Les 12 Voorbereiding TW2

VOORBEREIDEN TW2
Schrijf de open vragen op papier.
Maak een foto en lever de opdracht in.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

VOORBEREIDEN TW2
Schrijf de open vragen op papier.
Maak een foto en lever de opdracht in.

Slide 1 - Diapositive

Wat is de naam van de stof met de formule:
C3H8
A
butaan
B
propaan
C
ethaan
D
methaan

Slide 2 - Quiz

Tot welke groep stoffen behoort de stof ammoniak?
A
metalen
B
zouten
C
moleculaire stoffen

Slide 3 - Quiz

Stikstof kan met metalen reageren tot zouten.
Uit welke deeltjes bestaan zouten?
A
metaal atomen
B
ionen
C
moleculen
D
niet metaal atomen

Slide 4 - Quiz

Met je kennis uit het hoofdstuk lijkt het onwaarschijnlijk dat de productie van NF3(g) via een elektrolyse gebeurt.
Leg uit waarom een elektrolyse onwaarschijnlijk lijkt om NF3 te produceren.

Slide 5 - Question ouverte

  • De stof met de formule NF3 bestaat uit niet metaal atomen.
  • Het is dus een moleculaire stof.
  • Moleculaire stoffen geleiden de stroom niet.
  • Dus moleculen kun je niet ontleden door middel van elektrolyse.

Slide 6 - Diapositive

Geef het aantal protonen, neutronen en elektronen in een atoom Pb-208. Atoomnummer = 82

Slide 7 - Question ouverte

  • Atoomnummer = 82
  • aantal protonen = 82
  • aantal elektronen = 82
  • massagetal = aantal protonen + aantal neutronen
  • aantal neutronen = 208 - 82 = 126

Slide 8 - Diapositive

Het is mogelijk om gesmolten aluminiumchloride te ontleden door elektrolyse. Leg uit waarom je dat niet kunt verklaren met atoommodel van Dalton, maar wel met atoommodel van Rutherford.

Slide 9 - Question ouverte

  • Volgens het atoommodel van Dalton zijn atomen niet te vernietigen. De atomen veranderen volgens dit model niet tijdens een reactie. Hiermee kun je niet verklaren dat bij de elektrolyse van gesmolten aluminiumchloride aan de negatieve pool alleen aluminium ontstaat. 
  • Volgens Rutherford zijn de aluminiumdeeltjes (metaal) in aluminiumchloride positief geladen en worden aangetrokken door de negatieve pool (elektrode). Hiermee kun je het wel verklaren.
    
  • Of dezelfde soort redenering voor Cl-.

Slide 10 - Diapositive

Calciumfluoride is een mineraal, dat gevonden wordt in de aarde. Calciumfluoride bestaat uit twee fluoride-ionen. Fluoride heeft de lading 1-. Atoomnummer F = 9
Hoeveel protonen en elektronen bevat fluoride?

Slide 11 - Question ouverte

  • Atoomnummer F = 9
  • aantal protonen is 9+
  • in atoom: aantal p = aantal e = 9 en 9
  • lading fluoride = 1- 
  • Dus 1 elektron meer, dus 10 elektronen 

Slide 12 - Diapositive

Bereken het massapercentage magnesium in magnesiumnitride.

De atoommassa van Mg is 24,3 u en van N is 14,0 u.
Mg3N2

Slide 13 - Question ouverte

  • Formule magnesiumnitride: Mg3N2.
  • massa Mg3 = 3 x 24,3 = 72,9 u
  • massa Mg3N2 = 3 x 24,3 + 2 x 14,0 = 100,9 u
  • m% = deel / geheel x 100% 
  •         = 72,9 / 100,9 x 100% = 72,2%

Slide 14 - Diapositive

EINDE
VOORBEREIDEN TW2

Slide 15 - Diapositive