FA trede 2.4: Bijvoeglijk naamwoord




Lundi, 15 novembre
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon




Lundi, 15 novembre

Slide 1 - Diapositive

Inchecken: Hoe was je weekend?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Lesdoelen deze week:
  • Ik begrijp wat een bijvoeglijk naamwoord is
  • Ik kan het bijvoeglijk naamwoord in het Frans gebruiken

Slide 3 - Diapositive

Werkdoelen deze week:

  • Des personnes intéressantes
  • Les couleurs
  • Werken aan de presentatie
  • Workshop: SO trede 2

Slide 4 - Diapositive

Weet je wat een bijvoeglijk naamwoord is en welke functie het heeft in een zin?
JA
ONGEVEER
NEE

Slide 5 - Sondage

Het bijvoeglijk naamwoord (1)
J’habite dans un grand appartement. = Ik woon in een groot appartement.
J’adore les petits chats. = Ik ben dol op kleine katjes.
Marie est une fille française. = Marie is een Frans meisje.

De dikgedrukte woorden in bovenstaande zinnen zijn bijvoeglijke naamwoorden. Ze zeggen iets over een zelfstandig naamwoord of een persoon.

Slide 6 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord (2)
In het Frans past het bijvoeglijk naamwoord zich aan het woord waar het bij hoort:


De mannelijke enkelvoudsvorm is de standaard vorm.
Een bijvoeglijk naamwoord dat bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord in het enkelvoud of een persoon hoort, krijgt een 'e'.
Een bijvoeglijk naamwoord dat bij een mannelijk zelfstandig naamwoord in het meervoud of personen hoort, krijgt een 's'.
Een bijvoeglijk naamwoord dat bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord in het meervoud of personen hoort, krijgt 'es'.

Slide 7 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord (3)
In een schema:


Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Mannelijk enkelvoud
Standaard
Mannelijk meervoud
+ s
Vrouwelijk enkelvoud
+ e
Vrouwelijk meervoud
+ es

Slide 8 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord (4)
Let op:


Een bijvoeglijk naamwoord dat bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord in het meervoud of een persoon hoort, krijgt een 'e'.

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord al op een 'e', dan komt er niet een extra 'e':

un jeune garçon

une jeune fille

Slide 9 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord (6)
Let op:


Een bijvoeglijk naamwoord dat bij een mannelijk zelfstandig naamwoord in het meervoud of personen hoort, krijgt een 's'.

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord al op een 's' en ook als het bijvoeglijk naamwoord op een 'x' eindigt, dan komt er niet een extra 's':

le gros chat                                                                               le vieux homme
les gros chats                                                                          les vieux hommes

Slide 10 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord (7)
Uitzonderingen:

De volgende bijvoeglijk naamwoorden zijn onregelmatig, ze houden zich niet aan de regel:

m. ev.
m. mv.
vr. ev.
vr. mv.
mooi
beau
beaux
belle
belles
oud
vieux
vieux
vieille
vieilles
nieuw
nouveau
nouveaux
nouvelle
nouvelles

Slide 11 - Diapositive

Heb je nog vragen?
Stel hier je vra(a)g(en)!

Slide 12 - Question ouverte

Werkdoelen deze week:

  • Des personnes intéressantes
  • Les couleurs
  • Werken aan de presentatie
  • Quizlet: trede 2

Slide 13 - Diapositive