Herhaling toetsstof woordenschat H1, H2, H4, H5 en de PowerPoint
Spiekbriefje maken
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Welkom allemaal!
Vandaag:
Herhaling toetsstof woordenschat H1, H2, H4, H5 en de PowerPoint
Spiekbriefje maken
Slide 1 - Diapositive
H1 woordenschat (stijlfiguren)
1. Herhaling:
Plus geeft meer, veel meer - Nee, nee en nog eens ...
2. Tegenstelling:
Vierkant in de fles, rond op de tong - zwart-wit
3. Opsomming:
Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder
Slide 2 - Diapositive
H1 woordenschat (stijlfiguren)
Bijzondere opsommingen:
Drieslag:Bloed, zweet en tranen / Shoot it. Save it. Share it.
Climax:Je hebt goed, je hebt beter, je hebt het beste! (reclame)
Omgekeerde climax:Vorige week zag ik een fantastische film, nou ja, hij was mooi, ach, best wel goed eigenlijk.
Slide 3 - Diapositive
Hij heeft een grote mond, maar een klein hartje.
A
Opsomming (climax)
B
Tegenstelling
C
Herhaling
D
Opsomming (drieslag)
Slide 4 - Quiz
"Heerlijk, Helder, Heineken!"
A
(Opsomming) Climax
B
Opsomming in drieën
C
Drieslag
D
Opsomming (anticlimax)
Slide 5 - Quiz
De docent werd eerst boos, toen kwaad en daarna woedend op de klas.
A
Herhaling
B
Tegenstelling
C
Opsomming (climax)
D
Opsomming (omgekeerde climax)
Slide 6 - Quiz
H2 woordenschat (stijlfiguren)
hyperbool
understatement
eufemisme
Litotes (niet in boek!)
Slide 7 - Diapositive
Wat bedoelen ze? Als je een 1 krijgt voor je toets, zul je wel wat foutjes hebben gemaakt.
Slide 8 - Question ouverte
Waarin zit de stijlfiguur? Tijdens de eerste week van het schooljaar werden we doodgegooid met informatie over de profielkeuze.
A
Tijdens de eerste week
B
Van het schooljaar
C
Doodgegooid
D
over de profielkeuze
Slide 9 - Quiz
H2: hyperbool, understatement en eufemisme
Als je overdrijft, gebruik je een hyperbool.
Als je iets afzwakt, gebruik je een understatement.
Als je een eufemisme gebruikt, zeg je iets zo dat het als minder erg of hard overkomt.
Hyperbool
Je zegt: We hebben ons kapot gelachen; je bedoelt: We hebben enorm gelachen.
Understatement
Je zegt dat iets minder mooi, groot, belangrijk enz. is dan in werkelijkheid. Je zegt: Lieke Martens kan wel een aardig balletje trappen; je bedoelt: Zij is een geweldige voetbalster.
Eufemisme
Dat doe je dan om een pijnlijke situatie te verzachten en om te voorkomen dat je iemand kwetst. Je zegt: Hij gaat creatief om met de waarheid; je bedoelt: Hij liegt. Of: zijn konijn is niet meer. Je bedoelt: Hij is dood.
Slide 10 - Diapositive
Het woord eufemisme is afgeleid van het Oudgriekse werkwoord εὐφημεῖν. Dat betekent letterlijk met goede woorden spreken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Tijdens de excursie moest de bus stoppen, omdat Bart een sanitaire stop moest maken.
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Litotes
D
Eufemisme
Slide 12 - Quiz
Dit is allemaal zo saai. Ik verveel me dood.
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Litotes
D
Eufemisme
Slide 13 - Quiz
Hij dealt al jaren in drugs en heeft daar wel wat centjes mee verdiend.
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Eufemisme
D
Tegenstelling
Slide 14 - Quiz
We namen vorige week afscheid van een familielid. Hij is naar zijn laatste rustplaats gegaan.
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Litotes
D
Eufemisme
Slide 15 - Quiz
'We are not amused' (de Britse koningin Victoria als zij iets sterk afkeurde)
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Eufemisme
D
Litotes
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Vidéo
Wat is wat?
Pleonasme herhaalt een eigenschap die al in een woord verwerkt zit (twee verschillende woordsoorten).
Tautologie zegt twee keer hetzelfde (synoniemen).
Slide 18 - Diapositive
Pleonasme / tautologie
Slide 19 - Diapositive
pleonasme of tautologie?
Je moet je verplicht inschrijven voor de cursus.
De politie vroeg of ik exact wilde vertellen hoe alles precies was gegaan.
Slide 20 - Diapositive
'Rood bloed' is een:
A
tautologie
B
pleonasme
Slide 21 - Quiz
Tekst
We hebben ons te barsten gelachen.
Ik heb hem opgetelefoneerd.
Hij heeft zijn werk nauwkeurig en exact gemaakt.
De gele maan schijnt aan de hemel.
Contaminatie
Tautologie
Hyperbool
Pleonasme
Slide 22 - Question de remorquage
De mondelinge bespreking
A
Pleonasme
B
Tautologie
Slide 23 - Quiz
Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.
A
tautologie
B
pleonasme
Slide 24 - Quiz
Die spullen worden gewoon gratis weggegeven.
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 25 - Quiz
Wis en waarachtig is een
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 26 - Quiz
En nu?
Maak een spiekbriefje met behulp van de theorie uit Woordenschat H1, 2, 4 en 5 én de PPT. De invulbriefjes krijgen jullie van mij.
De briefjes leveren jullie na de les, voorzien van naam, bij mij in.