GWP 2.3 en 2.4 - Jodendom/christendom/Romeinen-Germanen

Grieken en Romeinen
De ontwikkeling van het jodendom en het chreistendom als de eerste monotheïstische godsdiensten

De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse en de Germaanse cultuur
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Grieken en Romeinen
De ontwikkeling van het jodendom en het chreistendom als de eerste monotheïstische godsdiensten

De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse en de Germaanse cultuur

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat heb je ter voorbereiding op deze les gedaan?
timer
0:30

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Leg in je eigen woorden uit wat 'klassiek' betekent.
timer
0:45

Slide 5 - Question ouverte

Thucydides wordt de 'vader van de wetenschappelijnke geschiedschrijving' genoemd.
Leg met een bronelement uit dat zijn manier van onderzoek doen past bij het wetenschappelijk denk van de Grieken.
timer
3:00

Slide 6 - Question ouverte

A. Noem de twee staatsvormen waarnaar wordt verwezen in de bron.
B. Leg uit of het standpunt van de 'Pers' aansloot bij de opvatting van Plato.
timer
3:00

Slide 7 - Question ouverte

Wat is de naam van dit tijdvak? Vul aan: de tijd van ...
timer
0:30

Slide 8 - Question ouverte

Het tijdvak duurt van ... v. Chr. tot ... n. Chr. (vul alleen de jaartallen in met een spatie ertussen)
timer
0:30

Slide 9 - Question ouverte

De naam van de periode die bij dit tijdvak hoort is: De ...
timer
0:30

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Koppen de beschrijving aan het juiste begrip.
Bijbel
prediker
Bekeren
synachoge
waarde
Iemand een andere godsdienst aan laten nemen
heilige boek van de christenen
persoon die een geloof bekendmaakt
wat mensen belangrijk vinden
joods gebedshuis

Slide 15 - Question de remorquage

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

E. Volgelingen van Jezus Christus stichten het Christendom.
D. Keizer Constantijn geeft de Christenen godsdienstvrijheid.
C. Het Christendom verspreidt zich tot in Rome.
B. Het Christendom wordt Romeins staatsgodsdienst; andere geloven werden verboden.
A. De Romeinen verbieden het Christendom

Slide 19 - Question de remorquage

Geef een reden waarom Constantijn het christendom toestond als godsdienst. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. Begin je antwoord met het herhalen van een deel van de vraag.
timer
1:30

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Rusland
Kelten
Germanen
Iberië
Etrusken
Fenicië
Balkan
Klein-Azië
Griekenland
Egypte
Mesopotamië

Slide 24 - Question de remorquage

Romeinen en Germanen
Relatie ambivalent (tweezijdig)
-> Romeinen hadden ontzag voor de harde / woeste Germanen
-> Romeinen minachtte de Germanen, omdat ze onderontwikkeld waren

-> Soms vechten (bijv. slag bij Teutoburgerwoud, 9 n. Chr.)
-> Soms in vrede naast elkaar; leidt tot romanisering

Slide 25 - Diapositive

Welke uitspraak is onjuist?
A
Bij de Germanen vormden krijsgheren en hun families elites, die voortdurend strijd voerden met elkaar.
B
Germaanse volken als de Teutonen, Alemannen en Goten leefden in landbouwstedelijke samenlevingen
C
Romeinen noemde de volken ten oosten van de Rijn Germanen en de volken ten westen van de Rijn Kelten.
D
Volgens Tacitus waren Germanen primitieve barbaren, waar de Romeinen geen voorbeeld aan konden nemen.

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Volksverhuizingen en val Romeinse rijk
Volksverhuizingen vanaf v.a. 4e eeuw n. Chr.

Splitsing Romeinse rijk in Oost en West (395)

Val West-Romeinse rijk 476, start Middeleeuwen

Slide 30 - Diapositive

Get West-Romeinse rijk ging veel eerder ten onder dan het Oost-Romeinse rijk. Ontleen een verklaring aan de kaart. Formuleer je antwoord als volgt: Op de kaart zie ik ..., dat heeft te maken met de snelle ondergang van het West-Romeinse rijk, want ...
timer
1:30

Slide 31 - Question ouverte

Op de afbeelding zie je het pantheon. Leg uit bij welk kenmerkend aspect deze afbeelding het beste past.
Op de afbeelding zie ik ..., dat past bij ..., want ...
timer
2:30

Slide 32 - Question ouverte

timer
2:00
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en politiek in de Griekse stadstaat.
De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa

Slide 33 - Question de remorquage

Volgende week gaan we aan de slag met par. 3.1 en 3.2. Wat ga jij doen om de LessonUp goed te kunnen maken (en jezelf dus goed voor te bereiden op de toets aan het einde van het jaar)?
timer
1:00

Slide 34 - Question ouverte