Les 3 'leiding geven'

• Facilitair Leidinggevende
• MBO
• Studiejaar 3

Welkom

- 'Leidinggeven lunch'

- Komende 4 periodes

- Periode 1&2 > theorie en voorbereiding

- Periode 3&4 > Examen doen

Les 2

Wat gaan we doen?

Periode 1&2  theorie en oefenen

Periode 3&4 examen afleggen, een week lang in de keuken

Examen:

Begeleidt en stuurt medewerkers aan

(P2- K2- W1, W2 en W3)

H2 De organisatie van het bedrijf

Horizontale arbeidsverdeling 

Indeling op basis van gelijksoortigheid van arbeid >

• F-(unctionele indeling)

Indeling op basis van ongelijksoortigheid van arbeid>

• Markt (M- indeling)
• Product (P-indeling)
• Geografie (G- indeling)

H2 De organisatie van het bedrijf

2.7 Organogram

Lijnorganisatie:

H2 De organisatie van het bedrijf

2.7 Organogram

Ieder bedrijf heeft z'n eigen structuur, er ontstaat een organisatievorm.

Voorbeelden zijn de lijnorganisatie en de lijnstaforganisatie.

Het organogram is een schematische voorstelling van de verticale arbeidsverdeling tussen personen en/of afdelingen en de vormen van horizontale arbeidsverdeling op de verschillende niveaus van de organisatie.

H2 De organisatie van het bedrijf

2.7 Organogram

Lijn-staf organisatie:

H2 De organisatie van het bedrijf

2.7 Organogram

Lijn-staf organisatie met functionele relatie:

H2 De organisatie van het bedrijf

2.9 

Omspanningsvermogen:

Het aantal directe ondergeschikten waaraan een manager op een effectieve manier leiding kan geven.

Spanwijdte:

Het aantal directe medewerkers waaraan een manager leiding moet geven

H2 De organisatie van het bedrijf

Maatregelen om evenwicht te houden;

• Delegeren (overdragen van taken)
• Centraliseren (overnemen van taken)
• Inschakelen van een staffunctie (zoeken naar ondersteuning)
• Inschakelen persoonlijk staf
• Inschakelen subleider

Ander boek! 

FDL 2B 

>>> Hoofdstuk 2, leiderschapstijlen

H2 (FDL 2B) Leiderschapsstijlen

2.1. Inleiding

In dit hoofdstuk bespreken we:

• Moderne ideeën over leiderschap
  
• Leiderschap volgens Lewin, Lippitt en White
  
• Leiderschap volgens MC Gregor
  
• Leiderschap volgens Hersey en Blanchard
  
• Leiderschap volgens Blake en Mouthon
  
• Leiderschap volgens Reddin
  

H2 FDL 2B Leiderschapsstijlen

2.2. Doelstelling:

Aan het einde van dit hoofdstuk weet je meer over:

Leiderschapsstijlen

Schrijf op: Wat is leiderschap
Volgens jou?

Wie is volgens jouw een goede leider.
Tik zijn naam in en bedenk waarom?

Een aantal of iedereen laten uitleggen waarom zij die persoon hebben gekozen. Welke leiderschapskwaliteiten hebben deze personen. 

H2  Leiderschapsstijlen

2.3. Moderne ideeën over leiderschap

Leiderschapsstijlen:

• Transactionele leiders
  
• Transformationele leiders
  
• Charismatisch leider
  
• Visionair leiderschap
  
• Teamleiderschap
  

H2  Leiderschapsstijlen

2.4. Leiderschap volgens Lewin, Lippitt en White

Manier van leidinggeven wordt bepaald door de mate van beslissingsruimte die de manager geeft.

Basisstijlen zijn:

• Autoritair leiderschap > leider die het voor het zeggen wil hebben
• Democratisch leiderschap > leider die de mening van meerderheid volgt
• Participerend leiderschap > leider luistert naar zijn teamleden
• Laissez faire leiderschap > leider neemt geen leiding (verantwoordelijkheden)

H2 FDL 2B Leiderschapsstijlen

Maken 2.01 t/m 2.05

H2  Leiderschapsstijlen

2.5. Leiderschap volgens MC Gregor

Manier van leidinggeven wordt beïnvloed door het beeld dat een leidinggevende heeft van teamleden.

Daarbij ziet hij twee uitersten:

X-theorie = negatief mensbeeld

Y-theorie = positief mensbeeld

0

Wat voor leider ben jij?

https://www.intermediair.nl/testen-tools/leiderschapstest2?utm_referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.nl%2F

H2  Leiderschapsstijlen

2.5. 

Vragen 2.06 en 2.07

H2  Leiderschapsstijlen

2.6. Leiderschap volgens Hersey en Blanchard

Situationeel leiderschapsmodel beschrijft dat een leidinggevende zijn stijl van leidinggeven het best aan kan passen aan de situatie.

4 fases taakbereidheid volgens de situationele leiderschapstheorie:

1. TB1: niet in staat en gemotiveerd om verantwoordelijkheid te aanvaarden
   
2. TB2: niet in staat, maar gemotiveerd om taken uit te voeren.
   
3. TB3: wel in staat, maar niet bereid om te doen wat de leider wil
   
4. TB4: in staat en bereid om te doen wat van hen wordt gevraagd
   

H2  Leiderschapstijlen

S1 > Instrueren

S2 > Overtuigen

S3 > Ondersteunen

S4 > Delegeren

H2  Leiderschapstijlen

Maken 2.08 t/m 2.11

H2  Leiderschapsstijlen

2.7. Leiderschap volgens Blake en Mouthon

Innerlijke gesteldheid van de leidinggevende is een belangrijke factor in de keuze van de leiderschapsstijl.

2 factoren zijn van belang bij het bepalen van de leiderschapsstijl:

• Taakgerichtheid > belang van de organisatie
• Relatiegerichtheid > belang van de medewerker

H2  Leiderschapsstijlen

2.7. Leiderschap volgens Blake en Mouthon

5 leiderschapsstijlen:

• Laissez-faire management
• Autoritair management
• Middle of the road management
• Country club management
• Team management

H2  Leiderschapsstijlen

2.8. Leiderschap volgens Reddin

Leidinggeven vindt plaats onder bepaalde omstandigheden en in bepaalde situaties.

Eens met Blake en Mouthon, maar 3e dimensie ontbrak, namelijk effectiviteit.

met andere woorden >> KIJK NAAR DE SITUATIE

Wat is géén leiderschapstijl?

1. laissez- faire
2. consultatief
3. autoritair
4. sociaal gericht

Waar staat de x voor bij de leiderschapsstijlen van Mc Gregor?

1. geen motivatie
2. wel gemotiveerd
3. veel kennis
4. sociaal vaardig

'Zoek het zelf maar uit"
Dit is een kenmerk van welke leiderschapsstijl?

1. democratisch
2. laissez fair
3. autoritair
4. consultatief

Leiders of managers?

Uit onderzoek blijkt dat...

Een geslaagde bedrijfsvoering voor 70-90% tot stand komt door leiderschap en slechts voor 10-30% door management!

H2  Leiderschapsstijlen

Maken 2.13 t/m 2.19

HUISWERK:

2.01 t/m 2.19