Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
¡Bienvenidos chicos y chicas!
Lunes, 25 de enero de 2021
Slide 1 - Diapositive
¿Qué vamos a hacer hoy?
Somtoday.
Objetivos de la unidad 4
Repasamo Vocabulario unidad 4
Repasamos la unidad 4. Gramática
¡A trabajar!
Final de la clase. ¿Qué has aprendio hoy?
Slide 2 - Diapositive
Aan het einde van dit hoofdstuk:
- ik ken Spaanse gerechten.
- ik ken de namen van levensmiddelen.
- ik kan over eten/drinken en eetgewoontes vertellen.
- ik kan aangeven of ik iets wel of niet leuk/lekker vind door middel van het ww gustar.
Slide 3 - Diapositive
Vocabulario Unidad 4
Slide 4 - Diapositive
Unidad 4. Gramática
1. Het werkwoord "querer" (willen)
2. Onbepaalde lidwoorden
3. Telbare/no telbare woorden
4. Hay (er is/er zijn)
5. Het werkwoord "gustar" (leuk/lekker vinden)
Slide 5 - Diapositive
Unidad 4. Gramática
Slide 6 - Diapositive
Unidad 4. Gramática
Slide 7 - Diapositive
Unidad 4. Gramática
Telbare woorden:
Kunnen enkelvoud of meervoud zijn:
"Quiero una manzana/ Quiero unas manzanas.
Niet telbare woorden:
Zijn altijd enkelvoud en hebben geen lidwoord:
"Quiero leche" (Ik wil melk)
"Quiero azúcar" (Ik wil suiker)
Slide 8 - Diapositive
Unidad 4. Gramática
Hay: Er is/Er zijn
Gebruik jij voor onbepaalde zaken of personen in zowel enkelvoud en meervoud.
"Hay unas manzanas encima de la mesa."
"Hay leche en la nevera."
"Hay un profesor en la clase"
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Stap 1
Het meewerkend voorwerp bepaalt de persoon. Zie het blauwe rijtje in de afbeelding. Hoe weet je welke persoon je moet gebruiken?
Dit kun je zien aan de namen in de zin of de persoonsvorm (zie het zwarte kolommetje).
vb. IK hou van pizza.
Het gaat om persoon ik, dan gaan we het meewerkend voorwerp ME gebruiken.
Slide 11 - Diapositive
Stap 2
Kijk naar het woord wat achter 'gustar' staat.
Is het een zelfstandig nw enkelvoud of een werkwoord, dan gebruik je GUSTA. vb: me gusta el libro. of Te gusta comer pizza.
Is het een zelfstandig nw. wat achter 'gustar' staat in meervoud of staan er 2 zelfstandige nw in enkelvoud, dan gebruik je GUSTAN. bijv: Me gustan los libros, of Me gustan el libro y la pizza.
Slide 12 - Diapositive
Voorbeelden
Ik hou van voetballen (jugar al fútbol)
het gaat om de 'ik' persoon.
Dus: ME ....jugar al fútbol
Nu nog gustar: Voetballen = ww --> dus GUSTA
me GUSTA jugar al fútbol
Slide 13 - Diapositive
Voorbeelden
Wij houden van de pizza (la pizza)
het gaat om de 'wij' persoon.
Dus: NOS .....la pizza
Nu nog gustar: pizza = zelfstand nw ENKelvoud--> dus GUSTA
nos GUSTA la pizza
Slide 14 - Diapositive
Voorbeelden
Jij houdt van de dieren (los animales)
Het gaat om de 'jij' persoon.
Dus: TE ..... los animales
Nu nog gustar: dieren = zelfstand nw MEERVOUD--> dus GUSTAN
te GUSTAN los animales
Slide 15 - Diapositive
Voorbeelden
zij houdt van pizza en chocolade (la pizza Y el chocolate)
Het gaat om de 'zij' persoon.
Dus: (a ella) LE .... la pizza y el chocolate
Nu nog gustar: pizza en chocolade = twee zelfstandig naamwoorden enkelvoud, meer dan één
dus --> dus GUSTAN
le GUSTAN la pizza y el chocolate
Slide 16 - Diapositive
Ontkenning
Als je wil zeggen dat je iets NIET leuk vindt of ergens NIET van houdt.
Ontkenning in het Spaans = No
De ontkenning zet je ALTIJD voor het werkwoord neer. Dus:
(a mí) No me gusta(n)
(a ti) No te gusta(n)
(A ella) No le gusta(n)
Slide 17 - Diapositive
Het werkwoord "gustar" (leuk/lekker vinden)
(a mí ) me
(a ti) te
(a él/ella/usted) leGUSTA
(a nosotros/as) nosGUSTAN (a vosotros/as) os
(a ellos/ellas/ustedes) les
Megustala fruta.
Tegustacomer pizza.
Le gustanlas patatas.
¿Cúanto te gusta?
Me gusta mucho comer pizza.
Me gusta bastante la leche.
Megustanpoco los tomates.
No me gusta mucho comer pescado-
No me gustan nada las veduras .- -
Slide 18 - Diapositive
Vervoeg het verkwoord: Nosotros (querer) una pizza.
Slide 19 - Question ouverte
Vervoeg het werkwoord: ¿Cómo (llamarse) tus abuelos?
Slide 20 - Question ouverte
Vervoeg het werkwoord: Tú (tener) cuatro primos.
Slide 21 - Question ouverte
Verplichte opdrachten:
Unidad 4. TB Actividades Gramática AFMAKEN
Si terminas/Als je klaar bent?
Quizlet vocabulario unidad 4
Quizlet Frases claves unidad 4
Optionele opdrachten:
(verdieping / verbreding)
Unidad 4. WB Actividades gramática
Slide 22 - Diapositive
Deberes para la próxima clase...
Verplichte opdrachten:
Unidad 4. TB. Actividades gramática
Optionele opdrachten:
(verdieping / verbreding)
Unidad 4. WB Actividades gramática
Leer ook:
Vocabulario unidad 4 en frases claves unidad 4
Slide 23 - Diapositive
¿Cómo has trabajado hoy en clase?
😒🙁😐🙂😃
Slide 24 - Sondage
1. Wat heb je geleerd in deze les?Had je meer kunnen leren?Hoe kun je ervoor zorgen dat je meer opsteekt? 2. Wat ging goed?Wat kan beter? 3. Hoe ga je dat aanpakken?