Les 1: wat is werk/arbeidsomstandigheden en -verhoudingen

• Mask
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Programma

Terugblik

Leerdoelen

Uitleg: wat is werk?

Opdrachten

Uitleg: arbeidsomstandigheden en -voorwaarden

Opdrachten

Huiswerk

Juist of onjuist
Het nettoloon wordt op je rekening gestort.

1. Juist
2. Onjuist

Waarom werk je?

1. Om geld te verdienen
2. Om te voorzien in je basisbehoeften
3. Om te voorzien in de behoefte om erbij te horen
4. Om je te voorzien van zekerheid

Wat is werk?

1. Dat je iets doet waar anderen behoefte aan hebben.
2. Dat je iets doet waar anderen geen behoefte aan hebben.
3. Dat je iets doet voor het geld.
4. Dat je iets doet omdat je er plezier aan beleeft.

Hoe kom je aan werk? Zet in de goede volgorde.

A. Je wordt gebeld dat je bent aangenomen.

B. Je update je CV en schrijft je sollicitatiebrief/motivatie.

C. Je mag op sollicitatiegesprek komen.

D. Je tekent je arbeidscontract.

E. Je zoekt zelf vacatures op internet.

F. Je verstuurt je CV en sollicitatiebrief/motivatie.

Eventueel in tweetallen laten werken

Hoe kom je aan werk? Zet in de goede volgorde.

A. Je wordt gebeld dat je bent aangenomen.

B. Je update je CV en schrijft je sollicitatiebrief/motivatie.

C. Je mag op sollicitatiegesprek komen.

D. Je tekent je arbeidscontract.

E. Je zoekt zelf vacatures op internet.

F. Je verstuurt je CV en sollicitatiebrief/motivatie.

Antwoord: E - B - F - C - A - D

Wat staat er niet in je arbeidscontract?

1. Het loon dat je verdient.
2. Het aantal vrije dagen dat je hebt per jaar.
3. De werktijden die je hebt.
4. Hoe je baas over je denkt.

Wat is een CAO?

1. Afkorting voor vakbonden.
2. Afkorting voor collectieve arbeidsovereenkomst.
3. Afkorting voor curriculum aanpassing onderwijs.
4. Afkorting voor centen aan ondernemers.

Wat staat er in een CAO?

1. Afspraken over werk
2. Afkorting voor collectieve arbeidsovereenkomst.
3. Afkorting voor curriculum aanpassing onderwijs.
4. Afkorting voor centen aan ondernemers.

Welke zaken bepalen je maatschappelijke positie?

1. Geld en bezit
2. Aanzien
3. Status
4. Kennis en vaardigheden

Hoe kan je klimmen op deze maatschappelijke ladder?

1. Door in die positie geboren te worden.
2. Door een opleiding te volgen.
3. Door snel geld te verdienen in de criminaliteit.
4. Door goede persoonlijke eigenschappen als doorzettingsvermogen.

Wat is sociale ongelijkheid?

1. Dat iedereen gelijke kansen heeft in de samenleving.
2. Dat niet iedereen gelijke kansen heeft in de samenleving.
3. Dat sommige mensen sociaal zijn en anderen niet.
4. Dat sociale mensen gelijker zijn dan asociale mensen.

Hoe wordt sociale ongelijkheid door de overheid tegengegaan?

1. Niet, de overheid boeit dit niet.
2. Niet, de afkomst bepaalt waar je staat in de samenleving.
3. Door de invoering van de kwalificatieplicht.
4. Door

Leerdoelen

Aan het eind van deze les...

...kan je de functies en maatschappelijke waardering van arbeid herkennen en beschrijven, en factoren benoemen die van invloed zijn op de cultuur van een bedrijf.

...kan je een beschrijving geven van de arbeidsverhoudingen in Nederland.

Functies van werk

1. Het zorgt voor inkomen.

2. Het geeft veiligheid, zekerheid en regelmaat in je leven.

3. Het brengt je sociale contacten.

4. Je krijgt waardering van anderen. 

5. Je kunt jezelf ontplooien. 

Maatschappelijke waardering

Punt 4: Je krijgt waardering van anderen. 

Elk beroep heeft een bepaalde status. 

De manier waarop anderen naar dat beroep kijken.

- hoogte van het inkomen.

- kennis en vaardigheden die je nodig hebt
voor het beroep.

- invloed die je hebt door je functie.

Jij bent werk

Het werk dat je doet helpt je bij het ontwikkelen van je identiteit. 

De persoon die jij bent, gevormd door al jouw kenmerken en je ervaringen

Bedrijfscultuur

Binnen een bedrijf heb je arbeidsverhoudingen en is er een bedrijfscultuur.

- arbeidsverhoudingen: de manier waarop collega's binnen een bedrijf met elkaar omgaan en de verhouding tussen leidinggevenden en ondergeschikten.

- bedrijfscultuur: de normen, waarden, gewoonten en omgangsvormen die er binnen een bedrijf zijn. 

Arbeidsverhoudingen

De manier waarop collega's binnen een bedrijf met elkaar omgaan en de verhouding tussen leidinggevenden en ondergeschikten.

- gebaseerd op geschreven regels (veiligheid, gezondheid, etc.).

- ook ongeschreven regels (vrijmibo)

- ethische code = afspraken waar een bedrijf zich aan wilt houden (geen geld/cadeau's aannemen, representatief kleden)

Bedrijfscultuur

Formele verhoudingen: functie, taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden.

Informele verhoudingen: gebaseerd op persoonlijke kenmerken.

Bedrijfscultuur

Stijlen van leidinggeven:

- autoritaire stijl = nadruk op prestaties. Geeft opdrachten en verwacht gehoorzaamheid. 

- democratische stijl = neemt beslissingen met werknemers. Gaat er vanuit dat wanneer werknemers mogen meebeslissen, zij hun werk beter doen. 

- raadplegende stijl = raadpleegt personeel voor het nemen van besluiten, maar neemt besluit zelf.

Bedrijfscultuur

WOR = Wet op de ondernemingsraden

> werknemers hebben recht op medezeggenschap ze mogen meebeslissen over sommige zaken.

Verschillende soorten overleggen:

- werkoverleg (teams)

- personeelsvergadering (al het personeel)

- ondernemingsraad (OR) = verplicht bij bedrijven van 50+ personeel

Leerdoelen

Aan het eind van deze les...

...kan je de functies en maatschappelijke waardering van arbeid herkennen en beschrijven, en factoren benoemen die van invloed zijn op de cultuur van een bedrijf.

...kan je een beschrijving geven van de arbeidsverhoudingen in Nederland.

Leerdoel beantwoorden = HW

• Je kan de functies en maatschappelijke waardering van arbeid herkennen en beschrijven, en factoren benoemen die van invloed zijn op de cultuur van een bedrijf. 
• Je kan een beschrijving geven van de arbeidsverhoudingen in Nederland.