Maatschappijkunde|Werk|Paragraaf 3.1 en 3.2

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden

Bedrijfscultuur

Thema Werk

Paragraaf 3.1 Arbeidsverhoudingen& Paragraaf 3.2 Wie is de baas?

Lesdoel(en)

Aan het einde van de les:

Weet jij wat arbeidsverhouding is en waar dit op gebaseerd is.

Weet jij wat een bedrijfscultuur is.

Weet jij welke soorten verhoudingen er zijn binnen een bedrijf.

Weet jij wat voor stijlen een leidinggevende kan hebben.

Weet jij wat inspraak en medezeggenschap is.

Weet jij drie soorten overleggen tussen werknemers en werkgevers.

Arbeidsverhoudingen

• De manier waarop collega's met elkaar omgaan en om de verhouding.
• Verhouding tussen ondergeschikten en leidinggevenden. 
• In elk bedrijf anders.
• Gebaseerd op geschreven regels en ongeschreven regels

Bedrijfscultuur

• Normen, waarden, gewoonten en omgangsvormen die er in een bedrijf zijn. 
•  Zorgt voor tevreden personeel en betere kwaliteit.

3.2 Wie is de baas?

2 soorten verhoudingen:

• Formele verhoudingen                                                                          (positie, bevoegdheden officieel op papier vastgelegd
• Informele verhoudingen                                                                        (positie en bevoegdheden die te maken hebben met persoonlijke kenmerken van mensen)

Stijlen van leidinggeven

• De autoritaire stijl
• De democratische stijl
• De raadplegende stijl 

Stijl heeft invloed op inspraak en medezeggenschap in bedrijf.

Inspraak- meedenken en meepraten

Medezeggenschap-  meebeslissen

Soorten overleg

Drie soorten overleg tussen werknemers en werkgevers:

• Werkoverleg
• Personeelsvergadering
• Ondernemingsraad(OR) 

1. Verplicht bij bedrijven met meer dan vijftig werknemers.
2. OR mag meestal meepraten, maar heeft soms medezeggenschap.

Aan de slag

Thema Werk

Maken: paragraaf 3.1 en 3.2, opdracht 1 t/m 16+ begrippenlijst en samenvatting. 

Blz. 27 t/m 35