Taalles woordenschat blok 8

Taalles 

  • Pak een Chromebook 
  • Log in op Lesson up  
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Taalles 

  • Pak een Chromebook 
  • Log in op Lesson up  

Slide 1 - Diapositive

Quiz! 
Vragen over het thema Geluk!

Woorden die je al weet en woorden die je nog moet leren. 

KLAAR?!

Slide 2 - Diapositive

Wat betekent de talisman?
A
De rijkdom van een land of een persoon.
B
Goed bestand tegen zware druk en spanning.
C
Een voorwerp dat geluk brengt en je beschermt tegen ongeluk.
D
Vol energie, levenslustig

Slide 3 - Quiz

De wind mee hebben =
A
Problemen zien die er nog niet zijn
B
Geluk hebben
C
Oprecht, echt
D
De rijkdom van een land of een persoon

Slide 4 - Quiz


Welk begrip past bij de foto?
A
het fortuin
B
glunderen
C
succesvol
D
energiek

Slide 5 - Quiz

Wat is de betekenis van: beren op de weg zien
A
Nadenken over je problemen
B
Problemen zien die er WEL zijn
C
Piekeren, zorgen maken
D
Problemen zien die er nog NIET zijn

Slide 6 - Quiz

Wat is de betekenis van het begrip: doneren
A
geven, schenken
B
zonder jaloezie zien en toestaan dat iemand diets heeft dat jij niet hebt
C
heel erg gelukkig
D
aangenaam, fijn

Slide 7 - Quiz

Wat is de

rampspoed?
A
afhankelijk zijn van. Door iets of iemand bepaald worden
B
ervoor zorgen dat iets gebeurt
C
Iets wat je bewust of onbewust steeds wilt doen
D
de ellende, grote tegenslag

Slide 8 - Quiz

Wat is de betekenis van het begrip: patserig
A
heel erg gelukkig
B
glimmen, stralen van plezier of tevredenheid
C
een voorwerp dat geluk brengt en je beschermt tegen ongeluk
D
opschepperig over bezittingen

Slide 9 - Quiz

.
Welk begrip past het best bij de foto? 
A
afdwingen
B
tobben
C
patserig
D
stressbestendig

Slide 10 - Quiz

Maak de zin af.
Met stressbestendig bedoelen we..
A
Effect hebben op, resultaat opleveren.
B
Piekeren, je zorgen maken
C
Goed bestand tegen zware druk en spanning
D
Heel erg gelukkig

Slide 11 - Quiz

Sleep de juiste foto naar het juiste begrip toe 
De talisman

Doneren
Het fortuin

Het bijgeloof

Slide 12 - Question de remorquage

Wat is
bij toeval? 
A
Toevallig. Iets gebeurt zonder dat je het kon voorspellen.
B
Het zich goed, tevreden en gezond voelen.
C
De pech
D
Effect hebben op, resultaat opleveren.

Slide 13 - Quiz

Wat betekent
van nature? 
A
geven, schenken
B
opgewekt, vrolijk
C
aangeboren
D
erg blij

Slide 14 - Quiz

Wat is het tegengestelde van
de wind mee hebben? 
A
tegenslag
B
door toedoen van
C
beren op de weg zien
D
piekeren, je zorgen maken

Slide 15 - Quiz

Wat betekent
gunnen? 
A
oprecht, echt
B
zonder jaloezie zien en toestaan at iemand iets heeft dat jij niet hebt
C
heel erg gelukkig
D
een voorwerp dat geluk brengt en je beschermt tegen ongeluk

Slide 16 - Quiz

Wat betekent
het welbevinden? 
A
de rijkdom van een land of een persoon
B
veel geld
C
ervaren, meemaken
D
het zich goed, tevreden en gezond voelen

Slide 17 - Quiz


Dit meisje is.....  
A
monter
B
stressbestendig
C
met hart en ziel
D
tobben

Slide 18 - Quiz

Wat betekent
de buitenkans? 
A
erg blij
B
een meevaller, een onverwachte kans
C
effect hebben op, resultaat opleveren
D
iets wat je bewust of onbewust steeds wilt doen

Slide 19 - Quiz