Woorden 2.3 introductieles HAVO

Voor dat je begint met les 2.3
  1. Deze les gaat over paragraaf 'woorden 2.3'.
  2. Je maakt eerst de vragen en daarna kijk je het filmpje
  3. Als je klaar bent met de filmpjes en de vragen, maak je de vragen van paragraaf 2.3 woorden.
  4. Veel succes!
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Voor dat je begint met les 2.3
  1. Deze les gaat over paragraaf 'woorden 2.3'.
  2. Je maakt eerst de vragen en daarna kijk je het filmpje
  3. Als je klaar bent met de filmpjes en de vragen, maak je de vragen van paragraaf 2.3 woorden.
  4. Veel succes!

Slide 1 - Diapositive

Voor het kijken:
Wat is een topprestatie?
A
Een zeer slechte prestatie
B
een matige prestatie
C
een uitstekende prestatie
D
een gemiddelde prestatie

Slide 2 - Quiz

Wat betekent ondermaats?
A
beneden niveau
B
gemiddeld niveau
C
hoog niveau
D
gewoon niveau

Slide 3 - Quiz

Wat betekent 'ontwaken'
A
iemand bewaken
B
iemand zeggen dat je niet meer bewaakt
C
slapen gaan
D
wakker worden

Slide 4 - Quiz

Filmpje
Kijk naar het filmpje
"Waarom voldoende slapen zo belangrijk is voor mensen"

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Evolutionaire ontwikkeling van de mens: de mens is gedurende de jaren geleidelijk veranderd.

Slide 7 - Diapositive

Filmpje:
Bekijk het filmpje en beantwoord daarna de vragen.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Noem de kenmerken van een ochtendmens.

Slide 10 - Question ouverte

Noem de kenmerken van een avondmens.

Slide 11 - Question ouverte

Waarom is slaaptekort schadelijk voor de hersenen en ontwikkeling?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is cafeïne?
A
Cafeïne is een onschuldige stof
B
Cafeïne is een stimulerende stof
C
Cafeïne is een gevaarlijke stof
D
Cafeïne is een verslavende stof

Slide 13 - Quiz

Noem drie dranken waar cafeïne in voorkomt.
A
koffie
B
thee
C
energydrink
D
cola

Slide 14 - Quiz

Kan cafeïne gevaarlijk zijn?
A
Nee, ik kan er veel van drinken.
B
Ja, als je er teveel van drinkt.

Slide 15 - Quiz

Filmpje
Bekijk het filmpje over de gevaren van energydrankjes.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Hoeveel klontjes suiker zitten er in één blikje energydrank?
A
4
B
5
C
7
D
9

Slide 18 - Quiz

Noem vier klachten die je kunt krijgen van teveel energydrank drinken?

Slide 19 - Question ouverte

Welke taal spreekt de jongen met de zonnebril?
A
Straattaal
B
Spaans
C
Algemeen beschaafd Nederlands
D
Russisch

Slide 20 - Quiz

Filmpje
Bekijk het filmpje over synoniemen.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Schrijf zoveel mogelijk synoniemen op van het woord 'huis'

Slide 23 - Question ouverte

Noem zoveel mogelijk synoniemen voor het woord 'opeten'.

Slide 24 - Question ouverte

Wat is een synoniem voor geld?
A
pennen
B
knikkers
C
erwten
D
stenen

Slide 25 - Quiz

Wat is een synoniem voor 'fiets'?
A
stalen ros
B
houten paard
C
ijzeren rad

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Lien

Huiswerk
Zie maandplanning

Slide 28 - Diapositive