Les sports

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Noem in het Frans jouw
4 favoriete sporten

Slide 3 - Carte mentale


A
l'équitation
B
la natation
C
l'escrime
D
la pétanque

Slide 4 - Quiz


A
le karaté
B
le judo
C
la course
D
la boxe

Slide 5 - Quiz

le basket
La planche 
à voile
Le foot
La natation
La gymnastique
L'équitation

Slide 6 - Question de remorquage

Als je zegt dat je een sport doet, gebruik je het werkwoord "faire" (doen/maken). Je kan dit met alle sporten combineren.

Slide 7 - Diapositive

Je kent dit rijtje al uit Periode 1 (over het weer) en moet het nu weer kennen:

je fais
tu fais
il/elle/on fait
nous faisons
vous faites
ils/elles font

Slide 8 - Diapositive

Als je zegt dat je een sport doet, gebruik je :

vorm van faire + du / de la / de l' + sport

"du" gebruik je bij "mannelijke sporten" 
(le foot, le basket)

"de la" gebruik je bij "vrouwelijke sporten"
(la danse, la boxe)

"de l' " gebruik je bij sporten die beginnen met een klinker/stomme h (l'athlétisme, l'équitation) 

Slide 9 - Diapositive

Je moet leren welke sporten mannelijk zijn en welke vrouwelijk.

Tip: leer vooral welke sporten vrouwelijk zijn. Het zijn er maar een paar. Onthoud die goed. 
De rest is mannelijk

Slide 10 - Diapositive

Je fais ______ foot
Je fais ____ équitation
Je fais ____ danse
du
de la
de l'

Slide 11 - Question de remorquage

Tot slot nog 5 quizvragen om te zien of je het snapt!
Je ________ foot
A
fais du
B
fais de la
C
fais du le
D
fais de l'

Slide 12 - Quiz

Tot slot nog 5 quizvragen om te zien of je het snapt!
Je ________ équitation
A
fais du
B
fais de l'
C
fais des
D
fais de la

Slide 13 - Quiz

Tot slot nog 5 quizvragen om te zien of je het snapt!
Je ________ danse
A
fais du
B
fais de la
C
fais de l'
D
fais des

Slide 14 - Quiz

Tot slot nog 5 quizvragen om te zien of je het snapt!
Je ________ badminton
A
fais du
B
fais de la
C
fais de l'
D
fais des

Slide 15 - Quiz

Tot slot nog 5 quizvragen om te zien of je het snapt!
Je ________ vélo
A
fais du
B
fais de la
C
fais de l'
D
fais des

Slide 16 - Quiz