ATW Master

ATW


De grote kennisquiz, met stiekem toch nog uitleg

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
TKBeroepsopleiding

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

ATW


De grote kennisquiz, met stiekem toch nog uitleg

Slide 1 - Diapositive

Vraag 1
Kijk naar de volgende dia en beantwoord dan de vragen 1 a-d

Slide 2 - Diapositive

C en D
A en B



Slide 3 - Diapositive

1A Hoe heet dit gedeelte?
A
Velum
B
Uvulus
C
Palatum
D
Alveolen

Slide 4 - Quiz

1B Welk klankrijtje kun je daar helemaal maken?
A
b, t, sj, l
B
d, m, n, g (van goal)
C
n, d, z, t
D
g (van gras), k, h, zj

Slide 5 - Quiz

1C Hoe heet dit gedeelte in de mond?
A
Velum
B
Palatum
C
Uvulus
D
Alveolen

Slide 6 - Quiz

1D Welke klank kun je daar NIET maken?
A
k
B
g (harde g)
C
g (zachte g)
D
h

Slide 7 - Quiz

Beschrijf de relatie tussen fonemen, allofonen, en daadwerkelijk fysiek spraakgeluid.

Slide 8 - Question ouverte

Gegeven: De categorie lettergreep speelt een belangrijke rol in de fonologie en tal van argumenten zijn naar voren gebracht om de nuttigheid en noodzaak van deze categorie boven elke twijfel te verheffen. Een probleem dat wordt opgeroepen door introductie van de lettergreep is dat van de lettergreepsplitsing. Vaak is opgemerkt dat het niet altijd mogelijk is om aan te geven waar de ene lettergreep ophoudt en waar de andere begint en in plaats van dit toe te schrijven aan onvoldoende inzicht in lettergreepsplitsingsprincipes, besluiten veel fonologen op basis van deze ondergedetermineerdheid dat de lettergreepgrens in zulke gevallen afwezig is en één of meerdere segmenten tegelijk deel uitmaken van twee opeenvolgende lettergrepen.
Gevraagd: over welk begrip gaat het hier?

Slide 9 - Question ouverte

Geef het IPA-symbool dat correspondeert met de volgende omschrijvingen:
velaire nasaal

A
k
B
g
C
η
D
y

Slide 10 - Quiz

Geef het IPA-symbool dat correspondeert met de volgende omschrijvingen:
geronde bijna gesloten centrale klinker

A
ɔ
B
ө
C
ɩ
D
o

Slide 11 - Quiz

Welke klank hoort in de volgende rijtjes niet thuis:
[e, i, y, ө]

A
e
B
i
C
y
D
ө

Slide 12 - Quiz

Welke klank hoort in de volgende rijtjes niet thuis:
o, I, p, f

A
o
B
l
C
p
D
f

Slide 13 - Quiz

Gegeven: Er zijn twee alternatieve mogelijkheden om een woord als melk uit te spreken: ten eerste als [mɛwk] en ten tweede als [mɛlək]. In het eerste geval wordt één van de twee medeklinkers tot de glijklank /w/. In het voorbeeld arm wordt de liquida r tot een 'Gooise r' en daarmee ook tot een glijklank.
In het tweede geval wordt tussen de twee consonanten in de coda een sjwa ingevoegd, er is sprake van sjwa-epenthese.
Gevraagd: a- Leg de logica van de w bij melk uit. Gebruik daarbij het woord dispersie (2.8 Van Oostendorp). b- Leg ook de sjwa-epenthese vanuit de syllabeleer.

Slide 14 - Question ouverte

Gegeven: bekijk nog eens het model bij vraag 1. Zie hier een uitsnede:
Gevraagd: je zou je kunnen afvragen waarom PARAVERBAAL in dezelfde kolom staat als BOODSCHAP. Leg met voorbeelden en ondersteunende theorie uit hoe paraverbaal de boodschap kan beïnvloeden.

Slide 15 - Question ouverte

Beschrijf zo nauwkeurig mogelijk was prosodie is.

Slide 16 - Question ouverte

Dat prosodie een grote rol speelt in de taal, blijkt uit het gegeven dat prosodie interageert met verscheidene aspecten van mondelinge communicatie. Beschrijf eens een drietal rollen van prosodie en laat je antwoord variëren door voorbeelden te beschrijven waar prosodie interageert met het lexicon, syntaxis, pragmatiek, sociale context.

Slide 17 - Question ouverte

In informele spraak zeggen sommige mensen benejen in plaats van beneden, poeier in plaats van poeder. Verklaar waarom hier voor de glijklank /j/ gekozen wordt, in plaats van voor de glijklank /w/.

Slide 18 - Question ouverte

a- Welke klankwet past de schrijver hier toe in de spelling bij het woord ‘glazen’?
b- Bedenk een voor de hand liggende verklaring voor het feit dat deze klankwet hier plaatsvindt?

Slide 19 - Question ouverte

Leg het begrip complementaire distributie uit met allomorfen die louter van elkaar verschillen op het gebied van stemhebbendheid.

Slide 20 - Question ouverte

Gegeven:
[sχarm, zɪ, rgɑmkr].
Gevraagd:
Waarom zullen bovenstaande klankcombinaties in het Nederlands nooit woorden worden. Let op: geef per woord een aparte verklaringen.

Slide 21 - Question ouverte


In de volksmond wordt vaak lacherig beweerd dat Limburgs een afwijkend taaltje is en dat de zuiderlingen zo grappig praten. Toch kun je, als je nodige taalkundige kennis bezit, hier veel tegenin brengen.

Slide 22 - Question ouverte

Is hier sprake van allofonen in complementaire distributie? Licht je antwoord toe.

Slide 23 - Question ouverte

Verklaar deze spellingfout taalkundig.

Slide 24 - Question ouverte

Morfologie oefenen in Quizlet -->

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Lien

Oefenen met klinkers en medeklinkers

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Lien

Slide 29 - Lien

Succes bij het tentamen!

Slide 30 - Diapositive