Hoofdstuk 6 Bakkerij - Soorten brood

Hoofdstuk 6 Bakkerij - Soorten brood
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
Consumptieve techniekMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 6 Bakkerij - Soorten brood

Slide 1 - Diapositive

Welke soorten brood kennen we al?

Slide 2 - Carte mentale

Tekst
krokant brood
kleinbrood
grootbrood

Slide 3 - Question de remorquage

Wanneer wordt brood een grootbrood genoemd?
A
bij 50 gram en hoger
B
bij 100 gram en hoger
C
bij 500 gram en hoger
D
bij 800 gram en hoger

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Vidéo

van welk deel van de graankorrel wordt witbrood gemaakt?

Slide 6 - Question ouverte

van welke meel en/of bloem wordt bruinbrood gemaakt?

Slide 7 - Question ouverte

van welke bloem of meel wordt volkorenbrood gemaakt?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

welke HULPgrondstof zorgt voor een langere malsheid van een broodproduct?
A
enzymen
B
suikers
C
vet
D
water

Slide 11 - Quiz

welke gebakken broodsoorten zijn geschikt om in te vriezen?

Slide 12 - Question ouverte

welk verpakkingsmateriaal is het beste om brood in te bewaren? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
plastic zak
B
papieren zak
C
linnen zak
D
geperforeerde plastic zak

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

wat zijn de kenmerken voor een zacht broodje?
fijne structuur-malse kruim-zachte korst
grove structuur-harde kruim- harde korst

Slide 17 - Sondage

wat is het verschil in bereidingstechniek waardoor het ene broodje wel glanst en het andere niet?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Hoe krijgt krokant stokbrood een mooie glans?
A
door te strijken met ei VOOR het bakken
B
door te stomen
C
door te strijken met ei NA het bakken
D
door te strijken met ei NA het bakken

Slide 21 - Quiz

Wanneer gaat de ovenschuif open bij het bakken van krokant stokbrood?
zodra het brood gaat glimmen
zodra het brood gaat kleuren
zodra het brood gaar is

Slide 22 - Sondage

Waar kan krokant brood niet goed tegen?
A
warmte
B
droogte
C
vocht

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

1000 gram bloem 100%
........... gram gist 6%
........... gram zout 1,5%


A
30 gram gist 8 gram zout
B
60 gram gist 15 gram zout
C
90 gram gist 27 gram zout
D
120 gram gist 30 gram zout

Slide 25 - Quiz

1000 gram bloem 100% = 30 broodjes
........... gram gist 6%
........... gram zout 1,5%
Hoeveel gist en zout heb je nodig voor 150 broodjes?
A
150 gram gist 40 gram zout
B
100 gram gist 30 gram zout
C
300 gram gist 75 gram zout
D
600 gram gist 150 gram zout

Slide 26 - Quiz

Receptuur omrekenen van % naar grammen
1000 gram bloem   =   100%
1000 gram : 100% = 10 gram
10 gram = 1%
6% gist x 10 gram = 60 gram
1,5% zout x 10 gram = 15 gram

Slide 27 - Diapositive

Receptuur omrekenen van % naar grammen( van 30 broodjes naar 150 broodjes)

1000 gram bloem = 100% = 30 broodjes x 5 = 150 broodjes
1000gram : 100% = 10 gram
6% gist x 10gram = 60 gram x 5 = 300 gram
1,5% zout x 10 gram = 15gram x 5 = 75 gram

Slide 28 - Diapositive

In een recept staat dat je 3 kilo meel/bloem in de verhouding 70/30 moet afwegen.

Hoeveel meel en hoeveel bloem weeg je af?
A
1500 gram meel 1500 gram bloem
B
2100 gram meel 900 gram bloem
C
1000 gram meel 2000 gram bloem
D
2000 gram meel 1000 gram bloem

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive

Als de bakker je vraagt een brooddeeg te maken, waar moet je dan rekening mee houden?

Slide 31 - Carte mentale

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Noteer 5 punten waaraan een goede werkplanning in de bakkerij moet voldoen

Slide 34 - Question ouverte

Hoe vond je deze manier van les krijgen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Sondage