Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
4.3 + 4.4
1 / 42
suivant
Slide 1:
Diapositive
Biologie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Cette leçon contient
42 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Planning periode 3
1.3 + 1.4
Slide 2 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Bespreken belangrijkste punten 4.3 en 4.4
Zelf aan de slag
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Lees blz 32
Luister de uitleg
Slide 5 - Diapositive
Lees blz 34
Uitleg
Slide 6 - Diapositive
Lees blz 37
Uitleg
Slide 7 - Diapositive
Boek blz 39 - 53
Slide 8 - Diapositive
Lees blz 40
Luister de uitleg
Slide 9 - Diapositive
leer blz 42 - 43
Uitleg
Slide 10 - Diapositive
Phineas Gage 1823 - 1861
2
Waarom is het zo gevaarlijk om een verwonding aan je hoofd te hebben?
1
Kan iemand dit overleven?
3
Deze persoon had na zijn ongeluk een andere persoonlijkheid, hoe kan dat?
timer
3:00
Slide 11 - Diapositive
Lees blz 48
timer
3:00
kennen!
niet kennen!
Slide 12 - Diapositive
Drugs
Medicijnen
Alcohol
Lees blz 51
Slide 13 - Diapositive
Wat ga je doen?
Oefen de onderdelen van de huid
Maak het stencil over de zenuwen
Klaar? Maak deze lessonUp
Slide 14 - Diapositive
biologiepagina.nl
Slide 15 - Lien
Sleep de volgende begrippen naar de juiste plek:
geurstoffen
neusholte
tong
reukzintuig
hersenen
Slide 16 - Question de remorquage
Welke stelling(en) is/zijn waar?
1) Suiker proef je maar met 1 soort smaakzintuig.
2) Je kunt maar 5 soorten smaken proeven.
A
Alleen stelling 1 is waar.
B
Alleen stelling 2 is waar.
C
Beide stellingen zijn waar.
D
Beide stellingen zijn niet waar.
Slide 17 - Quiz
Welke stelling(en) is/zijn waar?
1) De smaakzintuigen liggen bovenop de huid van de tong.
2) Umami betekent hartig.
A
Alleen stelling 1 is waar.
B
Alleen stelling 2 is waar.
C
Beide stellingen zijn waar.
D
Beide stellingen zijn niet waar.
Slide 18 - Quiz
Waar wordt je smaak bepaald?
A
In je mond door smaakzintuigen.
B
In je neus door reukzintuigen.
C
In je mond en in je neus door smaak- en reukzintuigen.
D
In je hersenen.
Slide 19 - Quiz
Hiernaast zie je een klein stukje van een tong. Waarop de tong zitten de smaakzintuigen?
A
Bij nummer 1.
B
Bij nummer 2.
C
Bij nummer 1 en 2.
D
Bij geen van beide nummers.
Slide 20 - Quiz
Welk nummer geeft aan waar de reukzintuigen liggen? En bij welk nummer liggen de smaakzintuigen?
A
reukzintuig=2 smaakzintuig=3
B
reukzintuig=4 smaakzintuig=5
C
reukzintuig=2 smaakzintuig=5
D
reukzintuig=4 smaakzintuig=3
Slide 21 - Quiz
In welke laag van de huid liggen de zintuigen van de huid?
A
Alleen in de opperhuid.
B
Alleen in de lederhuid.
C
In de opperhuid en in de lederhuid.
D
Alleen in het onderhuids bindweefsel.
Slide 22 - Quiz
Welk(e) huidzintuig(en) is/zijn actief wanneer:
1. je onder de douche staat?
2. je per ongeluk in je vinger snijdt?
3. je met blote handen een sneeuwbal maakt?
Tastzintuig
Warmtezintuig
Pijnzintuig
Koudezintuig
Slide 23 - Question de remorquage
Welk deel/welke delen van je lichaam regelt/regelen dat je lichaamstemperatuur constant blijft?
A
Je warmte- en koudezintuigen
B
Je bloedvaten
C
Je hersenen
D
Je huid
Slide 24 - Quiz
Welk plaatje van de huid geeft aan of je het koud hebt?
A
Plaatje A
B
Plaatje B
Slide 25 - Quiz
Uit welke delen bestaat je zenwustelsel?
