Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
magnetrons herbergen verrassend veel bacteriën
newscientist okt 2024
Slide 1 - Diapositive
Voedselinfectie =
een besmetting met een micro-organisme via het voedsel. De besmetting kan klachten (misselijkheid en darmklachten) geven.
Voedselvergiftiging =
een besmetting met een micro-organisme via het voedsel, maar nu geven de micro-organismen toxinen af die je ziek maken.
Slide 2 - Diapositive
Voedselinfectie
Je voedsel kan bederven doordat het geïnfecteerd wordt door micro-organismen: schimmels of bacteriën.
Micro-organismen: kun je niet zien met het blote oog.
Vaak wel met een lichtmicroscoop.
Slide 3 - Diapositive
Voedselinfectie
Schimmels of bacteriën die op voedsel gaan zitten zijn heterotroof.
Ze zijn voor hun organische stoffen afhankelijk van andere organismen.
Slide 4 - Diapositive
Anorganische stoffen
Organische stoffen
kleine eenvoudige moleculen
grote ingewikkelde moleculen
bevat geen C-atomen (behalve CO, CO2)
Bevat minimaal één C-atoom, één H-atoom én één O-atoom
water (H2O), Zoutzuur (HCl), alle zouten en mineralen
Glucose (C6H12O6), vetzuren, eiwitten, aminozuren, DNA enz.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Wat zijn ongunstige omstandigheden voor bacteriën? Noem er minstens 2!
Slide 7 - Question ouverte
Een bepaald soort bacteriën deelt zich ieder half uur. Je start met 1 bacterie in een petrischaaltje. Hoeveel zijn er na 3 uur? Geef alleen het hele getal.
Slide 8 - Question ouverte
Bacteriën
Vermeerderen zich
door ongeslachtelijke
voortplanting (mitose)
bij gunstige omstandigheden.
Alle bacteriën in een kolonie zijn genetisch identiek aan elkaar, ze zijn elkaars klonen.
BINAS 79A
Slide 9 - Diapositive
Bacteriën
Onder ongunstige
omstandigheden
vormen ze sporen.
In een spore staan de levensprocessen stil. De spore vormt weer een levende bacterie als de omstandigheden weer goed zijn.
BINAS 79A
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Voortplanting
Schimmels - Meestal ongeslachtelijk d.m.v. sporen
Schimmels groeien door 'draadvorming' -> lange draden van 1 cel dikte. Vormen een netwerk (Mycelium)
Verteren voedsel extracellulair (buiten de cel), en nemen voedingsstoffen op
Slide 12 - Diapositive
Een schimmel kan zich geslachtelijk en ongeslachtelijk voortplanten
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Schimmels
Vormen lange draden
van 1 cellaag dik.
Die schimmeldraden heten
mycelium. Schimmels kunnen zich ongeslachtelijk en geslachtelijk voortplanten.
Ééncellige schimmel = gistcel
Meercellige schimmel = vb. paddenstoel
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Slide 16 - Vidéo
Virussen
Slide 17 - Diapositive
Virussen
Erfelijk materiaal
(RNA of DNA) in een
eiwitmantel.
Ze vermeerderen met behulp van een gastheercel.
BINAS 77 A-B-C-D
Slide 18 - Diapositive
Waar bevindt zich het erfelijk materiaal bij bacteriën, schimmels en virussen?
A
Bij alledrie in de celkern
B
Bij alledrie in het cytoplasma
C
Bij bacteriën in het cytoplasma, bij schimmels in de celkern en bij virussen in de eiwitmantel
D
Bij bacteriën en schimmels in de celkern en bij virussen in de eiwitmantel
Slide 19 - Quiz
Levenskenmerken zijn: 1-beweging, 2-groei, 3-voortplanting, 4-stofwisseling en 5-reageren op prikkels. Welk of welke van deze levenskenmerken is of zijn NIET van toepassing op een virus.
A
alleen 1 en 2
B
alleen 3 en 4
C
alleen 4 en 5
D
1, 2, 4 en 5
Slide 20 - Quiz
Wat zou je kunnen doen om een voedselinfectie te voorkomen?