11.1 Omtrek en oppervlakte

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Weektaak 19 - 24 maart

Verdeel deze taak in maximaal 3 blokken.

Leerdoelen

In deze les werk je aan de volgende leerdoelen..

.. 

.. leer het verschil tussen omtrek en oppervlakte

 Programma                           

• Start
• Hoe ging de toets?
• Uitleg 11.1
• Aan de slag
• Afsluiting

Voorkennis

Bekijk de voorkennis eens voor jezelf.

Op de volgende drie slides

Terugblik

Grootheid       

Iets wat je kunt meten. Een verzamelnaam van een aantal eenheden.

 

Eenheden (maten)

Een woord/letter/symbool dat het getal ervoor of erna een waarde geeft.

     

Voorbeelden: lengte, oppervlakte, inhoud, gewicht, temperatuur, tijd, geld, snelheid, ..

Voorbeelden: km, m², l, kg, uren,€, m/s 

6.3 Schaal

Stappenplan 

Stap 1    Maak een tabel. 

Stap 2   Invullen wat je weet. 

Stap 3   Bereken hoeveel 1 cm op de tekening (T) in werkelijkheid (W) is.

Stap 4   Noteer de schaal. Antwoord geven op de vraag.

(bovenste rij tekening en onderste rij werkelijkheid)

lengtematen 

Aan de slag

Als het goed is heb je het volgende gedaan.

• Paragrafen 8.1 t/m 8.3 gemaakt en nagekeken.
• De fout gemaakte opgaven opnieuw gemaakt en nagekeken.
• De overgeslagen deelopgaven bij de opgaven waarin je een foutje hebt   gemaakt toch nog even gemaakt (denk aan bijv. opgave 26 & 28).
• Maak van paragraaf 8.4 de volgende opgaven: 29, 31def, 32, 33, 34, 35def, (36), 37, U8, 38/U9, (U10).

omtrek en oppervlakte

Omtrek      

De lengte van de rand van een figuur (eromheen).

Oppervlakte

Het aantal keer dat een oppervlaktemaat op het figuur past.

(formules gebruiken)

        

Schatten en vuistregels.

Schatten is het ongeveer beredeneren van de uitkomst.

Vuistregels kunnen je hierbij helpen.

• Een verdieping is ongeveer 3 meter hoog.
• Een deur is 1 meter breed en 2,50 meter hoog.
• Een volwassene is ongeveer 180 cm lang.

7.2 oppervlakte berekenen

Stappenplan

1. Zorg dat alle afmetingen dezelfde lengtematen hebben.  
2. Bereken de oppervlakte.
3. Geef je antwoord, noteer de juiste eenheid erbij.      

Aan de slag

Maak: v4, v5, paragraaf 11.1 (eigen leerroute, opgave 1 mag je overslaan).

Kijk je werk goed na met een andere kleur en verbeter je fouten!

Denk om je notatie!

Je gaat rustig aan het werk!
Je mag met muziek en oortjes werken, let op dat de muziek niet te hard staat. 

• Oortjes in? Mond op slot! 
  
• Afspeellijst aan, iPad/telefoon omgedraaid op tafel!

Heb je een vraag? Lees je aantekeningen van zonet nog eens door en/of overleg op fluistertoon vóór je je vinger opsteekt. 

Afsluiting 

Hoe ging het vandaag?

Huiswerk maken: V4, V5, paragraaf 11.1