Cursus 6 - Literatuur §3 middeleeuwen

Nederlands, periode 3
Welkom - ipad;Macbook blijft in je tas, totdat
we Lanseloet klassikaal gaan lezen

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands, periode 3
Welkom - ipad;Macbook blijft in je tas, totdat
we Lanseloet klassikaal gaan lezen

Slide 1 - Diapositive

Planning periode 3 - zie studiewijzer op som + map literatuurgeschiedenis met daarin onderstaande werken
  • Toets formuleren in de les: Netl4401 Stofomschrijving: NN Cursus 8 woordenschat (weging 1)
  • Toets literatuurgeschiedenis in de TW:  Netl4302 (let op: telt ook mee in examendossier voor 15%!). Stofomschrijving: Literatuurgeschiedenis NN Cursus 6 §3-6: middeleeuwen,   renaissance, verlichting,   romantiek en realisme (weging 2)

  • Het lezen van een literair werk uit de middeleeuwen Lanseloet (1p)
  • Het lezen van een literair werk uit de verlichting Fabriekskinderen (2p)

Na elke paragraaf deel ik de lessen weer uit via LessonUp.

Slide 2 - Diapositive

Leesdossier
Deadline vandaag: leesdossier 8 punten.
-----------------------------------------------------------------
  • Inleveren leesdossier minimaal 12 punten (inleverdatum 09-05-2024)   inclusief 3 pt historische werken 
  • Inleveren leesdossier minimaal 15 punten (inleverdatum 12-06-2025)
        inclusief 3 pt historische werken

Mensen met een dyslexieverklaring --> minus 2 punten. 


Neem morgen ook een leesboek mee! Blokuur-> lezen!

Slide 3 - Diapositive

Ridderromans (1)
  • voorhoofse ridderroman
  • hoofse ridderroman

Slide 4 - Diapositive

Ridderromans (2)
  • voorhoofse ridderroman: Karelromans
    - keizer Karel de Grote
    - ridders trouw aan vorst -> eercultuur
    - vrouw ondergeschikte rol

Slide 5 - Diapositive

Ridderromans (3)
  • hoofse ridderroman: Arthurromans
    - legendarische koning Arthur
    - hoe je je moet gedragen
    - hoofsheid: ridders zijn eervol, ze aanbidden
     de vrouw en gaan voor haar op queeste

Slide 6 - Diapositive

Hoofsheid
Eercultuur → aanzien en waardering is afhankelijk van je individuele gedrag

Kenmerken hoofsheid:
galant zijn, je inleven in een ander, jezelf beheersen, vrouwen zijn hoogwaardige wezens, dienstbaarheid
→ Gedragsregels die bedoeld zijn om onderlinge spanningen te voorkomen → Beschaafde omgangsvormen
→ Belangrijkste eigenschap: zelfbeheersing


Slide 7 - Diapositive

Vandaag:
We starten met het lezen van het verhaal van Lanseloet van Denemarken.
1 pt op je leeslijst in leesdossier.
--> SOM --> Literatuurgeschiedenis.

Korte info:


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

LANSELOET VAN DENEMARKEN
Middelnederlands toneelstuk (oudste abele spelen)
952 regels
tweede helft 14e eeuw (Brabant?)
hoofs taalgebruik (Sanderijn)
onhoofse woorden (Lanseloet)
standenverschillen

Slide 10 - Diapositive

Rollen:

  1. Lanseloet - Axel
  2. Sanderijn - Ference
  3. De moeder van Lanseloet - Giel
  4. Een ridder  - Carolijn
  5. Reinout - Dhristey
  6. Boswachter - Winston

Slide 11 - Diapositive

Literatuurgeschiedenis
  •  Overzicht van middeleeuwen tot en met realisme
        (500-1900)

Slide 12 - Diapositive

middeleeuwen
De middeleeuwen liggen tussen de klassieke oudheid (Grieken en Romeinen) en de renaissance (opnieuw geboren). 
De tijd die wij de middeleeuwen noemen, ligt tussen ongeveer 500 en 1500 na het begin van onze jaartelling.

Slide 13 - Diapositive

middeleeuwen
- einde bloeiperiode Romeinse rijk; er ontstaan Germaanse rijken
- de adel gaat een belangrijke rol spelen 
- rond 800 verovert Karel de Grote West-Europa. Hij brengt het christendom (katholicisme) 
  en de officiële taal wordt het Latijn. 
- de middeleeuwse samenleving is hiërarchisch; er is sprake van en standenmaatschappij. 
- er is absolute gehoorzaamheid aan iedereen die boven je staat
- elke stand heeft zijn eigen literatuur en je schreef voor je stand

Slide 14 - Diapositive

middeleeuwen
  •  Het leven in de middeleeuwen werd bepaald door een collectieve, christelijke moraal.  De kerk dicteerde wat goed en slecht was en liet nauwelijks ruimte aan het individu om naar eigen inzicht te handelen

  • Periode tussen de val van het Romeinse Rijk en de grote maatschappelijke en wetenschappelijke ontwikkelingen vanaf 1500

