Les 3 - Zuivere stoffen en mengsels

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Zuivere stoffen en mengsels

Wat gaan we doen?

- Herhaling

- Uit hoeveel moleculen een zuivere stof bestaat

- Uit hoeveel moleculen een mengsel bestaat

- Faseovergangen van mengsels en zuivere stoffen

- Verschillen zuivere stoffen en mengsels

In de winter kunnen wegen glad worden met een laagje ijs. Welke faseovergang zorgt daarvoor?

1. condenseren
2. smelten
3. stollen
4. verdampen

Bij het smelten wordt de bewegingssnelheid van de moleculen

1. groter
2. kleiner

Bereken: een stukje hout heeft een massa van 0,6 kg. Het volume is 833 cm3. Wat is de dichtheid in g/cm3?

Zuivere stof

We spreken over een zuivere stof als het uit één stof bestaat. Hier is dus maar 1 soort molecuul aanwezig. Thuis zijn er niet veel zuivere stoffen te vinden, maar kristalsuiker en zout (zonder jodium) zijn wel zuivere stoffen.

Mengsels

Een mengsel bestaat uit meerdere stoffen. Als je suiker met water mengt lost de suiker op. De suiker is niet meer zichtbaar, maar de suikermoleculen zijn wel aanwezig. Ze hebben zich gemengd met de water moleculen.

Medicijnen bestaan voornamelijk uit mengsels

1. Ja
2. Nee

Lucht is ook een mengsel. Welke stoffen zijn onderdeel van dit mengsel?

Zuivere stof of mengsel?

Om te ontdekken of het een zuivere stof of een mengsel is kan je gebruik maken van smelten, stollen of koken.

Als het een zuivere stof is zal de temperatuur constant blijven tijdens het koken. De temperatuur is dan het kookpunt.

Kooktraject

Bij een mengsel verandert de temperatuur als de stof kookt. Het temperatuurgebied waarin het mengsel zowel vloeibaar als gas is noem je het kookpunt. 

Het smelten van ijs

Het rechte stuk in de diagram geeft het smeltpunt aan. Er blijft warmte bij komen maar de temperatuur stijgt niet. De energie van die warmte gaat op aan het smelten van het ijs.

Verzin een zuivere stof die je tegen kan komen in je huis

Welke kleur heeft een pauze vlam?

Welke vlam gebruik je om iets sterk te laten koken?

1. Pauzevlam
2. Blauwe vlam
3. Ruisende vlam

Opgaven deze les

Hoofdstuk 1 paragraaf 3

opgaven 1 t/m 9