in je persoonlijke omgeving en op de werkvloer is het niet gemakkelijk om goed om te gaan met feedback
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
VerkoopSecundair onderwijs
Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
omgaan met feedback
in je persoonlijke omgeving en op de werkvloer is het niet gemakkelijk om goed om te gaan met feedback
Slide 1 - Diapositive
bekijk het filmpje op youtube
https://www.youtube.com/watch?v=nadV_wvXN4s
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
wat betekent feedback voor jou ?
Feedback is terugkoppeling aan iemand over het effect van zijn of haar gedrag of prestaties. Dit is waardevol om te ontvangen als je jezelf of je product wilt verbeteren.
Slide 4 - Diapositive
1. Je collega waarmee je intens samen werkt, gaat enkele keren per dag buiten roken, zonder dat je baas dat merkt. Je geraakt daardoor wel achterop met je werk en het hele team wordt regelmatig berispt daardoor
A. je spreekt je collega aan dat dit niet verder kan
B. Je doet helemaal niets, je laat alles verder begaan
C. Je ligt je baas in op een moment dat er niemand meer is
D.D. Je spreekt het team aan op dit buiten de kennis om van de baas op te lossen.
Slide 5 - Sondage
2. Een medeleerling uit je klas kan heel onaangenaam ruiken. Andere leerlingen mijden hem, maar hij komt steeds naast jou te zitten.
A. Je blijft zitten en zegt niets
B. Je maakt een mopje en biedt je deo aan
C. Je gaat in stilte een andere plaats zoeken
D. Je zegt in alle eerlijkheid waarop het staat
Slide 6 - Sondage
3. Je baas spreekt je aan over je manier waarop je omgaat met je klanten. Er zijn blijkbaar klachten binnen gelopen over onbeleefde reacties.
A. Je zegt tegen je baas dat dit onmogelijk is, doet gewoon verder
B. Je probeert erop te letten en past je reactie aan
C. Geen respect voor jou = geen respect voor hen
D. Dit komt hard binnen en je weet geen raad
Slide 7 - Sondage
4. Je werkt in een broodjeszaak. Je collega’s hebben bij de baas geklaagd dat je te traag werkt. Je broodjes zijn wel mooi verzorgd, maar je doet er te lang over.
A. het is je al eerder overkomen en je weet dat je tempo soms te traag is
B. je probeert hier waakzaam voor te zijn en te werken aan je tempo
C. het blokkeert je helemaal, je kan niet sneller werken
Slide 8 - Sondage
5. Je bent teammanager en er komt een stagiair in je team werken. Ze doet haar werk wel goed, maar haar kleding is ongepast. Ook haar kapsel past niet bij de stijl van de winkel.
A. Je laat haar doen, het is maar een stage
B. Je roept haar bij je na de uren en bespreekt wat je verwacht
C. Je toont de kledij in de winkel die ze tijdelijk mag dragen + je geeft advies in het kapsel
D. Je biedt haar werk aan waar dit niet opvalt voor de klanten
Slide 9 - Sondage
6. Je collega gaat meerdere malen per dag naar het toilet. Op zich is dat niet zo erg, maar hij neemt altijd lectuur mee en blijft erg lang weg. Jij moet ondertussen alle telefoons opnemen en ook nog de klanten ontvangen.
A. Je doet helemaal niets, je laat hem begaan, maar het brengt wel frustraties met zich mee.
B. Je hangt onopgemerkt een briefje aan de toiletten = een kort bezoek = noodzakelijk
C. Je bespreekt het met je baas, zodat hij dit bespreekt met je collega.
D. Je bespreekt het zelf met je collega, in de hoop dat hij hiermee rekening houdt.
Slide 10 - Sondage
7. In het magazijn waar je werkt wordt er met heftrucks gewerkt. Je collega is een echte waaghals en vaak haalt hij stoten uit waarbij hij zichzelf, maar ook je collega’s in gevaar brengt.
A. Je hangt een paar pictogrammen op, oproep om veilig te rijden.
B. Je doet helemaal niets
C. Je ligt je collega rustig in zodat hij zijn gedrag aanpast.
D. Wanneer je hem weer betrapt , begin je te roepen tegen hem zodat hij er nu eindelijk mee stopt.
Slide 11 - Sondage
8. Je hebt eindelijk je eigen zaak, een lasbedrijf. Je beste arbeider komt steevast te laat. Hij is geen ochtendmens, zegt hij. De klanten hebben al een paar boze telefoons gedaan. Ook zijn middagpauze lijkt hij nogal te rekken. Anderzijds levert hij prima werk...
A. Je spreekt hem rustig aan om voortaan op tijd te komen.
B. Je laat hem doen maar vertrekt op tijd waardoor hij het werk mist, in de hoop dat hij zijn gedrag gaat veranderen.
C. Je spreekt af om later te starten maar ook later te eindigen met het werk.
D. Je ontslaat de arbeider, zo kan het niet verder.
Slide 12 - Sondage
9. Je werkt al een paar maanden in een winkel als winkelbediende. Tot nu toe mag je enkel nog in het magazijn werken, terwijl je baas aanvankelijk had beloofd dat je dit maar een aantal dagen zou moeten doen. Telkens je hem er over wilt aanspreken, wuift hij het weg.
Je zoekt ander werk, je kan niet meer omgaan met loze beloftes.
B. Je spreekt je baas aan, je geeft hem nog 1 kans.
C. Je wordt boos en je vraagt meer uitleg waarom ?
D. Je bolt het af zonder uitleg.
Slide 13 - Sondage
10. Een van je medewerkers is een echte vrouwenverleider. Hij slaagt er in alle mooie dames om zijn vinger te winden en stoort anderen met zijn mooie praatjes en versiertrucs. Bovendien heeft hij al enkele relaties kapot gemaakt op die manier.
A. Je laat hem verder doen, het boeit je niet.
B. Je stapt op hem af en zegt dat nu welletjes is geweest, dat hij moet ophouden.
C. Je ligt de dames in zodat ze verwittigd zijn.
D. Wanneer je het weer ziet gebeuren kom je er tussen, pretbederver voor hem.
Slide 14 - Sondage
Welke complimenten geef jij ? (omschrijf)
Slide 15 - Question ouverte
geef een voorbeeld van FB die je kreeg waar je het moeilijk mee had ?
Slide 16 - Question ouverte
Geef een voorbeeld van FB waar je positief mee omgaat ?
Slide 17 - Question ouverte
welke tips kunnen jullie elkaar geven om niet te impulsief te reageren ?