Praktijk B5: Huid

D1BTh5 B1
Reageren op je omgeving
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

D1BTh5 B1
Reageren op je omgeving
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Diapositive

Afspraken
  • Er wordt in rust en bijna stilte gewerkt. 
       Als je praat, praat je zachtjes met elkaar.
      Er mag NIET steeds meer geluid ontstaan tijdens de les!
  • Je werktzelfstandig, vraag een medeleerling om hulp als iets 
        niet lukt. Lukt het dan nog niet: Vraag de docent om uitleg.
  •  Als je een onderdeel hebt gedaan/gemaakt, hebt nagekeken met een
        andere kleur en hebt verbeterd: AFTEKENEN! Iemand van jouw groepje 
        moet dat goedkeuren! Diegene zet een paraaf bij jouw werk.


    Slide 2 - Diapositive

    De juiste werkhouding
    1. Je doet de opdrachten zoals ze omschreven/bedoeld zijn. 
    2. Je werkt serieus, je stoort niemand bij het werk.
    3. Ga zorgvuldig om met al het materiaal, gebruik het zoals bedoeld wordt.
    3. Jullie helpen elkaar.
    Lukt het jou nog niet? Dán werk je apart en kun je helaas even niet deelnemen aan de praktijk. De veiligheid en goede manier van samenwerken staat voorop. Jullie zijn samen verantwoordelijk voor deze manier van werken bij NZ. Het gaat ons lukken zo te werken!

    Slide 3 - Diapositive

    Praktijk huid



    1. Tastzintuigen


    2. Warme- en koude zintuigen

    Slide 4 - Diapositive

    Praktijk huid  ---  1: Tastzintuigen

    Onderzoek: 

    Op welke plek is de huid het meest gevoelig?


    De aanname (hypothese):

    Waar denk je dat de huid het meest gevoelig is?



    Kies: Onderarm  ---   Handpalm  ---  Vingertop   




    Slide 5 - Diapositive

    De methode: dit ga je doen:
    Je onderzoekt verschillende huidgedeeltes: Onderarm – Handpalm – Vingertop.


    Tijdens het onderzoek raak je ZACHT de huid. De leerling die voelt, heeft de ogen dicht!


    Kneedgum met de cocktailprikkers:

    Aan 1 kant: 1 cocktailprikker en aan de andere kant 2 cocktailprikkers.


    Leerling nr. 1 raakt ZACHTJES en voorzichtig met de punt(en) de huid van leerling nr. 2 aan.

    Leerling nr. 2 heeft de ogen dicht en zegt of hij 1 of 2 punten voelt.

    Leerling nr. 1 noteert wat nr. 2 zegt in het schema.

    Ben je met een 4-tal, dan maak je twee groepjes. Bij een 3-tal: nr. 3 noteert wat nr. 2 zegt.


    Vul eerst het schema in (met hoeveel cocktailprikkers je prikt). Let op: DIT MAG DE LEERLING die je prikt NIET ZIEN!

    Start dan het onderzoek.


    Slide 6 - Diapositive

    Slide 7 - Diapositive

    Bij welke plek gaf de leerling het vaakst de juiste reactie?



    Noteer welke plek het meest gevoelig is gebleken.


    Leg uit hoe het komt dat deze plek het meest gevoelig is.


    Bespreek je antwoord met de leraar.



     



    Slide 8 - Diapositive

    Praktijk 2 : Warmte- en koude zintuigen



         Hoe werken de  warmte- en koudezintuigen?


        Voelt water van dezelfde temperatuur hetzelfde aan?





    Slide 9 - Diapositive

    Werkwijze

    Beker 1: Koud water uit de kraan met ijsblokjes.

    Beker 2: Iets lauw water (uit de kraan). Deze beker staat in het midden.

    Beker 3: Warm water (water uit de kraan gemengd met heet water).


    1. Doe 1 vinger in beker 1 en de een vinger in beker 3. Laat de vinger 30 sec. in het glas


    2. Verplaats de vinger vanuit de beker met het warme water (nr. 3) naar het beker in het

        midden. Voelt het water warm of koud?


    3. Verplaats de vinger vanuit beker met het koude water (nr. 1)  naar het beker in het 

        midden. Voelt het water warm of koud? 

      














     

    Beker 1: heet water uit de kraan 

    Beker 2: iets lauw  water uit de kraan  -   

    Beker 3: Koud water uit de kraan met ijsblokjes.


    We doen het zo omdat de omstandigheden tussen beker 1 en 3  en 2 gelijk zijn.


    1.
    Doe 1 vinger in beker 1 en de andere vinger in beker 3. Doe dit
    1 minuut.


    2.
    Verplaats de vinger vanuit beker 3 naar het beker in het midden


        Voelt het water warm of koud?


    3.
    Verplaats de vinger vanuit beker 1 naar het beker in het midden


         Voelt het water warm of koud?




    Slide 10 - Diapositive

    Wat heb je waargenomen, hoe komt dat?

    1. Wat heb je gevoeld vanaf de beker met ijs naar lauw-water?


    2. Wat heb je gevoeld vanaf de beker met warm(heet)water 

         naar de beker met lauw-water?


    3. Verklaar hoe dit komt, leg uit!

                                                               Bespreek je antwoord met de leraar


    Slide 11 - Diapositive

    Tijd over 

    Zoek op internet hoe gevoelig de tentakels van een inktvis, de slurf van een olifant of de snorharen van een kat zijn.



    Maak een poster en hang deze op in het lokaal.
    Op de poster plaats je afbeelding(en) en geef je uitleg.
    De poster nodigt uit om deze te bekijken.

    Slide 12 - Diapositive