3.1 Temperatuur meten

Klas binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats
  • Je bent startklaar voor de les                        
  • Aandacht voor de docent
       (let op teken docent!)
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeNask / Techniek+2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Klas binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats
  • Je bent startklaar voor de les                        
  • Aandacht voor de docent
       (let op teken docent!)

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klas binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats
  • Je bent startklaar voor de les                        
  • Aandacht voor de docent
       (let op teken docent!)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klas binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats
  • Je bent startklaar voor de les                        
  • Aandacht voor de docent
       (let op teken docent!)

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdens de les
  • Doe actief mee
  • stoor niet        
  • Bij vragen eerst je vinger opsteken          
  • Houd het lokaal netjes

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorige les

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Proefje
Stap 1
Proefje
Stap 2

Slide 6 - Diapositive

bakje links: 
koud water (water met ijsklontjes)

bakje midden:
lauw water (kraanwater)

bakje rechts ;
warm water

uitleg
Met je handen kun je niet dé temperatuur voelen, maar alleen temperatuurverschillen. Als je met je linkerhand van koud naar lauw water gaat, dan voelt het lauwe water warm aan. Als je met je rechterhand van warm naar lauw water gaat, dan voelt het lauwe water koud aan. Je voelt dus telkens het verschil tussen de eerste en tweede temperatuur en daarom voelt het lauwe water met je linkerhand anders dan met je rechterhand.
Vragen bij het proefje: "warm en koud tegelijk"

links: koud water    midden: lauw water     rechts: warm water  
 
vraag 1: Wat denk je dat er gebeurt als je je handen eerst in warm of koud water doet en daarna in lauw water?
 
6. houd je linkerhand in de bak met het koude water
 7. houd je rechterhand in de bak met het warme water
 8. tel rustig tot 60 met je handen nog in de bakken water
 9. doe je koude linkerhand in de bak met lauw water
vraag 2: Wat gebeurt er?

10. doe je warme rechterhand erbij
vraag 3: Wat gebeurt er nu?

vraag 4: Hoe denk je dat dit komt?

antwoorden en uitleg
Antwoorden "warm en koud tegelijk"
op vraag 1
Alle antwoorden zijn goed, als je hebt opgeschreven wat je dacht dat er zou gebeuren.
op vraag 2
Met je koude linkerhand voelt het lauwe water warm aan.
op vraag 3
Met je warme rechterhand voelt het lauwe water koud aan.
op vraag 4
Alle antwoorden zijn goed, als je hebt opgeschreven hoe je denkt dat het komt.

Uitleg
Met je handen kun je niet dé temperatuur voelen, maar alleen temperatuurverschillen. 
Als je met je linkerhand van koud naar lauw water gaat, dan voelt het lauwe water warm aan.
Als je met je rechterhand van warm naar lauw water gaat, dan voelt het lauwe water koud
aan. Je voelt dus telkens het verschil tussen de eerste en tweede temperatuur en daarom voelt het lauwe water met je linkerhand anders dan met je rechterhand.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H.3 Verwarmen en verbranden

(blz. 101-102)


3.1 Temperatuur meten (blz.103)

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesinhoud
  • Opening 

  • Check in!  

  • Uitleg blz. 103 t/m 105

  • huiswerk 

  • Afronden / Quiz / evaluatie


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
1:00
Warmte

Slide 10 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Ik kan uitleggen welk typen thermometers er zijn en wanneer je die gebruikt

  • Ik kan het verschil tussen graden Celsius en Kelvin uitrekenen met een formule

  • Ik kan uitleggen wat het meetbereik van een koortsthermometer en een  thermometer voor de buitenlucht is

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrippen
Leg de vetgedrukte begrippen uit:

Waarmee meet je de temperatuur? blz. 103
temperatuur - graden Celsius - kamertemperatuur  -thermometer

Welke thermometer gebruik je? blz. 104
decimaal - meetbereik - digitale thermometer

