6.5 Huiswerk les 1 tm 4 bespreken (herhalen na vakantie)(niet met ll delen)
1 / 24
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Bevriezen
Rijpen
Condenseren
Verdampen
Smelten
Slide 14 - Question de remorquage
Voor welke overgangen moet je warmte toevoegen en voor welke warmte afstaan? Versleep naar juiste plek
Warmte toevoegen
Warmte afstaan
Smelten
Stollen
Verdampen
Condenseren
Vervluchtigen
Rijpen
Slide 15 - Question de remorquage
Wat is het temperatuur meetbereik van de hiernaast afgebeelde thermometer?
A
20 - 120 °C
B
0 - 100 °C
C
100°C
D
80°C
Slide 16 - Quiz
In thermometer A stijgt bij een temperatuurtoename van 1 °C de vloeistof in de stijgbuis 1 cm. In thermometer B stijgt bij een temperatuurtoename van 1 °C de vloeistof in de stijgbuis 2 cm.
Leg uit welke van de twee thermometers het nauwkeurigst is.
Leg uit welke van de twee thermometers het nauwkeurigst is.
Slide 17 - Question ouverte
Het deeltjesmodel: In een gas is de gemiddelde afstand tussen de moleculen het grootst
A
Waar
B
Onwaar
C
dit kun je niet weten
Slide 18 - Quiz
Water zet uit als het verwarmd wordt. Waardoor gebeurt dit?
A
doordat de moleculen steeds groter worden
B
doordat er steeds meer moleculen bijkomen
C
doordat er er meer ruimte tussen de moleculen komt
D
doordat het water gaat koken
Slide 19 - Quiz
Het deeltjesmodel: Als de temperatuur stijgt, gaan de moleculen elkaar sterker aantrekken
A
Waar
B
Onwaar
C
dit kun je niet weten
Slide 20 - Quiz
Welke temperatuur geeft de thermometer aan?
(klik op de afbeelding op in te zoomen). Laat jouw berekening zien
(klik op de afbeelding op in te zoomen). Laat jouw berekening zien
Slide 21 - Question ouverte
Zoals je aan het vloeistofpeil kunt zien, hebben Demi en Luuk met hun thermometer een temperatuur gemeten van 55 °C op de vloeistoflengte van 40 mm. Helaas is de aanduiding van hun ijkpunt van 100 °C verdwenen.
(3p) Laat met behulp van een berekening zien waar het ijkpunt van 100 °C op hun thermometer ligt.
(3p) Laat met behulp van een berekening zien waar het ijkpunt van 100 °C op hun thermometer ligt.
Slide 22 - Question ouverte
Omrekenen (vul alleen getal in):
-122°C = ..... K
-122°C = ..... K
Slide 23 - Question ouverte
Zet de stappen voor een thermometer te ijken in de goede volgorde
STAP 1
STAP 2
STAP 3
STAP 4
STAP 5
STAP 6
Zet een thermometer in een bakje met smeltend ijs en wacht tot de vloeistof in de stijgbuis stilstaat.
Zet streepjes met dezelfde tussenruimte op het stuk van de stijgbuis onder het vriespunt (0 °C) en boven het kookpunt (100 °C).
Verdeel de afstand tussen deze twee streepjes met nieuwe streepjes in 10 gelijke delen.
Zet een streepje op de schaalverdeling bij de bovenkant van de gestegen vloeistof
Zet een streepje op de schaalverdeling bij de bovenkant van de vloeistof.
Zet de thermometer in kokend water en wacht tot de vloeistof niet meer stijgt.
