A3 Chemisch rekenen deel 4 en 5

Voor de reactie op het bord met massaverhouding 5:4, bereken hoeveel zuurstof je nodig hebt voor 3 gr calcium.
1 / 20
suivant
Slide 1: Question ouverte
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Voor de reactie op het bord met massaverhouding 5:4, bereken hoeveel zuurstof je nodig hebt voor 3 gr calcium.

Slide 1 - Question ouverte

Overmaat (deel 3) 
Er is van 1 stof meer aanwezig dan je nodig hebt. 

Voorbeeld:
Reactie van calcium met zuurstof. 
Voor 5 gram calcium heb je 2,4 gram zuurstof nodig. 
Stel er is 3 gram zuurstof aanwezig. 
Dan is zuurstof met 3-2,4 = 0,6 gram in overmaat aanwezig. 

Slide 2 - Diapositive

Gegeven: reactie tussen stikstof en waterstof (bord). 5 g waterstof en 40 g stikstof.
Welke stof is in overmaat en hoeveel gram is de overmaat?

Slide 3 - Question ouverte

Chemisch rekenen 

Slide 4 - Diapositive

Planning 

  • Chemisch rekenen deel 4 en 5 uitleg


  • Som maken in Lessonup

  • Sommen hand-out: 10 t/m 17





Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Je weet wat de atoommassa is.
  2. Je kunt de molecuulmassa berekenen.
  3. Je kunt het aantal moleculen omrekenen in mol. 
  4. Je kunt van mol in massa omrekenen en andersom. 


Slide 6 - Diapositive

Chemisch rekenen deel 4
Stoffen hebben massa's, stoffen bestaan uit moleculen, moleculen bestaan uit atomen, dus atomen hebben massa's.
De massa van een waterstofatoom is 1,68x10-27 kg! 

Niet zo handig he? 
Daarom is de atomaire massa-eenheid bedacht. 
1 u = 1,67x10-27 kg

Slide 7 - Diapositive

Atoommassa's en molecuulmassa's 
Atoommassa van ieder atoom aflezen 
  • Periodiek systeem op blz. 272

Molecuulmassa berekenen
  • Atoommassa's van alle atomen in 1 molecuul bij elkaar optellen


Slide 8 - Diapositive

Wat is de atoommassa van zilver?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de molecuulmassa van
KNO3

Slide 10 - Question ouverte

Van moleculen naar mol
Kijk mee op blz. 8

Aantal mol = aantal moleculen/getal van Avogadro
Aantal moleculen = aantal mol x getal van Avogadro
N = n x Na

Slide 11 - Diapositive

Hoeveel moleculen zitten er in 5 mol zilver?

Slide 12 - Question ouverte

Hoeveel mol zijn
moleculen
4,31025

Slide 13 - Question ouverte

Gekke Avogadro?
1 molecuul water weegt 16,00+2x1,008 = 18,016 u
1 u = 1,67x10-24 g
1 molecuul weegt 18,016 x _______________ = 
1 mol bevat 
1 mol weegt 
1,671024
3,001023g
6,021023moleculen
6,0210233,001023=18,016g

Slide 14 - Diapositive

Van mol naar massa
Kijk mee op blz. 9

massa = aantal mol x molecuulmassa 
m = n x Mm

aantal mol = massa / molecuulmassa 
n = m / Mm

Slide 15 - Diapositive

Hoeveel gram is 5 mol fosfor?

Slide 16 - Question ouverte

Hoeveel mol is 5 gram ammoniak?

Slide 17 - Question ouverte

Planning
  • Chemisch rekenen deel 4 en 5 uitleg

  • Som maken in Lessonup
  • Sommen hand-out: 10 t/m 17

Slide 18 - Diapositive

Afsluiting
  1. Je weet wat de atoommassa is.
  2. Je kunt de molecuulmassa berekenen.
  3. Je kunt het aantal moleculen omrekenen in mol. 
  4. Je kunt van mol in massa omrekenen en andersom. 

Slide 19 - Diapositive

Huiswerk
sommen die nog niet af zijn t/m 17 van de hand-out. 

Slide 20 - Diapositive