2. 11 okt ZV4B: inleiding, kern, slot les 4

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Communiceren doe je samen 2

Welkom vwo4B

Op tafel:

Map/schrift, pen, oefenboek

• Jas uit en over je stoel.
  
• Telefoon in je tas.
• Tas op de grond.

Communiceren doe je samen 2

• Huiswerk nakijken
• Herhaling lesstof
• Nieuwe lesstof
• Aan de slag

Vandaag vrijdag 11 oktober: 

Communicatie hoofdstuk 2, opdr 3a

Bedenk een hoofdgedachte en twee deelonderwerpen bij onderstaande onderwerpen:

a. voetbal op kunstgras

• deelonderwerpen: gevaar voor gezondheid, blessuregevoeligheid.
• hoofdgedachte: Professionele voetbalclubs stappen af van voetballen op kunstgras.

Communicatie hoofdstuk 2, opdr 3b

Bedenk een hoofdgedachte en twee deelonderwerpen bij onderstaande onderwerpen:

b. bol.com

• deelonderwerpen: gemak, online koopverslaving
• hoofdgedachte:  Bol.com vertegenwoordigt de mooie en minder mooie kanten van onze consumentenmaatschappij.

Communicatie hoofdstuk 2, opdr 3b

Bedenk een hoofdgedachte en twee deelonderwerpen bij onderstaande onderwerpen:

c. lettervermicelli

• deelonderwerpen: taalvaardigheid, spelenderwijs leren
• hoofdgedachte: Lettervermicelli leent zich voor leuke taalspelletjes met kinderen. 

Communiceren doe je samen 2

Onderwerp of hoofdgedachte?

Het onderwerp van een tekst = het samenvatten van de tekst in één woord of woordgroep.

De hoofdgedachte van een tekst = onderwerp + hoofdzaken in één zin.

• Tekst bekijken, inleiding + slot lezen

• Hele tekst lezen

Voorkeursplaatsen / waar vind je wat in de tekst

Onderwerp:

• titel, inleiding, afbeeldingen, slot

Deelonderwerpen: 

• middenstuk - deeltitels (tussenkoppen)

Hoofdgedachte: 

• slot
• Wordt er naar de hoofdgedachte gevraagd, lees dan eerst de hele tekst (of beantwoord deze vraag pas als laatst).

Begrippen uit les 2

Onderwerp

Deelonderwerpen

Hoofdgedachte

Kernzin

Communiceren doe je samen 2

Les 4: Inleiding, kern, slot 

Communiceren doe je samen 2

Startopdracht

Schrijf de antwoorden in je schrift. 

1. Geef twee manieren hoe een schrijver de aandacht kan trekken in een tekst. 
2. Naast aandacht trekken gebeuren er nog drie dingen in de inleiding. Geef er twee.

 

Titel + Inleiding
- Aandacht trekken door:  
1. anekdote

2. opvallende stelling of mening

3. actuele gebeurtenis

4. het voordeel voor de lezer

- kennismaking met het onderwerp > hoe? pg 60
- richting geven aan de tekstopbouw
- idee geven van het genre (tekstsoort/-doel)

Tekstopbouw (les 4)

Middenstuk/kern
- uitwerking van het onderwerp in deelonderwerpen
- uitwerking in hoofdstukken, paragrafen of alinea's
- overzichtspunten: titels, kopjes, signaalwoorden

Slot
- de afronding
 - terugblik op inleiding en de kern
- krachtiger maken van strekking of boodschap (of een uitsmijter) 
- vaak de hoofdgedachte

3 jaar op vakantie?

filmpje 

>> 

schrijfopdracht

        Schrijfopdracht

Schrijf een inleiding voor mensen die het filmpje niet gezien hebben.  

1. Kies één van de manieren om de aandacht te trekken van de lezer.

2. Introduceer het onderwerp.

Schrijf zes tot acht zinnen.

Schrijf de tekst op papier. 

Klaar? Controleer je eigen tekst op spelling, grammatica, interpunctie, hoofdletters. 

        Schrijfopdracht - nakijken

Geef je schrift aan je buur. Geef in het schrift van je buur antwoord op deze vragen:

1. Staan er zes tot acht zinnen? 
2. Welke manier van aandacht trekken is gekozen? En is dat goed gelukt? Werd je aandacht getrokken? 
3. Is het onderwerp duidelijk geworden? 
4. Heeft elke zin een onderwerp en persoonsvorm? 
5. Staat er spellings- of grammaticafouten? Welke?
6. Is er duidelijke interpunctie? Omcirkel in het schrift wat niet duidelijk is.  

Communiceren doe je samen 2

Schrijfopdracht

Bekijk het commentaar dat je gekregen hebt op je tekst. 

Was het zinvol? Geeft jouw buur jou goede tips? 

Communiceren doe je samen 2

Oefenboek pagina 44

Samen lezen van de tekst

Communiceren doe je samen 2

Pagina 44

Maak opdracht 10 t/m 14. 

Begrippen uit deze les

Les 2:

Onderwerp

Deelonderwerpen

Hoofdgedachte

Kernzin

Les 4

Titel

inleiding

kern

slot

Schrijfopdracht

Wil jij 3 jaar op vakantie?

• Schrijf een tekst waarin je uitlegt of je wel of niet 3 jaar op vakantie zou willen gaan. Bedenk argumenten waarom wel of waarom niet. 
• Je tekst wordt drie alinea's lang. 
• Alinea 1: schrijf je een inleiding, hierin introduceer je het onderwerp én trek je aandacht op een van de bekende manieren (kader). 
• In alinea 2 en 3 geef je twee verschillende argumenten voor of tegen het standpunt.  
• De totale tekst is minstens 8 zinnen lang.

Schrijfopdracht

Wil jij 3 jaar op vakantie?

• Schrijf een tekst waarin je uitlegt of je wel of niet 3 jaar op vakantie zou willen gaan. Bedenk argumenten waarom wel of waarom niet. 
• Je tekst wordt twee alinea's lang. 
• In elke alinea beargumenteer je een ander argument (je geeft dus twee argumenten).  
• De totale tekst is minstens 6 zinnen lang.