H1 Stoffen - Formatieve Toets

H1 Stoffen - Formatieve toets (oefentoets)
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H1 Stoffen - Formatieve toets (oefentoets)
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Diapositive

Toets instructies:
- Lees de vragen goed door
- Geef nooit meer antwoorden dan gevraagd. (worden er twee antwoorden gevraagd geef er dan geen drie. alleen de eerste twee worden nagekeken)
- Schrijf altijd een berekening op als daar om wordt gevraagd. Formule, berekening antwoord + eenheid
- Vergeet de eenheden niet. 
- Bij iedere vraag wordt ook het leerdoel gegeven. 

Slide 2 - Diapositive

Vul aan: een molecuul bestaat uit ................

Slide 3 - Question ouverte

Waarvan hangt de gemiddelde snelheid van moleculen van af?
A
van de temperatuur
B
vanderwaalskrachten
C
van de zwaartekracht

Slide 4 - Quiz


Welke faseovergang zie je in het plaatje? (op de bril)
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Sublimeren
D
Koken

Slide 5 - Quiz

Om de temperatuur te verhogen is energie nodig. Bij een temperatuurverlaging komt energie vrij. Geef aan bij welke faseovergang energie nodig is en bij welke energie vrij komt.
Energie nodig
Energie komt vrij
Condenseren
Smelten
Verdampen
Stollen

Slide 6 - Question de remorquage

Sleep de fase en faseovergang naar de juiste plek.
Smelten
Stollen
Condenseren
Vervluchtigen
Rijpen
Verdampen
gas
vloeistof
vaste stof

Slide 7 - Question de remorquage

1 cm3 parafine wordt gesmolten. over de veranderingen van het smelten van  1 cm3 paraffine staat hieronder een tabel. Zet in elke rij 1 kruisje in de juiste kolom. 
X
X
X

Slide 8 - Question de remorquage

Een zware graafmachine staat op rupsbanden. De oppervlakte onder beide rupsbanden is 105 000 cm2
Een zware graafmachine staat op rupsbanden. De oppervlakte onder beide rupsbanden is 105000 cm2. de machine heeft een gewicht van 9450000 N. Bereken de druk van de graafmachine op de grond in N/cm2

Slide 9 - Question ouverte

De absolute druk in een gasfles is 4530 hPa. een barometer wijst een druk van 1030 hPa aan. Bereken hoe groot de overdruk in de gasfles is.

Slide 10 - Question ouverte

een ontwerper heeft een plezierboot ontworpen. als de boot te water wordt gelaten, blijkt de boot te diep in het water te liggen en wordt de romp iets ingedrukt. Welke twee veranderingen in het ontwerp zouden moeten worden aangebracht om deze problemen te voorkomen

Slide 11 - Question ouverte

noem 2 stofeigenschappen die hetzelfde zijn voor de stoffen koper er goud

Slide 12 - Question ouverte

je houdt een voorwerp onder water. als je het voorwerp loslaat zie je dat het zinkt. Doe je hetzelfde in zeewater, dan gaat het voorwerp drijven. Leg uit wat je nu weet over de dichtheid van het voorwerp.

Slide 13 - Question ouverte

Pieter doet een ijsblokje in olijfolie. Wat gebeurt er met het ijsblokje?
A
Het ijsblokje zweeft
B
Het ijsblokje drijft
C
Het ijsblokje zinkt

Slide 14 - Quiz


Online zijn gouden horloges te koop. er staat meestal wel bij hoe groot ze zijn, maar niet hoe zwaar. Oscar ziet een horloge waarvan het klokje een volume heeft van 25 cm3. Bereken de massa van het klokje. 

Slide 15 - Question ouverte

Zet de volgende temperaturen op volgorde van koud(1) naar warm (4). 
1
2
3
4
- 100 °C
0 K
0 °C
100 K

Slide 16 - Question de remorquage

Verschillende onderdelen van een raket worden tijdens de lancering losgekoppeld waarna ze terug naar de aarde vallen. Deze delen van de raket landen ook weer, waarna hier deels een nieuwe raket van gemaakt kan worden. de onderdelen worden daarvoor niet aangepast. Hebben we hier te maken met recycling of hergebruik?
A
Recycling
B
Hergebruik

Slide 17 - Quiz

Bij het opruimen wordt een plastic fles met een rest petroleum weggegooid. bij welk afval hoort de fles met inhoud.
A
GFT
B
KCA
C
Plastic afval
D
Restafval

Slide 18 - Quiz

klaas heeft een fles aceton. welk pictogram hoort op de verpakking te staan
A
B
C
D

Slide 19 - Quiz

Anna heeft een fles benzeen. welk pictogram hoort op de verpakking te staan
A
B
C
D

Slide 20 - Quiz


een ring heeft een massa van 24,15 g en een volume van 2,3 cm3. Bereken de dichtheid en bepaal van welke stof de ring is gemaakt. 

Slide 21 - Question ouverte