Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
5.4 Budgetteren (B) (KGT)
5.4
Budgetteren (B) (KGT)
1 / 14
suivant
Slide 1:
Diapositive
Economie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
14 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
5.4
Budgetteren (B) (KGT)
Slide 1 - Diapositive
To do
- Leerdoelen Paragraaf 5.4
- Uitleg paragraaf 5.4
- Zelfstandig aan de slag
- opdrachten paragraaf 5.4
- rekentrainer paragraaf 5.4
- Huiswerk paragraaf 5.4
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Ik kan aangeven hoe je door budgetteren financiële problemen aan kunt pakken.
Ik kan aangeven hoe je door budgetteren financiële problemen kunt voorkomen.
Slide 3 - Diapositive
Budgetteren
Budget
= vast bedrag wat beschikbaar is voor deze uitgaven.
Het budget wordt
vastgesteld op
basis van je inkomen.
Slide 4 - Diapositive
Begroting & budgetteren
Begroting
Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode.
Budgetteren
Zorgen dat je uitgaven niet hoger worden dan je inkomsten
→ dus geen geld tekort komen
Slide 5 - Diapositive
Als je niet uitkomt met je geld..
- goedkoper inkopen
- minder inkopen
- aankoop uitstellen
- extra inkomsten zoeken
Slide 6 - Diapositive
Aan de slag!
Maak paragraaf 5.4 (werkboek)
Let op: schrijf berekeningen op!
Klaar?
Dan mag je de opdrachten nakijken.
Nagekeken?
Dan maak je nu de rekentrainer van paragraaf 5.4
Volgende les: Paragraaf 5.5
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Guido wil weten hoeveel hij per maand kan uitgeven.
Wat moet hij daarvoor doen?
A
kijken wat er op zijn bankrekening staat
B
uitrekenen hoeveel inkomsten hij per maand heeft
C
zijn geld tellen
Slide 9 - Quiz
Liam bewaakt zijn budgetten.
Wat betekent dat?
A
Hij geeft niet meer of minder uit dan zijn budgetten
B
Hij houdt zijn budgetten geheim
C
Hij vergelijkt zijn uitgaven met zijn budgetten
Slide 10 - Quiz
Evi spaart voor een pony. Het dier kost € 900. Ze wil dat bedrag in 12 maanden bij elkaar sparen.
Hoeveel moet ze per maand sparen?
Slide 11 - Question ouverte
Hakim wil over 2 jaar een nieuwe bank kopen. De bank kost €1350. Hoeveel moet Hakim per maand sparen?
Slide 12 - Question ouverte
Hakim besluit toch om de bank pas over 3 jaar te kopen. De bank kost nog steeds €1350. Hoeveel moet hij nu per maand sparen?
Slide 13 - Question ouverte
Een paar laarzen kost €69,95. In de uitverkoop zijn ze 20% afgeprijsd. Hoe hoog is de korting (in euro's) die je krijgt op de laarzen?
Slide 14 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
5.4 Budgetteren (B) (KGT)
Mars 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
Paragraaf 4 Budgetteren
Juillet 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Paragraaf 4 Budgetteren
Juillet 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
HS5: 2K + 2B
Mars 2022
- Leçon avec
43 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Paragraaf 4 Budgetteren
Juin 2022
- Leçon avec
11 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
leerjaar 3 hst 2 les 3
Octobre 2019
- Leçon avec
16 diapositives
Middelbare school
2.4 Leren budgetteren
Août 2018
- Leçon avec
45 diapositives
par
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
leerjaar 4 Economie hst 2. les 2 nieuw goed
Octobre 2018
- Leçon avec
12 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4