Hoe lees je een thermometer af? blz. 105
vloeistof thermometer - uitzetten - temperatuurschaal - Celsius

timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

uitvinder
temperatuurschaal:
 vernoemd naar de Zweedse astronoom Anders Celsius.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Temperatuur meten

Temperatuur wordt gemeten met een thermometer

Symbool voor temperatuur: T

Eenheid voor temperatuur: graden Celcius  (oC )

Standaardeenheid voor temperatuur : Kelvin   (K)





Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

vloeistof thermometer

uitzetten: vloeistof stijgt in de stijgbuis

temperatuurschaal:

smeltpunt: 0 °C

kookpunt: 100
  graden Celcius


°C  

      
     

       
         
         
            Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen
         
         
       

        8
       

       

       
         
           
              Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
           
         
       

       
       
         
           
              Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
           
         
       

       
         
           
              Differentiëer
           
         
         

           
             
                Differentiëer
             
             
             

             
                Instellingen
             
           
         
       


       
   
     
 
   
   
   
   
   
   
   
     
       
         
       
     
   
 

   
   

   
   
     
       
          uitvinder
       
     
   

   
   
     
        temperatuurschaal: vernoemd naar de Zweedse astronoom Anders Celsius.
     
   

   
  
 

 
 
 
   
   
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
       

       

       
   
   
     
     
   
 
     

     

     
     

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

digitale thermometer

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De eenheid van temperatuur is:

Grootheid                     Eenheid                        Afkorting  
Temperatuur               Graden Celsius          °C
                                                                   of
                                          Kelvin                              K

Kamertemperatuur = 20 °C

Lichaamstemperatuur = 37 °C

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke thermometer gebruik je?
Afhankelijk van wat je wil meten:
  • Koortsthermometer --> Lichaamstemperatuur
  • Vleesthermometer --> Temperatuur van vlees
  • Thermometer voor heet lava


Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke thermometer gebruik je?
Meetbereik - Verschil tussen de laagste en de hoogste waarde.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Digitale oor thermometer
Welke thermometer gebruik je?
Digitale koortsthermometer
Aflezen op één decimaal nauwkeurig

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Temperatuur meten

Gemeten wordt met een verschillende soorten thermometers:


Digitaal: heeft een afleesvenster met getallen en 

                  een warmtesensor


Analoog: met een wijzer of vloeistofkolom 







Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2 Je omgeving ontdekken
Wat? Maken 1.2 – Opdracht 1 t/m 5 & 13 t/m 24 & TJZ (blz. 27)
Hoe? Lezen 1.2 - Blz. 19 -20-23-25-26
Hulp? Eerst overleggen met buur(man/vrouw), daarna docent vragen.
Tijd? 15 minuten
Uitkomst? Opdrachten zijn af. Niet af? Dan huiswerk.
Klaar? Nakijken en verbeteren opdracht 1 t/m 5; 13 t/m 24 & TJZ (blz. 27
            Nakijken en verbeteren met een ander kleur pen!


Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plenda blz. 63 Woensdag 23 jan
Bk1B 3e lesuur  / BK1A 4e lesuur
L: blz. 103 t/m 105
M: opdracht 1 t/m 13

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plenda blz.  dinsdag 1
5e lesuur BK1A  6e lesuur BK1B

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem 3 dingen dat je vandaag hebt geleerd.
Wat ging goed?
Wat kan beter?

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

klas verlaten
  • Je huiswerk is genoteerd
  • Je werkplek netjes achterlaten
  • De docent bepaalt wanneer    je kunt gaan
  • Je vertrekt rustig 

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klas binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats
  • Je bent startklaar voor de les                        
  • Aandacht voor de docent
       (let op teken docent!)

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klas binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats
  • Je bent startklaar voor de les                        
  • Aandacht voor de docent
       (let op teken docent!)

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klas binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats
  • Je bent startklaar voor de les                        
  • Aandacht voor de docent
       (let op teken docent!)

