geneesmiddelen en ouderen 6 ZRT Directe zorg

• Verzorging
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 6

Geneesmiddelen

Kies een vraag/Beantwoord de vraag/Kies de volgende leerling

- Wat is een geneesmiddel?

- In welke verschillende vormen komen geneesmiddelen voor?

- Op welke manier kan je een geneesmiddel innemen?

- Wat kan er mislopen bij het toedienen van een geneesmiddel?

- Mag ik als zorgkundige een zorgvrager helpen een geneesmiddel innemen?

- Waar moet je op letten als je iemand geneesmiddelen geeft?

- Waarom mag ik niet altijd een tablet pletten of capsule openen wanneer de zorgvrager moeite  heeft om een geneesmiddel door te slikken?

- Waarom mag ik  een geneesmiddel niet mengen onder de volledige maaltijd?

Stellingenspel p.5

omschrijf in je eigen woorden wat een generisch geneesmiddel is

Wat is een patent?

https:

oefening pag. 8

som per klacht een paar niet medicamenteuze alternatieven op

oefening pag. 9

Verbind de juiste vorm met het juiste gebruik

welke toedieningsvormen hebben van jou een kruisje gekregen

oefening pag. 10 - 12

1. lees alle toedieningsvormen (pag. 10 - 11 ) en omcirkel 

2. lees van de niet gekende de omschrijving

3. zet een rood kruisje achter de vormen die je nog echt niet kent

4. maak de oefening op pag. 12

Verbetersleutel pag. 12

6	poeder	2	tablet of comprime
5	lavement	7	zetpil
1	capsule	4	bruistablet
9	pleister	3	sublinguale tablet
8	oogzalf	10	oordruppels

Ik heb er ... juist

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

Welke informatie kan je in een bijsluiter vinden. Benoem met de juiste term als je kan.

Verbetersleutel pag. 14

1. Dosering

2. Indicaties

3. Houdbaarheid

4. ongewenste effecten - bijwerkingen

5. Bewaring

6. Contra - indicaties

7. Interacties

Opdracht per 2: de bijsluiter lezen

DEEL 1:

1. Kies 4 geneesmiddelen uit waarvan er minstens 3 uit de medicatiefiche komen, 1 vrije keuze 

2. 1 geneesmiddel mag geen tablet zijn: zalf /spray/ siroop

3.  Zoek de bijsluiter op :https://bijsluiters.fagg-afmps.be/

4. Los de opdracht op pag. 15 - 16 op per 2.

DEEL 2: 

Bekijk de rode kruisjes op pag. 10 - 11. Geef elkaar uitleg of zoek samen op.

Opdracht:  de bijsluiter lezen pag. 15

Ik heb nodig :

1. opdracht pag. 15 - 16

2. bijlage pag: 28

Groepsverdeling

1		6
2		7
3		8
4		9
5		10

Opdracht per 2: de bijsluiter lezen

DEEL 1:

1. Kies 4 geneesmiddelen uit waarvan er minstens 3 uit de medicatiefiche komen, 1 vrije keuze 

2. 1 geneesmiddel mag geen tablet zijn: zalf /spray/ siroop

3.  Zoek de bijsluiter op :https://bijsluiters.fagg-afmps.be/

4. Los de opdracht op pag. 15 - 16 op per 2.

een geneesmiddel is geen snoepje

juist

fout

een bruistablet ...

lost op in de mond

los je eerst op in een glas water

Dit is een ...

1. Poeder
2. Comprimé
3. Zuigtablet
4. Capsule

wat is de juiste afbeelding van een lavement?

1. 
2. 
3. 
4. 

Ik geef mijn geneesmiddel ... (onder de tong)

1. Anaal
2. oraal
3. sublinguaal
4. dermaal

Houdbaarheid

Dosering

Wanneer moet ik een geneesmiddel nemen?

Wanneer mag ik een geneesmiddel niet nemen?

Wanneer vervalt het geneesmiddel?

Hoeveel mag ik van het geneesmiddel gebruiken?

indicaties

Contra-indicaties

ik kan in een bijsluiter alle gevraagde informatie terugvinden over een geneesmiddel?

0100

Vind jij dat een zorgkundige in staat is om medicatie klaargemaakt en gepersonaliseerd door een apotheker of verpleegkundige toe te dienen?

😒🙁😐🙂😃

Wat heb je nog onthouden uit de vorige les?

Welke praktische problemen ondervinden ouderen bij het gebruik van geneesmiddelen?

Welke problemen kunnen ontstaan wanneer ouderen medicatie nemen of ingenomen hebben?

Geef enkele aandachtpunten bij het toedienen van medicatie bij ouderen

www.apotheek.nl