Cardiogene & hypovolemische shock

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Diapositive

Wat voor soort shock is dit ?
A
Cardiogene shock
B
Distributieve shock
C
Hypovolemische shock
D
Obstructieve Shock

Slide 4 - Quiz

Wat voor soort shock is dit ?
A
Cardiogene shock
B
Distributieve shock
C
Hypovolemische shock
D
Obstructieve Shock

Slide 5 - Quiz

Wat voor soort shock is dit ?
A
Cardiogene shock
B
Distributieve shock
C
Hypovolemische shock
D
Obstructieve Shock

Slide 6 - Quiz

Wat voor soort shock is dit ?
A
Cardiogene shock
B
Distributieve shock
C
Hypovolemische shock
D
Obstructieve Shock

Slide 7 - Quiz

Cardiogene shock

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Diagnose & Behandeling
Diagnose
Op basis van de verschijnselen is een shock snel vast te stellen. Het onderzoek in het ziekenhuis
richt zich op de mogelijke oorzaken van de shock.


Behandeling van een cardiogene shock
De behandeling vindt plaats op de Intensive Care. Het belangrijkste bij een cardiogene shock is het behandelen van de oorzaak (bijvoorbeeld met een dotterbehandeling of een hartoperatie) en het op peil brengen van de bloeddruk. Dit gebeurt met medicijnen, hulpmiddelen als een intra-aortale ballonpomp of een steunhart. Deze behandelingen dienen meestal ter overbrugging, totdat een harttransplantatie kan plaatsvinden.
Vaak is ook beademing nodig.


Slide 11 - Diapositive

Vooruitzicht
Een cardiogene shock is een ernstige aandoening. Ondanks alle inspanningen is het sterftecijfer hoog.

Slide 12 - Diapositive

Mijn taak als verpleegkundige ?
Doe in geval van shock het volgende:
• Kalmeer de zorgvrager en zorg dat hij zich op geen enkele manier inspant.
• Laat de zorgvrager liggen, het liefst in de Trendelenburghouding.
• Laat de zorgvrager niet drinken of eten.
• Dek de zorgvrager niet te warm toe, maar zorg ervoor dat hij niet afkoelt.
• Meet regelmatig de pols, de bloeddruk en de temperatuur.
• Controleer en meet de urineproductie.
• Geef zuurstof en indien nodig ook pijnstillers, op voorschrift van de arts.
In de tabel ‘Afwijkende bloeddruk’ vind je een overzicht van oorzaken van een afwijkende bloeddruk, wat het risico ervan is en welke zorg gegeven wordt.

Slide 13 - Diapositive

Hoe herken je iemand met een shock ?

Slide 14 - Question ouverte

Hoe maak je het onderscheid tussen de verschillende types shock?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is de primaire oorzaak van cardiogene shock?
A
Onvoldoende zuurstof in het bloed.
B
Het hart kan niet effectief genoeg bloed pompen.
C
Er is een lek in de bloedvaten.
D
Een teveel aan voedingsstoffen in het bloed.

Slide 16 - Quiz

De primaire behandeling van cardiogene shock is vochttoediening om het bloedvolume te verhogen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

De behandeling van een hartinfarct bestaat uit ?
A
Cardioversie
B
Echo van het hart maken
C
Dotteren of stentplaatsing
D
Orale antistolling

Slide 18 - Quiz

Hypovolomische shock
Er is sprake van bloedverlies, vochtverlies en of uitdroging.
Er is te weinig circulerend volume in de bloedbaan.

Slide 19 - Diapositive

Eerste hulp bij een shock
Wanneer je vermoedt dat het slachtoffer in een shock verkeert als gevolg van bloedverlies neem je de volgende maatregelen:
1. Neem zo mogelijk de oorzaak van de shock weg. Stelp bloedingen.
2. Leg het slachtoffer in een zo prettig mogelijke houding.
3. Geef niets te eten of te drinken. Dat kan braken tot gevolg hebben en het stimuleert onnodig de doorbloeding van de maag en darmen.
4. Voorkom afkoeling, maar warm het slachtoffer niet actief op.
5. Vermijd angst en onrust bij het slachtoffer. Als zijn bloeddruk stijgt, worden de bloedingen erger.
6. Controleer de pols en de ademhaling voortdurend en houd de ademweg vrij.
7. Alarmeer zo snel mogelijk 112 nadat je de shock geconstateerd hebt. Zeg duidelijk dat je ‘een slachtoffer met shock’ hebt.

Slide 20 - Diapositive

Wat is GEEN voorbeeld waardoor iemand in een hypovolemische shock raakt.
A
Trauma in de buik na een auto ongeval.
B
Dehydratatie door overmatige diarree & braken.
C
Brandwonden.
D
Je drinkt geen 1.5 liter water per dag

Slide 21 - Quiz

Wat gebeurd er?
Het hart gaat sneller kloppen om te compenseren, het lichaam wilt de vitale organen van bloed blijven voorzien.
Vaten van de huid, spieren & het spijsverteringskanaal krijgen minder bloed.

Slide 22 - Diapositive

Benoem de vitale organen.

Slide 23 - Question ouverte

Als de shock blijft aanhouden; er ontstaat een vaatverwijding waardoor de bloeddruk daalt en de organen steeds minder bloed krijgen. Ook het hart krijg minder bloed  & gaat steeds minder functioneren. Alle organen krijgen minder bloed en zuurstof, hierdoor ontstaat er multipel orgaanfalen. Uiteindelijk volgt overlijden hierop.

Slide 24 - Diapositive

Behandeling
Toedienen van vocht, bloed transfusie, bloedplasma transfusie , trombocyten transfusie. Soms zijn er  ook geneesmiddelen nodig.

Slide 25 - Diapositive

Wat zijn trombocyten?
A
bloedplaatjes.
B
zuurstof
C
eiwitten
D
glucose

Slide 26 - Quiz

Taken verpleegkundige
- Bewaken dat de patiënt niet afkoelt.
- Met de benen omhoog ( als het letsel dit toelaat )
-  Patiënt niets laten eten en drinken.
- Als er sprake is van een wond afdrukken.


Slide 27 - Diapositive

Hoe ga je om met angst van de zorgvrager ?
Omgaan met angst van de zorgvrager bij verschijnselen van shock
De angst die het slachtoffer ervaart is terecht, omdat een shock levensbedreigend is. Deze slachtoffers zijn vaak ook ‘doodsbang’. Je gaat in op hun angst, neemt deze serieus en negeert deze niet. Je stelt de zorgvrager niet gerust met de woorden ‘het komt allemaal wel goed’ als je dat niet zeker weet. Je vraagt expliciet welke naaste je moet waarschuwen. Als het slachtoffer bewusteloos raakt, vertel je aan deskundigen wie zij moeten waarschuwen.

Slide 28 - Diapositive