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdens de les
  • Doe actief mee
  • stoor niet        
  • Bij vragen eerst je vinger opsteken          
  • Houd het lokaal netjes

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Check in!
1. Maken TJZ  (blz. 108)
                                                               Klaar?

2.nakijken en verbeteren: opdracht 1 t/m 13 & 3.1 TJZ 
                                                     (handtekening BNS in je LWB)
                                                                                                     
                                                                     Klaar?      
3. lezen: 3.2 (blz. 112- 114 -115
    maken: uitleg vetgedrukte begrippen  (in je binask schrift)


timer
20:00

Slide 33 - Diapositive

1. thermometer

2. graden Celsius  ( ℃ )

3. kelvin (K)

4. omrekenen ℃ naar K
rekenregel:  ..... K = ...... ℃ + 273

5. omrekenen K naar ℃
rekenregel: ...... ℃ =  K - 273
 

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de kamertemperatuur?
A
10 °C
B
20 °C
C
37 °C
D
100 °C

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Reken om: 100 °C = .......... K
A
-273 K
B
-173 K
C
273 K
D
373 K

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent meetbereik?

Slide 38 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij de grootheid 'temperatuur' hoort de standaard eenheid....
A
Graad celsius
B
Graden
C
Warmte
D
Kelvin

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je koorts hebt kun je het BESTE een thermometer gebruiken die:
A
Tussen de -5 en 45 graden meet
B
Tussen de 0 en 45 graden meet
C
Tussen de 20 en 45 graden meet
D
Tussen de 30 en 45 graden meet

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je de temperatuur van je koelkast wilt meten gebruik je thermometer die tussen:
A
-20 en + 20 graden Celcius
B
Tussen -50 en 10 graden Celcius
C
Tussen de -10 en 0 graden Celsius
D
Tussen de 0 en 15 graden Celcius

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Plenda blz. 66 dinsdag 4 februari
5e lesuur BK1A  6e lesuur BK1B
Paragraaf 3.2
L:  blz. 112 -114 - 115
M: uitleg vetgedrukte begrippen in je binask schrift

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plenda blz. 66 dinsdag 4 februari
2e lesuur G1A  
Paragraaf 3.1
L:  blz. 128 + 129

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem 3 dingen dat je vandaag hebt geleerd.
Wat ging goed?
Wat kan beter?

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

klas verlaten
  • Je huiswerk is genoteerd
  • Je werkplek netjes achterlaten
  • De docent bepaalt wanneer    je kunt gaan
  • Je vertrekt rustig 

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.2 Warmte en milieu
Begrip
Uitleg
Afbeelding

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een warmtebron levert warmte. Voorbeelden van warmtebronnen zijn een kachel, een open haard en de centrale verwarming. Door het gebruik van een warmtebron is het lekker warm binnen. Vooral waar je werkt of woont is het fijn om het lekker warm te hebben.

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Temperatuur meten

Temperatuur wordt gemeten met een thermometer

Symbool voor temperatuur: T

Eenheid voor temperatuur: graden Celcius  (oC )

Standaardeenheid voor temperatuur : Kelvin   (K)





Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Absolute nulpunt
Dit is de temperatuur waarbij de moleculen helemaal stil liggen.
0 Kelvin
=
- 273 graden Celcius

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nog even in het kort

omrekenen van Kelvin naar 0C


temperatuur in 0C =  temperatuur in Kelvin - 273


temperatuur in Kelvin = temperatuur in 0C + 273







Slide 51 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Goed onthouden!
De temperatuur kan  
nooit  
onder 0 Kelvin komen, 
en dus ook niet 
onder -273 graden Celsius!

Slide 52 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Temperatuur meten

Gemeten wordt met een verschillende soorten thermometers:


Digitaal: met cijfers in een schermpje, heeft een warmtesensor

Analoog: met een wijzer of vloeistofkolom 







Slide 53 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions