Taalbeleid presentatie

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1-6

Taalbeleid op het  LF

Programma

• Belang van taalbeleid
• Stand van zaken
• Doelstellingen
• Input verzamelen

• taalbeleidsplan Nuborgh-breed: werkplaats Taal
• actieplan LF: werkgroep Taal: Dirk Jan van de Poppe, Klarina Huls, Michiel de Vries en Else Marlies Schaftenaar
• doel korte termijn: aandacht voor vakjargon en manier van bevragen: kan per vak immers andere betekenis hebben
• doel langere termijn: taal is zichtbaar onderdeel in elke les

Taalbeleidsplan Nuborgh-breed: werkplaats Taal.

Actieplan LF: werkgroep Taal: Dirk Jan van de Poppe, Klarina Huls, Michiel de Vries en Else Marlies Schaftenaar.

Doel korte termijn: aandacht voor vakjargon en manier van bevragen: kan per vak immers andere betekenis hebben.

Doel langere termijn: taal is zichtbaar onderdeel in elke les.

Wat staat hier?

Gioca con sua sorella.

Sua sorella si chiama Anna. Anna ha due anni.

E Franco ha sette anni.

Franco non travo cosí divertente giocare con Anna.

Preferisce giocare fuori, cogli amici.

Ma oggi non può andare fuori, perchè Anna non può restare a casa da sola. Lei è ancora troppo piccola

 

Hij speelt met zijn zus.

Zijn zus heet Anna. Anna is twee jaar oud

En Franco is zeven jaar oud.

Franco vindt het niet zo leuk om met Anna te spelen.

Het liefst speelt hij buiten met vriendjes

Maar vandaag kan ze niet de deur uit, omdat Anna niet alleen thuis kan blijven. Ze is nog te klein.

toetsen en examens zijn goed te doen als je goed kunt lezen...als je niet goed kunt lezen, belemmert het dus ook!

Video

-

Zondag met Lubach, leesvaardigheid

Alle schoolvakken zijn talig!

René gaat in bad.

De grafiek geeft de hoeveelheid 

water in het bad weer ten opzichte van de tijd.

René zet de kraan open om 8u05. Na een tijdje wordt de stop uit het bad getrokken. Hoe kun je dat aan de grafiek

merken? Hoe laat is dat?

René gaat in bad

De grafiek geeft de hoeveelheid water in het bad weer ten opzichte van de tijd.

René zet de kraan open

om 8u05.

Na een tijdje wordt de stop uit het bad getrokken. Hoe kun je dat aan de grafiek merken? Hoe laat is dat?

Als je niet weet wat een stop is...

.....dan kan je dus ook geen antwoord geven op de vraag! Misvattingen qua betekenis of twijfel door ambigue woorden in een vraag zeggen niets over vaardigheid aflezen grafiek.

Wat doen we al?

• een actief/actueel taalbeleidsplan. 
• een taalcoördinator of werkgroep taal.
• remediërende lessen of steunlessen.
• een leerlingvolgsysteem, waarin resultaten van  toetsen staan opgenomen (Diataal).

Wat moet zichtbaarder?
Een bewust taalgerichte vakdidactiek (in alle lessen)!

Misvattingen

Doelstellingen

Leerlingen hebben de taalbeheersing en het niveau van taalvaardigheid dat ze nodig hebben om succesvol te zijn in hun (school)vakken/schoolloopbaan.

(Vak)docenten hebben de intentie en het vermogen hun leerlingen zowel de vakdoelen als de daarvoor noodzakelijke taalvaardigheid te helpen ontwikkelen.

Schoolleiders stimuleren bij hun (vak)docenten de aandacht voor taalvaardigheid in de (vak)lessen.

Dus waarom aandacht voor taal?

• Taal is cruciaal bij het leren: taal geeft het denken vorm
• Een betere taalvaardigheid leidt tot betere schoolprestaties bij alle vakken.
• Om de schoolprestaties te verbeteren is aandacht voor taal bij alle vakken nodig.
• Taal omvat alle taalvaardigheden: lezen, schrijven, spreken, luisteren, taalverzorging.
• Taalbeleid is gericht op de taalverwerving van alle leerlingen, niet alleen op lln met een achterstand (dus preventief en curatief).
• Vakdocenten geven aandacht aan taal in hun lessen.

Tekstbegriptestje 

Door veel te lezen vergroot je je tekstbegrip. Het is net zoiets als schrijven: dat leer je ook alleen door het vaak te doen.

1. Argumentatie op basis van overeenkomst
2. Argumentatie op basis van voor- en nadelen
3. Argumentatie op basis van een kenmerk of eigenschap
4. Argumentatie op basis van een vergelijking

Wat is geen functie van signaalwoorden
in een tekst?

1. Signaalwoorden helpen de lezer.
2. Signaalwoorden geven de kern van de tekst weer.
3. Signaalwoorden zorgen voor samenhang.
4. Signaalwoorden geven structuur aan een tekst.

Als ik de tekst lees, dan...

1. markeer ik kernzinnen
2. schrijf ik met pen deelonderwerpen erbij
3. schrijf en markeer ik niets
4. schrijf ik met pen deelonderwerpen erbij, omcirkel signaalwoorden, markeer standpunten en argumenten

Wat wordt bedoeld met 'de aanleiding van een tekst'

1. Lezers aanraden om iets wel of niet te doen
2. De reden waarom iemand over een onderwerp schrijft.
3. Mensen zover krijgen dat ze jouw mening overnemen
4. De eerste alinea van een tekst

Wat wordt bedoeld met: 'Citeer een zinsgedeelte uit de tekst'

1. neem 1 zin uit de tekst over
2. neem 1 woord uit de tekst over
3. neem een stukje zin uit de tekst over
4. neem een paar zinnen uit de tekst over

Door een tekst oriënterend te lezen, haal je de hoofdzaken uit die tekst.

1. Juist
2. Onjuist

Een tekst heeft...

1. altijd een hoofdgedachte
2. niet altijd een hoofdgedachte
3. nooit een hoofdgedachte

Aan de slag! 

• In gemixte groepen van max. 6 personen (dus niet alleen bij vakgenoten, maar combinatie van verschillende vakgebieden).
• Iedere groep krijgt een vragenvel.
• Per vraag in steekwoorden jullie reactie noteren.
• Geniet ook van de letters die op tafel staan. :)

Wat ga jij morgen in je les doen/anders doen/hetzelfde doen zodat taal onderdeel van elke les wordt?

Lever de vellen in, dank voor jullie aandacht en wel thuis!