Tussentest 02.03 + 02.04

• biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

1. Je komt op tijd in de les
2. Telefoon op stil/uit en in je tas
3. Iedereen is stil en richt zijn aandacht op de docent

Planning 

1. Tafels in toetsopstelling (5 min)
2. Korte herhaling 02.03/02.04 (10 minuten)

3. Leren tussentest / verder werken (15 minuten)

4. Tussentest 02.03/02.04 ( 30 minuten )

Leerdoelen 02.03

• Je kan de onderdelen van het menselijk lichaam ordenen
• Je kan uitleggen wat het kleinste onderdeel is waaruit het lichaam bestaat
• Je kan de onderdelen van een cel herkennen en benoemen
• Je kan uitleggen wat de functies van weefsels/organen zijn en voorbeelden noemen
• Je kan uitleggen wat de functies van organen en orgaanstelsels zijn en voorbeelden geven

Van cel tot organisme.-

.

Onderdelen cel

Alle cellen hebben minimaal 2 onderdelen:

Celmembraan: houdt elke cel bij elkaar

Cytoplasma: binnenste van de cel, vocht

Celkern, bladgroenkorrels en een celwand is ook mogelijk.

Leerdoelen 02.04:

• Je kan uitleggen wat een stofeigenschap is en hier voorbeelden van geven
• Je kan uitleggen waaraan je een stof zou kunnen herkennen

De stofeigenschappen die je moet kennen

Fase: kijken/voelen of iets vast vloeibaar of gasvormig is

Smaak: tijdens het koken even proeven of iets suiker/zout is mag. Bij de science les doe je dit NIET.

Geur: voorzichtig ruiken

Kookpunt: wanneer een stof van vloeistof naar gas verandert (verdampt)

Smeltpunt: wanneer een stof van vast naar vloeibaar verandert (smelt)
Stolpunt: wanneer een stof van vloeibaar naar vast verandert (stolt)

Kleur: een stof herkennen aan de kleur

Elektrische geleiding: bv: koper geleidt goed, rubber niet.

Oplosbaarheid in water: suiker lost goed op in water, cornflakes niet.

Fase: kijken/voelen of iets vast vloeibaar of gasvormig is

Smaak: tijdens het koken even proeven of iets suiker/zout is mag. Bij de science les doe je dit NIET.

Geur: voorzichtig ruiken

Kookpunt: wanneer een stof van vloeistof naar gas verandert (verdampt)

Smeltpunt: wanneer een stof van vast naar vloeibaar verandert (smelt)

Stolpunt: wanneer een stof van vloeibaar naar vast verandert (stolt)

Kleur: een stof herkennen aan de kleur

Elektrische geleiding: bv: koper geleidt goed, rubber niet.

Oplosbaarheid in water: suiker lost goed op in water, cornflakes niet.

Stofeigenschap: een vingerafdruk van een stof. Je kunt hier een stof aan herkennen.

stof: water

fase bij kamertemp.: vloeibaar

Kleur: doorzichtig

stof: spiritus 

fase bij kamertemp. : vloeibaar

kleur: doorzichtig

1 is gevaarlijk, de ander niet.. 

Fase van een stof

Tussentest 02.03 + 02.04

• Tas ingepakt, alleen een blauwe /
   zwarte pen op tafel + marker
• Noteer je naam + klas
• Klaar? Al je antwoorden nagelezen? Leg de tussentest op de hoek van je tafel, omgedraaid. 
• Pen inpakken + zachtjes vertrekken. Tot woensdag!
  Vraag 7: de 2 stoffen zijn WATER en alcohol (geen terpentine!)