Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
H/V2d - vrijdag 26 november
Lezen!
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat gaan we vandaag doen?
1.9 Spelling
herhaling werkwoordspelling
leestekens
Slide 3 - Diapositive
Leestekens, p.74
punt: aan einde van een zin
komma:
1. opsomming (Ik houd van hardlopen, koken, lezen en kamperen.) 2. tussen 2 persoonsvormen (Als je dit zegt, word ik blij.) 3. tussen 2 bijvoeglijke naamwoorden (De nieuwe, rode auto)
uitroepteken: na een uitroep of bevel
vraagteken: aan het eind van een vraagzin
Slide 4 - Diapositive
Dubbele punt, p.75
Dubbele punt bij:
opsomming
uitleg/voorbeeld
gedachte
citaat
Slide 5 - Diapositive
Aanhalingstekens, p.75
Aanhalingstekens:
1. Als je iemand citeert (letterlijk opschrijven wat iemand heeft gezegd).
Hij zei: 'Asjemenou!'
2. Als je een stukje van iemand of uit een tekst letterlijk overneemt.
Hij zei dat omdat hij 'er niet zo heel veel van begreep'.
3. Als je een woord speciale aandacht wilt geven.
Ik vond dat nogal 'bijzonder'.
Slide 6 - Diapositive
Aanhalingstekens
Let op de de plaatsing van leestekens wanneer je iemand citeert:
De docent zei: ‘Binnenkort hebben jullie een toets over leestekens.’
‘Als je goed oplet,’ zo vervolgde zij haar verhaal, ‘dan is het helemaal niet zo moeilijk.’
‘Echt niet?’ vroeg een alerte leerling.
‘Echt supermakkelijk!’ juichte de docent, ‘ik weet zeker dat jullie allemaal een voldoende halen.’
Slide 7 - Diapositive
Welke zin is GOED geschreven?
A
'Wat doe je nou,' vroeg mijn moeder.
B
'Wat doe je nou?,' vroeg mijn moeder.
C
'Wat doe je nou?' vroeg mijn moeder.
D
'Wat doe je nou,' vroeg mijn moeder?
Slide 8 - Quiz
Welke zin is GOED geschreven?
A
Dat meen je niet?
B
Dat meen je niet!
C
Dat meen je niet?!
D
Dat meen je niet!?
Slide 9 - Quiz
Welke leestekens ontbreken?
Toen ik een lot kocht dacht ik wat zou ik doen met een miljoen
A
komma - vraagteken - uitroepteken
B
dubbele punt - vraagteken - uitroepteken
C
komma - dubbele punt - uitroepteken
D
komma - dubbele punt - vraagteken
Slide 10 - Quiz
Werkwoordspelling
Afhankelijk van je behoefte, bekijk dan een van de volgende filmpjes: