11.1 Omtrek en oppervlakte

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Leerdoelen

In deze les werk je aan de volgende leerdoelen..

.. 

.. leer het verschil tussen omtrek en oppervlakte

https:

Terugblik

Grootheid       

Iets wat je kunt meten. Een verzamelnaam van een aantal eenheden.

 

Eenheden (maten)

Een woord/letter/symbool dat het getal ervoor of erna een waarde geeft.

     

Voorbeelden: lengte, oppervlakte, inhoud, gewicht, temperatuur, tijd, geld, snelheid, ..

Voorbeelden: km, m², l, kg, uren,€, m/s 

Grootheden

eenheden van afstand

lengtematen 

0,5 km = ....m

Als de maat groter  wordt
dan wordt het aantal kleiner.

Als de maat kleiner  wordt
dan wordt het aantal groter.

omtrek en oppervlakte

Omtrek      

De lengte van de rand van een figuur (eromheen).

Oppervlakte

Het aantal keer dat een oppervlaktemaat op het figuur past.

(formules gebruiken)

        

 oppervlakte berekenen

Stappenplan

1. Zorg dat alle afmetingen dezelfde lengtematen hebben.  
2. Bereken de oppervlakte.
3. Geef je antwoord, noteer de juiste eenheid erbij.      

Er is een vierkant waarbij de omtrek en de oppervlakte hetzelfde getal hebben...

Aan de slag

Maak: v4, v5, paragraaf 11.1 (eigen leerroute, opgave 1 mag je overslaan).

Kijk je werk goed na met een andere kleur en verbeter je fouten!

Denk om je notatie!

Je gaat rustig aan het werk!
Je mag met muziek en oortjes werken, let op dat de muziek niet te hard staat. 

• Oortjes in? Mond op slot! 
  
• Afspeellijst aan, iPad/telefoon omgedraaid op tafel!

Heb je een vraag? Lees je aantekeningen van zonet nog eens door en/of overleg op fluistertoon vóór je je vinger opsteekt. 

Afsluiting 

Hoe ging het vandaag?

Huiswerk maken: V4, V5, paragraaf 11.1