H11.2 t/m 11.4 Kwadratisch, wortel, periodiek verband

Vier verbanden
  • lineair verband
  • kwadratisch verband
  • wortelverband
  • periodiek verband
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Vier verbanden
  • lineair verband
  • kwadratisch verband
  • wortelverband
  • periodiek verband

Slide 1 - Diapositive

tabel bij een lineair verband 
x
0
1
2
3
4
5
y
-6
-3,5
-1
1,5
4
6,5
De toename ( of afname) is constant
In de formule zie je de toename aan het hellingsgetal
In de grafiek zie je als je één hokje naar rechts gaat steed hetzelfde erbij komen of eraf gaan.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

waar de grafiek de y-as snijdt, zie je het startgetal

Begin in het punt (0,-4)
eén rechts twee omhoog
Je bent in het punt met de coördinaten (1, -2)
Je bent in het punt met de coördinaten (2,0)
en zo verder!

Slide 4 - Diapositive

De formule, die bij deze grafiek hoort:   

y = 2x -4

De tafel van twee en je begint bij -4

De reeks:
-4,-2,0,2,4,6,8,10

Slide 5 - Diapositive

Formule bij lineair verband
y = 3x + 5 
3 = hellingsgetal,  5 = startgetal


Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Is deze tabel lineair
Denk aan de toename

Slide 8 - Question ouverte

Is deze tabel lineair
Denk aan de toename

Slide 9 - Question ouverte

Is deze tabel lineair
Denk aan de toename

Slide 10 - Question ouverte

Is deze tabel lineair
Denk aan de toename
x
-2
-1
0
1
2
3
y
8
5
4
5
8
13

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Vidéo

Kwadratisch verband
Bijvoorbeeld  y = x2 + 3
Er moet een kwadraat boven een letter!
y = 42 + 2x is dus géén kwadratische formule.

Slide 13 - Diapositive

De toename van de toename is constant

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Dalparabool

Slide 16 - Diapositive

Bergparabool

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk volgende les
H11 Paragraaf 2 mk O9 t/m 13

Slide 18 - Diapositive

Wortelverband
Er moet een letter onder de wortel staan!
y=x

Slide 19 - Diapositive

Welke formule is géén wortelformule?


y=x+1
y=4+x
y=k
A
1
B
2
C
3
D
Allemaal wel

Slide 20 - Quiz

Niet alles bestaat..
Onder het wortelteken mag géén negatief getal staan

4
= Kan niet!!! (Probeer maar op je rekenmachine)

Slide 21 - Diapositive

Kleinste waarde voor x
                                         bij x = 0                    
                                         bij x = -2
                                         bij x = -3
                                         bij x = 4


y=x
y=x+2
y=2x+3
y=x4

Slide 22 - Diapositive

Geef de kleinste waarde voor x
y=x+6

Slide 23 - Question ouverte

Geef de kleinste waarde voor x
y=2x9
y=x

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Vidéo

Periodiek verband
Drie begrippen kennen:
  • periode
  • maximum
  • minimum

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Hoe lang is 1 periode?
A
160 mm
B
1 seconde
C
2 seconden
D
90 mm

Slide 28 - Quiz

Hoeveel is het maximum?

Slide 29 - Question ouverte

Hoeveel is het minimum?

Slide 30 - Question ouverte

Slide 31 - Vidéo

Uitkomsten berekenen
Bereken y voor x = -3

y=2x2+4
Type in je rekenmachine:  -2(-3)^2+4
y = -14
Zet de x tussen haakjes!!

Slide 32 - Diapositive

Bereken y als x = -2

y=3x2+4

Slide 33 - Question ouverte

Bereken y als x = -6

y=4x2+1

Slide 34 - Question ouverte

Bereken y als x = -5
y=4x23

Slide 35 - Question ouverte