2.3 Hoe wil je wonen?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 3

Vandaag:

Nakijken 2.2

Theorie

Aan de slag 

§2.3 Hoe wil je wonen?

Doelen vandaag

Je kunt uitleggen welke verschillen er zijn tussen het huren of het komen

De woningmarkt: bestaat uit de totale vraag naar woningen en het totale aanbod van woningen.

De woningmarkt: bestaat uit de markt voor huurwoningen (sociale en vrije markt) en de markt voor koopwoningen.

Woningmarkt

De woningmarkt bestaat uit het totaal van alle woningen die te koop staan en alle mensen die op zoek zijn naar een woning.

Huurhuis

Als je een huis huurt, sluit de verhuurder een huurovereenkomst met jou af. Hierin staan rechten en plichten.
Recht: om er te wonen; plicht: elke maand huur betalen.

Huurtoeslag: financiële bijdrage van de overheid om de huur te betalen. Wel moet je inkomen, vermogen en de huur niet te hoog zijn.

Huurtoeslag

Huurtoeslag is een financiële bijdrage van de overheid waarmee je een deel van de huur kunt betalen.​

 

Om huurtoeslag te krijgen, moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen.​

​Huurtoeslag vraag je aan bij de Belastingdienst.​

Koopwoning

Als je een bestaande woning koopt, betaal je naast de aankoopprijs ook extra kosten: de Kosten Koper (k.k.):
- Overdrachtsbelasting: 2% van de aankoopprijs
- Notariskosten: Notaris maakt transportakte. Deze akte wordt ingeschreven bij het Kadaster. 

Bij nieuwbouwwoningen geen extra kosten -> V.O.N.

Aan de slag

Maken:

Blz 48

Opdracht 1 tot 8

Vandaag:

Terugblik eerste deel 2.3

2.3 theorie deel 2

Aan de slag

Doelen van deze les 

• Je weet wat een hypothecaire lening is.
• Je kunt voorbeelden geven van gemeentelijke belastingen.
  

Hypothecaire lening

• Lening om een huis te kunnen kopen
• Meestal een looptijd van 30 jaar
• Het huis is een onderpand voor de bank bij   betalingsproblemen
• Voordeel voor de huisbezitter: hypotheekrente is deels aftrekbaar op te betalen belasting
  

Wat zijn gemeentelijke belastingen?

Voor huisbezitters:

WOZ-waarde: waarde van je woning die door de gemeente
                             wordt vastgesteld
- Onroerend zaakbelasting/OZB: deel van de WOZ-waarde (WOZ 
                                                                    Wet Onroerendezaakbelasting)

Voor iedereen:

- rioolheffing en afvalstoffenheffing

Bijvoorbeeld:

WOZ waarde = 850.000 euro

onroerendezaakbelasting (ozb) = 0,15%

Berekening =

0,15% : 100 x 850.000 = 1.275 euro jaarlijks.

Kees en Mirah willen een sociale woning huren. 

Hun gezamenlijke inkomen is €35.000 p/j. De huur is € 650 p/m. Hoeveel % van hun inkomen betalen zij aan huur per jaar?

35.000 : 12 = 2916,67

2916,67        1              650          

 100%      0,0342       22,3% per 

Aan de slag:

Vanaf blz. 50 - Opdracht 8 t/m 10

Klaar?

Op blz. 61 - Opdracht 8 t/m 11

Vandaag:

- Nakijken 2.3

- Herhaling en aan de slag.

Aan de slag:

Blz 60

Opdracht 1 tot 11