  • Sterke groei van het christendom

  • EER en TROUW

Slide 15 - Diapositive

middeleeuwen: kernwoorden
  • Vrouwonvriendelijk
  • Feodaal
  • Theocentrisch
  • Armoede, grote kloof arm-rijk
  • standenmaatschappij

Slide 16 - Diapositive

Het feodale stelsel 

Slide 17 - Diapositive

Feodale stelsel
* Koning kreeg macht van God
* Koning leende grond uit aan leden
   van de adel (leenheer)
* Deze waren hierdoor trouw 
   verschuldigd aan de koning en 
   stonden hem bij in tijden van gevaar
  (leenmannen)

Slide 18 - Diapositive

Feodale stelsel
De leenmannen 'leenden' stukken land van de Koning. In ruil daarvoor bestuurden zij het land en mochten ze de opbrengsten van het land houden. Hierdoor beloofden ze hun vorst (Koning) trouw en hielpen om het rijk te verdedigen. 
De boeren kregen op hun beurt bescherming in ruil voor een deel van de opbrengst van het land.

Slide 19 - Diapositive

Theocentrisch
theo = God
  • Het geloof in God speelt een belangrijke rol in de maatschappij.
  • Alleen geestelijken konden lezen en schrijven. 
  • Mensen moesten hard werken, goed leven en veel bidden om in de hemel te kunnen komen.  
    > Eigen invulling geloof > ketterij! --> een welbewuste en opzettelijke afwijking van wat in een bepaalde geloofsgemeenschap of geloof- of kerkleer wordt beschouwd als behorend tot de fundamentele geloofsleer. Wie deze afwijking aanhangt, is voor de anderen een ketter.

Weinig plaats voor zelfexpressie - 
Die ‘zelf’ deed er niet toe



Slide 20 - Diapositive

Tijdbalk
De tijd van de monniken & ridders
De middeleeuwen: 
  • Vroege Middeleeuwen (500-1000)
  • Late Middeleeuwen(1000-1500)

Slide 21 - Diapositive

Tweedeling middeleeuwen
Vroege middeleeuwen (500-1000)
  •  Bekering tot het Christendom
  • Geestelijken waren vrijwel de enigen die konden lezen en schrijven
  • Zeer grote invloed van het geloof  >  (theocentrisch)

Late middeleeuwen (1000-1500)
  • Tijd van steden en staten
  • Opkomst burgerij (handwerkslieden en handelaren)

Slide 22 - Diapositive

Tijdbalk - 3 periodes
De tijd van de monniken & ridders
De middeleeuwen: 
  • Vroege Middeleeuwen (500-1000)
  • Hoge Middeleeuwen(1000-1300)
  • Late Middeleeuwen(1300-1450)

Slide 23 - Diapositive

Driedeling middeleeuwen
Vroege middeleeuwen (500-1000)
  •  Bekering tot het Christendom
  • Geestelijken waren vrijwel de enigen die konden lezen en schrijven (priesters, monniken). Zij kopieerden met de hand      religieuze werken.
  • Zeer grote invloed van het geloof  >  (theocentrisch)
Hoge middeleeuwen (1000-1300)
  • Eerste steden ontstaan
  • Literatuurgeschiedenis ‘begint’ ca. 1100
  • Eerste universiteiten komen op
Late middeleeuwen (1300-1500)
  • Burgerij krijgt meer macht > - cultuur krijgt een burgerlijk karakter
  • Het grootste gedeelte van de maatschappij behoort niet tot een van de drie standen

Slide 24 - Diapositive

Literatuur
Naast religieuze geschriften werden er ook andere verhalen verteld via mondelinge overlevering oftwel de zogenaamde orale cultuur. Troubadours trokken van hof naar hof om verhalen op rijm te vertellen. Door de rijm konden de verhalenvertellers de verhalen beter onthouden. 
Sommige verhalen werden gezongen, zoals de ballade van heer Halewijn.

Slide 25 - Diapositive

havo 4

Slide 26 - Diapositive

Maak:
Cursus 6 Literatuur:
§3 middeleeuwen opdracht 1 -3. Dit is huiswerk voor morgen.

Straks verder met het onderdeel woordenschat.

Slide 27 - Diapositive

Woordraadstrategieën 
* Kijk naar het woord. Misschien ken je al een stukje van het woord
* Staat er een illustratie bij de tekst dan heeft deze misschien iets met het
   woord te maken
* Lees een stukje terug of verder in de tekst; daar staat soms een synoniem
    of een antoniem
* Omschrijving of definitie voor of achter het woord dat je niet kent

Slide 28 - Diapositive

Introductie Woordenschat
  • Toets woordenschat (woensdag 19 februari)
  • Woordenlijst (SOM) leren (volgt)
  • Zelfstandig theorie lezen en opdrachten maken (online)

Slide 29 - Diapositive

Huiswerk
  • NN8 Woordenschat §1: maak opdr. 1-3 online
  • NN8 Woordenschat §2: maak opdr. 1, 3 en 4 online


Slide 30 - Diapositive