Taalgereedschap Brons - les 3 - mv

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Taalgereedschap brons

spelling/grammatica

meewerkend voorwerp

Lezen

Planner

Maandag 18 september  - inprentwoorden kolom c en d

                                                    - Learnbeat 1.3 A + B

Oefendictee

Antwoorden

1. onmiddellijk

2. sperzieboon

3. achttien

4. portemonnee

5. interessant

6. liniaal

7. Hij zei: "Jij bent lief."

8. excuses

9. gezamenlijk

10. nauwelijks

Grammatica zinsdelen

Dit is handig om te kunnen, omdat:

- je taalvaardiger wordt;

- je beter zinnen kunt formuleren en daardoor betere teksten kunt schrijven;

- je beter in een vreemde taal zinnen kunt schrijven;

- het onder algemene basiskennis valt.

Volgens de coach zouden sommige voetballers beter kunnen gaan turnen.
werkwoordelijk gezegde =

1. Volgens de coach
2. zouden gaan
3. zouden kunnen gaan turnen
4. sommige voetballers

Volgens de coach zouden sommige voetballers beter kunnen gaan turnen.
onderwerp =

1. Volgens de coach
2. zouden gaan
3. zouden kunnen gaan turnen
4. sommige voetballers

Meewerkend voorwerp

Stel de vraag:

Aan wie / voor wie + gezegde + ow + lv

Mijn oma - geeft - een bos bloemen - aan mama.

Aan wie geeft mijn oma een bos bloemen? --> aan mama

mv = aan mama

Ik zal jou binnenkort mijn leesboek geven.
mv =

1. Ik
2. zal geven
3. jou
4. mijn leesboek

Bedenk een zin met een meewerkend voorwerp.

Bijwoordelijke bepaling (bwb)

Heb je t/m mv ontleed? De zinsdelen die dan nog overblijven noemen we de bijwoordelijke bepaling.

waar? (plaatsbepaling)

wanneer? (tijdsbepaling)

Hoe?

Waarom?

Waarmee?

Piet stond gisteren op het schoolplein te dansen.

Pv = stond

wg = stond te dansen

Ond = Piet

Lv = -

Mv = -

Bwb = gisteren, op het schoolplein

Leg aan jouw schoudermaatje uit hoe ik deze zin heb ontleed.

Mijn vriend zit 's avonds spelletjes op de Playstation te spelen.
bwb =

1. Mijn vriend
2. zit te spelen
3. 's avonds
4. op de Playstation

Over een paar dagen hebben we voorjaarsvakantie.
bwb =