Groep F 19 mei

• NT2
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Vandaag:

- Voegwoorden en bijzinnen

- het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

- Tekst: De Bewonerscommissie

- Woordenlijst

Voegwoorden

Tijd: nadat, terwijl, toen, totdat, voordat, wanneer, als, zodra, zolang, tot, nu, sinds 

Reden: omdat, 

Oorzaak: doordat, omdat, dus, als

Gevolg: zodat, dus  als, mits, tenzij, wanneer, indien, 

Toegeving al, hoewel 

Tegenstelling maar, terwijl 

Voorbeeld zoals 

Volgorde toen, nadat, voor, voordat, en

............ ik van de trap ben gevallen, heb ik pijn aan mijn knie.

1. Terwijl
2. Voordat
3. Doordat
4. Wanneer

Ik heb geen geld ....................... ik kan deze trui niet kopen.

1. maar
2. omdat
3. dus
4. hoewel

Gefen was klaar met de opdracht ................. de bel ging.

1. toen
2. wanneer
3. mits
4. terwijl

Anushka heeft aan één stuk door gewerkt ....................... de bel ging.

1. wanneer
2. zodat
3. tenzij
4. tot

We gaan op vakantie naar Spanje ................ we gevacineerd zijn.

1. maar
2. mits
3. zoals
4. toen

We bleven op het strand ................... de zon onderging.

1. maar
2. dus
3. totdat
4. en

....................... de zon niet scheen, deden we onze badklesing aan.

1. Maar
2. Wanneer
3. Daarna
4. Hoewel

We moeten zachtjes doen op de gangen, .................. de examens zijn begonnen.

1. nu
2. voordat
3. zolang
4. maar

Ik wens jullie een fijne vakantie, ...................... gaan jullie niet naar het buitenland.

1. toen
2. indien
3. al
4. totdat

Woorden van 

 "De Buurtapp"

Die jongen is een nieuwe leerling. Hoe heet hij ........................?

1. gezamenlijk
2. zomaar
3. eigenlijk
4. geschikt

Je kunt het formulier ook ........................ invullen.

1. nuttig
2. eigenlijk
3. ongerust
4. digitaal

de politie vraagt of de ....................... van het ongeluk zich willen melden.

1. containers
2. op de hoogte
3. getuigen
4. inbreken

Wat fijn dat er nu weer ........................ aan de bomen zitten!

1. geschikte
2. nuttige
3. bijeenkomsten
4. bladeren

Het gebruik van het woordenboek is erg .......................

1. nuttig
2. ongerust
3. zomaar
4. mededeling

Zijn jullie al ............................ van de nieuwste aanpassingen?

1. meegedaan
2. op de hoogte
3. de bijeenkomst
4. de getuige

Mag ik .......................... van je lenen? Ik moet de takken wegbrengen.

1. de container
2. de lantaarnpaal
3. de kruiwagen
4. de mededeling

Ik bel je ...................., zonder reden!

1. zomaar
2. ongerust
3. nuttig
4. digitaal