verliefd!
Ja, maar het was meer een crush
Nee, daar dacht ik toen nog niet aan
Nee, liefde vond ik toen maar raar
Ik weet het niet meer
Slide 26 - Sondage
Emotionele ontwikkeling
Driftbuien komen minder vaak van de kleuters, ze troosten iemand die huilt & spiegelen gedrag van volwassenen.
Oudere basisschoolkinderen ervaren complexere emoties en begrijpen dat situaties meerdere emoties kunnen oproepen.
Vraag: Welke emoties komen voorbij in het filmpje?
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Vidéo
Welke emoties kwamen voorbij in het filmpje?
Slide 29 - Carte mentale
Fysieke ontwikkeling
Jonge schoolkinderen verbeteren grove en fijne motoriek. Ze leren fietsen zonder zijwieltjes en schrijven hun naam. Spelen van doktertje is normaal op deze leeftijd.
Ouder schoolkind heeft een verbeterde coördinatie en uithoudingsvermogen. Ze ontwikkelen een voorkeur voor sport of beweging. Schamen zich voor bloot.
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Vidéo
Waarom is (betere dan in het filmpje) seksuele voorlichting belangrijk op de basisschool?
Slide 32 - Question ouverte
Kunnen onderwerpen van groep 8 ook bij kleuters worden besproken? Waarom wel/niet?
Slide 33 - Question ouverte
Wat kon je nog niet toen je 4 was, maar wel toen je 12 was? Zoek een afbeelding!
Slide 34 - Question ouverte
Jong schoolkind
Slide 35 - Diapositive
Ouder schoolkind
Slide 36 - Diapositive
Aan de slag
Maak een slide met al jouw aantekeningen van de les
Zorg dat het inzichtelijk is wat een 'normale' ontwikkeling omvat
Lees uit het boek 'Mensen'
Hoofdstuk 1 - Ontwikkelingspsychologie
1.1. Ontwikkeling
Slide 37 - Diapositive
Evaluatie van de derde les
Kies een zin en maak deze zin af.
Het leukste deel van de les vond ik……
Het moeilijkste deel van de les vond ik……
Wat ik voor de les nog niet wist……
Wat me het meest is bijgebleven…….
Slide 38 - Diapositive
Lesdoelen check:
De student kan de belangrijkste kenmerken van de vijf ontwikkelingsgebieden (cognitief, persoonlijkheid, sociaal, emotioneel en fysiek) bij jonge en oudere basisschoolkinderen benoemen, in eigen woorden uitleggen en eenvoudige voorbeelden geven.