herhaling H1 1kg

herhaling H1 1kg
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

herhaling H1 1kg

Slide 1 - Diapositive

Waarover gaat het proefwerk?
1.3 lezen
1.5 woorden
1.7 grammatica
1.8 spelling

Slide 2 - Diapositive

1.3 lezen
verkennend lezen
onderwerp van de tekst
deelonderwerp
tussenkopje
bron


Slide 3 - Diapositive

Wat is verkennend lezen?
A
Een tekst heel erg precies lezen
B
Een tekst snel scannen
C
Een tekst bekijken om een eerste indruk te krijgen
D
Een tekst lezen om het uit je hoofd te kennen

Slide 4 - Quiz

Waar staat de bron van de tekst?
A
onderaan
B
bovenin
C
onder de titel
D
tussen de alinea's

Slide 5 - Quiz

Elke tekst heeft een tussenkopje.
A
Waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

1.5 woorden
De woorden uit de woordenlijst
samenstellingen

Slide 7 - Diapositive

Wat betekent gedreven?
A
blij
B
sloom
C
boos
D
fanatiek

Slide 8 - Quiz

Ik geloof niet alles, want ik ben .......
A
praktisch
B
kritisch
C
sociaal
D
bescheiden

Slide 9 - Quiz

Welk woord is geen samenstelling
A
kettingzaag
B
fietstas
C
palmboom
D
bereikbaar

Slide 10 - Quiz

1.7 grammatica
zinsdelen
onderwerp
persoonsvorm


De televisie is al drie jaar kapot. 

Slide 11 - Diapositive

Welke zin is goed verdeeld in zinsdeelstrepen?
A
De kapotte fiets/is/ van de heuvel/ gevallen.
B
De kapotte /fiets/ is/ van/ de heuvel gevallen.
C
De kapotte fiets/ is van/ de heuvel/ gevallen.
D
De/ kapotte/ fiets/ is/ van de heuvel/ gevallen.

Slide 12 - Quiz

Hoeveel zinsdelen heeft de zin?
Bas en Lieke hebben een te gekke mountainbike gekocht.
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 13 - Quiz

Wat is het onderwerp?
Een gouden horloge heeft de kat gestolen.

A
een gouden horloge
B
horloge
C
de kat
D
heeft gestolen

Slide 14 - Quiz

1.8 spelling
persoonsvorm
leestekens
dictee

Slide 15 - Diapositive

(worden) ........... jij ook altijd zo zenuwachtig van een proefwerk?
tegenwoordige tijd
A
Word
B
Wordt
C
Werde
D
Werdt

Slide 16 - Quiz

Jij (worden) altijd zenuwachtig van proefwerken.
tegenwoordige tijd
A
word
B
wordt
C
werd
D
werdt

Slide 17 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
kouwgom
B
kauwgum
C
kouwgum
D
kauwgom

Slide 18 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
enthousiast
B
enthausiast
C
anthousiast
D
enthousiest

Slide 19 - Quiz

Aan de slag!
1. Maak de test jezelf van lezen, woorden, grammatica of spelling.
2. Maak het oefen-so in Quayn van grammatica en spelling.
3. samenvatting leren.

Slide 20 - Diapositive