A
zenuwen, ruggenmerg, hersenen, zintuigen
B
zenuwen, ruggenmerg, hersenen
C
zenuwen, ruggenmerg, centraal zenuwstelsel
D
zenuwen, ruggemerg, zintuigen
Slide 26 - Quiz
Het zenuwstelsel bestaat uit een centraal deel en zenuwen. De zenuwen geleiden impulsen. Waar komen deze impulsen vandaan?
Lees blz 119, bekijk bron 2
Slide 27 - Question ouverte
Het zenuwstelsel bestaat uit een centraal deel en zenuwen.
Beschrijf per onderdeel de functie.
lees blz 119, bekijk bron 2
Slide 28 - Question ouverte
Er zijn 3 type zenuwcellen. Ze verschillen van elkaar op 3 punten. Welke 3 punten zijn dit?
Lees blz 120/121, bekijk de bronnen
Slide 29 - Question ouverte
Leg uit wat het verschil is tussen zenuwen en zenuwcellen.
Lees blz 120/121, bekijk de bronnen
Slide 30 - Question ouverte
Je doet je vinger onder de kraan om te voelen of hij warm is. De kraan is te heet, je trekt je vinger snel terug. In welke volgorde gaat de prikkel?
->
->
->
->
->
ruggenmerg
hersenen
zenuwen
waarnemen
reageren
spieren
Slide 31 - Question de remorquage
Impulsen verplaatsen zich via de
Prikkels worden omgezet in impulsen door de
Bewustwording van de waarneming vindt plaats in je:
Het deel van je zenuwstelsel dat door je wervelkolom loopt is je
ruggenmerg
zintuigen
hersenen
zenuwen
Slide 32 - Question de remorquage
Welke typen zenuwcellen zie je in de afbeelding hieronder?
bewegingszenuwcel
gevoelszenuwcel
schakelzenuwcel
Slide 33 - Question de remorquage
Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
schakelzenuwcel
cellichaam
gemengde zenuw
bewegingszenuw
Slide 34 - Question de remorquage
hersenschors
hersenstam
kleine hersenen
Slide 35 - Question de remorquage
Wat is waar?
1. De buitenkant van de grote hersenen noemen we de hersenschors.
2. Onbewuste levensprocessen worden gestuurd vanuit de kleine hersenen.
A
Alleen bewering 1 is juist.
B
Alleen bewering 2 is juist.
C
Beide beweringen zijn juist.
D
Beide beweringen zijn onjuist.
Slide 36 - Quiz
Wat is waar?
1. Je lange termijngeheugen wordt vastgelegd in de kleine hersenen.
2. Je reflexen worden geregeld door de hersenstam.
A
Alleen bewering 1 is juist.
B
Alleen bewering 2 is juist.
C
Beide beweringen zijn juist.
D
Beide beweringen zijn onjuist.
Slide 37 - Quiz
In welk deel van je hersenen vind bewustwording plaats?
Slide 38 - Question ouverte
Welk deel is verantwoordelijk voor het bewaren van onder andere je evenwicht?
Slide 39 - Question ouverte
In welk deel van de hersenen wordt onder andere geregeld dat je hart altijd klopt.
Slide 40 - Question ouverte
Als je teveel alcohol drinkt wordt je aangeschoten of dronken. Je hersenen werken daardoor minder goed.
Leg uit
waarom iemand die dronken is sneller valt en vaak slecht verstaanbaar is.
Slide 41 - Question ouverte
Alcohol en drugs beïnvloeden je hersenen. Leg uit dat als je iets wilt leren het niet handig is om deze middelen te gebruiken.
Het antwoord vind je op blz 52
Slide 42 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
D1BTh5 B1 Reageren op je omgeving - lln
Avril 2019
- Leçon avec
18 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1
Oefening 1 bij Hfst 4, par 4.3 en 4.4
Juin 2020
- Leçon avec
33 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3.4 Ruiken en Proeven + Quiz
Mai 2023
- Leçon avec
38 diapositives
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
3.1 Zintuigen en prikkels dl1
Mai 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Herhaling 4.3 + 4.4
Mai 2024
- Leçon avec
34 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Th6 B4 Het zenuwstelsel oefenvragen
Juillet 2021
- Leçon avec
29 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1
5H Herh. 14.3 en 14.4 Zenuwstelsel dl1
Novembre 2023
- Leçon avec
41 diapositives
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Regeling 3B
Mars 2022
- Leçon avec
29 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3